Nieuws Marketing

Start-ups: Goedkope stek voor studentbedrijfjes

In een dorp van gebruikte zeecontainers op het Science Park beginnen studenten hun eigen bedrijf. Startup Village is als de garages waar het voor Silicon Valley allemaal begon, schrijft het Parool.

Bart van Zoelen | Foto: Mats van Soolingen 3 november 2016

Matsvan

Enigszins spartaans is het wel, in het containerdorp dat plaats biedt aan zo'n 25 start-ups. Op maandagmorgen kan de zuinige infraroodverwarming het nog niet helemaal bolwerken. Misschien is het beter de verwarming in het weekend te laten branden? En dan moet de zomer nog komen, met de felle zon op het platte containerdak.

Eerste kantoor

Maar de beginnende bedrijven zijn blij met de gerecyclede zeecontainers die ze de voorbije weken hebben betrokken. Het is krap - vijf bij twaalf of zelfs zes meter- maar ze hebben hun kantoortjes helemaal voor zichzelf. "Een bedrijf voelt pas als een bedrijf als je echt je eigen plek hebt," zegt Bart Vredebregt van Aiir Innovations. "Je eerste kantoor, dat vergeet je nooit meer," zegt Erik Boer, directeur van huurbaas ACE Venture lab.

"Het is een beetje de garage van het Science Park," is Boers omschrijving van het containerdorp. "Ik zag het als een metafoor voor de garage waar grote bedrijven als Apple als start-up zijn begonnen," zegt ook architect en initiatiefnemer Julius Taminiau. Hij deed het idee op in Londen, waar zo'n minidorpje van zeecontainers werd gebruikt voor eettentjes, winkeltjes en muziekstudio's voor jongeren.

'Legosteentjes' als landmark

De containers zijn oerdegelijk en toch flexibel. Mochten de start-ups meer ruimte nodig hebben, dan kunnen ze binnen het dorpje verhuizen naar een grotere unit of naar meerdere, aan elkaar geschakelde containers. Ook belangrijk: met een maandelijkse huur van honderd euro per werkplek zijn ze erg goedkoop.

"Het is superbasaal," zegt Boer. "Echt bedoeld in plaats van een bedrijf vanuit hun studentenkamer of de Coffee Company." Maar voor studenten en promovendi met ondernemersaspiraties is het ook ook wel zo makkelijk. Na een college of dat laatste tentamen dat ze nog moeten afleggen, is het vijf minuten lopen en ze zijn terug op het werk.

Startup Village kan maximaal tien jaar op deze plek blijven, maar daarna zijn de containers weer elders bruikbaar. Tegelijk wilde het Science Park graag een landmark, en de als legosteentjes opgestapelde containers springen meteen in het oog. Er komt op den duur nog een openbare evenementenruimte bij en nu wordt al gebouwd aan de gemeenschapsruimte met de zo gewilde koffiebar.

De start-ups mogen maximaal twee jaar blijven. "Het moet ook iets krijgen van een duiventil." Zelfs de soberheid dient een doel - die zal ze ook 'naar buiten' lokken: de gemeenschappelijke ruimte en de terrassen op de containers. "We bieden ook een netwerk. Ze doen hier opleidingen als kunstmatige intelligentie, zijn een beetje nerdy en reteslim, maar ze hebben nog nooit iets met business gedaan. Daar helpen wij ze mee, maar ze kunnen ook elkaar helpen."

Vanuit ACE, het alweer in 2008 vanuit de UvA begonnen Amsterdam Center for Entrepreneurship, worden de start-ups ook geholpen met coaching. Daar is het ACE ook om begonnen, dat studenten ondernemerschap wordt bijgebracht. "Op de campus willen we studenten al uitdagen hun eigen bedrijf te beginnen, zoals ook op Amerikaanse universiteiten als Stanford en MIT gebeurt."

