Nieuws Marketing

Schijfse fokkerij scoort met micro-mini-ezels

Nog geen week oud en nu al een mannenverslindster. De verslaggever van Brabants Dagblad is op slag verliefd als het rossige ezeltje op hoge hakjes nadert, hem verzwelgt met grote ogen en kirrende geluidjes laat ontsnappen als hij met haar mag kroelen.

John Bas l Foto: Peter van Trijen 7 november 2016

Micro mini ezel

Het is die enorme aaibaarheidsfactor die deze Little Red Rose en andere micro-mini-ezeltjes in een mum van tijd populair maken. Op de donkeyfarm van Willemien van Oers in Schijf weten ze daar alles van.

"Elke dag krijgen we de vraag of er veulens te koop zijn. Tot in Finland aan toe willen ze die kleintjes. Vraag overtreft aanbod."

De 59-jarige directeur van een metaalbewerkingsbedrijf aaide zelf tien jaar geleden voor het eerst zo'n knuffelkont van vlees en bloed. "Meteen verkocht, zoals iedereen. Ze zijn onweerstaanbaar. En zeker als ik op het werk een drukke dag heb gehad, kom ik bij hen helemaal tot rust."

Wat begon met twee van die snoepies, is op de voormalige boerderij van haar ouders uitgegroeid tot een gezellige kudde van zo'n vijftig ezeltjes op heuphoogte. Klein, geblokt en gespierd. Zo fokt Willemien van Oers ze het liefst. Ongeveer 70-75 centimeter tot aan de schoft. Haar Will Power is een van de weinige serieuze fokkerijen van de micr0-mini's in Nederland en de grootste in Europa. Met haar man Nico Pater (72) importeert ze regelmatig vanuit de Verenigde Staten nieuwe merries en hengsten om bloedlijnen te kunnen verversen. "Dan sta je op Schiphol en zie je de mensen denken: wat moeten ze met die ezel?"

Je kunt er mee gaan wandelen, sommige mensen houden ze zelfs in huis. Gezelschapsdieren toch? "Maar ezels zijn het hele jaar door liefst buiten. Ze hebben een hekel aan regen en wind, dus ze moeten kunnen schuilen. Makkelijker dan een ezel bestaat bijna niet. Als ie maar aandacht krijgt. Daarom verkopen wij louter aan mensen van wie we denken dat ze er goed voor zijn. En dan móeten ze er twee kopen. Een ezel alleen wordt triest."

Goedkoop zijn ze niet, die ukkies uit Schijf. Willemien verkoopt de stamboekdieren pas als ze een half jaar oud zijn; vooral hengstjes moeten in de kudde nog manieren leren. "Iemand die niet wil fokken, is misschien beter af met een goedkoper ruintje van een paar duizend euro. Een mooie merrie met goede papieren om te fokken is twee keer zo duur."

En eigenlijk, stelt de Schijfse, is dat maar goed ook. Ze mogen best populair zijn, maar als het een echte rage wordt en minder serieuze fokkers zich met deze ezeltjes gaan bemoeien, is dat gevaarlijk. "Je bent verkocht als ze je aankijken, maar wij wegen vooral het belang van het ezeltje zelf. Ze zijn bijvoorbeeld geweldig bij therapieën. Een kind in een rolstoel wordt er blij van, kan hem borstelen en aaien. We worden ook wel benaderd door kinderboerderijen. Maar daar zijn ze niet altijd veilig. Dat is het enige nadeel van die kleintjes: je pakt ze zo op."