Beddenzaak houdt hoofd boven water ondanks leegstand

Al 48 jaar zit Hans Groenendaal inmiddels met zijn winkel in Bergen op Zoom. Later sloot ook zijn vrouw Paula aan. Zijn vader had jarenlang een eigen matrasbedrijf in Tilburg, dus de stap naar de beddenbranche was niet groot. "Maar mijn vader zei altijd: je kunt beter je eigen zaak openen dan mij opvolgen. Anders kom je in een gespreid bedje terecht, dat is te makkelijk." En zo geschiedde.

SpeciaalzakenGroenendaal begon in Bergen op Zoom. "De Bosstraat was toen nog dé winkelplek van Bergen. Dat is in de jaren daarna verschoven naar de Zuivelstraat, Wouwsestraat en Parade. Maar ik zie nu, met de hoeveelheid leegstand aldaar, weer een verschuiving. Kleine speciaalzaken krijgen steeds meer kans dan grote ketens. Dat vind ik mooi om te zien. Zij die met passie werken, houden het hoofd uiteindelijk boven water."

Zelf rekent Groenendaal, die zijn beddenzaak nu runt aan de Potterstraat, zich ook tot die gepassioneerde ondernemers.

"Mijn werk voelt zelfs na 48 jaar nog niet als werk. Ik vind het zo leuk om met bedden bezig te zijn. Het is een hobby, maar dan een waarmee ik mijn boterham verdien. Klinkt cliché, maar het is wel wat een beddenzaak nodig heeft. Mensen komen bij mij langs om mijn kennis en ik vind het heerlijk om die te delen. Men hoeft dan niet meteen een bed te kopen. Ik weet inmiddels hoe het gaat, je moet mensen niet dwingen tot een koop. Integendeel. Laat ze kijken, voelen. En weer gaan. Ik heb in al die jaren heel wat beddenwinkels zien komen en gaan in Bergen op Zoom. Zeggen dat zij slecht waren zal ik niet doen, maar ik denk wel dat zij het kunstje van de winkelier niet begrepen hebben. Het draait om passie, geduld en oprechte interesse in de klant."

PubliekHoe het komt dat de binnenstad de laatste jaren leegdruppelt, verklaart Groenendaal aan de hand van het veranderende publiek.

"Heel plat gezegd: vroeger kwamen moeders winkelen nadat zij hun kinderen naar school hadden gebracht. Dat is niet meer van deze tijd. Moeders zijn evengoed werkzaam als vaders en tijd om te winkelen is er nauwelijks meer. Daarmee ontvolkt de binnenstad, maar daar kun je als gemeente aan werken. Ik vind bijvoorbeeld dat we groter moeten denken. We moeten niet meer denken in het hokje dat Bergen op Zoom heet. Leven van alleen monumenten en cafés is namelijk niet mogelijk. We moeten samenwerken met omliggende gemeenten in de Brabantse Wal. Dát kun je goed op de kaart zetten voor toeristen.

Brabantse Wal: Bergen op Zoom, Steenbergen, Woensdrecht. Dan is er heel wat te zien voor een toerist. En geef de speciaalzaken in deze gemeenten meer aandacht. Zij die met zoveel passie ergens aan werken verdienen een goedlopende onderneming."