Dat is ook het verschil met andere 'incubators' die start-ups op weg helpen. "Wij zijn er in een heel vroege fase. Zeg maar: van nul tot één. Daarna kunnen ze altijd nog naar Rockstart of Startup Bootcamp voor de stap van één tot twee. Er zijn in Amsterdam natuurlijk genoeg start-uphuizen, maar nergens zijn ze zo sterk verbonden aan de universiteit en de wetenschap."

Science Park was een logische plek om te beginnen, volgens Boer. De technische universiteiten in Delft, Twente en Eindhoven zijn al een grote kweekvijver voor start-ups, het meer fundamentele onderzoek aan de Amsterdamse bètafaculteit blijft daarbij nog achter.

Ook op andere campussen

Maar juist dit heel theoretische onderzoek bewijst meer en meer zijn waarde voor grote IT-gerelateerde bedrijven. Zo zit er op Science Park ook een vestiging van Qualcomm, dat vorige week voor 43 miljard de Nederlands chipfabrikant NXP overnam. Samen met de UvA heeft Qualcomm daar een onderzoekslab, sinds de overname van UvA-spin-off Euvision.

Ook andere Amsterdamse campussen krijgen de komende vijf jaar hun eigen Startup Village - bij het Amstelkwartier, het AMC, Roeterseiland en de VU. Op het Binnengasthuisterrein komt een pop-upvariant voor de geesteswetenschappen. De campussen worden bekostigd uit de 7,2 miljoen euro die wethouder Kajsa Ollongren (Economische Zaken) heeft uitgetrokken voor de 'valorisatie' van wetenschap: het verzilveren van de nieuwe kennis.

Aiir Innovations

Het was nota bene KLM die de jonge luchtvaartstart-up doorstuurde naar ACE, het Amsterdam Center for Enertrepeneurship. Aiir Innovations maakt zelflerende software die scheurtjes in de turbines signaleert. Waar nu inspecteurs de camerabeelden van binnen in de vliegtuigmotoren bekijken, heeft Aiir een computerprogramma dat de onregelmatigheden opmerkt.

"De computer wordt nooit moe. En hij kan het langer volhouden," zegt Bart Vredebregt. Maar gaat dat dan niet ten koste van banen op Schiphol? "Dit soort banen gaat nu toch naar Azië. Het levert juist banen op." Want Aiir hoopt in meer sectoren 'visuele inspecties' over te nemen van het menselijk oog.

Terwijl ze in Startup Village zijn neergestreken, storten ze ze zich op de laatste loodjes van hun studie kunstmatige intelligentie. "Aan het eind van het jaar kunnen we echt aan de slag. Nu zijn we toch een beetje studenten die een bedrijf hebben. Dat motiveert wel om snel af te studeren."

Startup Village brengt hun ook flexibiliteit. Ze kunnen de huur elke maand opzeggen of uitbreiden naar een grotere container. "Zo zijn we het als start-up gewend: je kunt plannen maken wat je wil, maar het pakt toch altijd anders uit."

Mushbin

Een paar deuren verderop toont techniekstudent Wesley de Bie van de HvA het prototype van zijn Mushbin, een bakkensysteem van gerecycled plastic voor gescheiden afval. Daarbij zijn nog sensoren mogelijk die de schoonmakers kunnen doorgeven of de bakken vol zijn. Hij heeft zijn studie even op pauze gezet, Startup Village geeft hem net zoveel vrijheid en flexibiliteit. Afstuderen komt later wel, als zijn bedrijf eenmaal staat.

Delph Business Intelligence

Nog weer een deur verder moeten ze de beeldschermen nog ophangen, zo kort geleden heeft Delph Business Intelligence zijn intrek genomen. Omdat ze niet zelf een product in de maak hebben, zijn ze geen doorsnee-techstart-up, leggen Harro van der Kroft en Leo Huberts uit. Hun bedrijf is meer dienstverlener en analyseert grote gegevensbestanden, 'big data', voor mkb'ers. "Niet iedereen heeft econometrie gestudeerd, zoals wij."

Via ACE Venture lab komen ze aan klanten en opdrachten. Startup Village is bovendien een inspirerende omgeving. "We zitten graag tussen de IT'ers en andere slimme jongens. En meisjes."