Nieuws Marketing

Welja... Nóg meer horeca

In Breda is de horeca in vijf jaar tijd met tien procent gegroeid. Gezellig, maar is het allemaal niet te veel van het goede? De gemeente laat het aan de markt over. 'Dat klinkt erg liberaal, maar het is ook gevaarlijk.'

Nico Schapendonk 23 augustus 2016

Bredaredapple

En hup, weer een restaurant erbij: Red Apple op het Van Coothplein in Breda. Op 18 augustus opende de zaak zijn deuren. Nóg meer horeca. Alsof het niet op kan. In vijf jaar tijd is de horeca in de stad met tien procent gegroeid. Wordt het niet te veel?

"Welnee, voor ons is het alleen maar beter dat er meer horeca bij komt. Vroeger was het hier een dooie boel. Moet je nu kijken hoe leuk het er hier nu uitziet", zegt Pu Hui, mede-eigenaresse van Red Apple.

Onderzoek naar de lokale marktsituatie heeft ze niet gedaan. Dat hoeft ook niet. Ze kent haar pappenheimers. Ooit heeft haar familie aan de wieg gestaan van het Chinese restaurant Pom Lai, dat was gevestigd in de Veemarktstraat. In afgeslankte vorm bestaat die zaak nog steeds, maar Red Apple is de nieuwste uitdaging.

Uit cijfers van de Kamer van Koophandel blijkt dat er in 2011 in Breda 450 horecazaken waren gevestigd. Vijf jaar later zijn het er 495.

Al die horeca

Al die horeca...

Waar houdt het op?

Die vraag zou de gemeente zichzelf eens moeten stellen, vindt Peter Werther. Als eigenaar van Hotel Mastbosch, maar nog meer als voorzitter van de Bredase afdeling van Koninklijke Horeca Nederland KHN, houdt hij een unheimisch gevoel over aan de explosieve horecagroei van de afgelopen jaren. Zijn advies aan het stadsbestuur: 'Hou nou eens op met alles goed te keuren!'

Crisis

"Het doet me pijn om te zien dat ondernemers, die door keihard te werken de crisis hebben overleefd, alsnog ten onder gaan vanwege die ongebreidelde vestigingsdrift.", zegt Werther.

Zijn kritiek komt niet uit de lucht vallen. Tot 2013 telt de binnenstad van Breda niet meer dan 150 horecavergunningen.

Met de komst van een nieuw bestemmingsplan verdwijnt die bovengrens. De gemeente heeft in kaart gebracht op welke locaties horeca is gevestigd. Voortaan is dat overzicht leidend.

Het maakt niet veel uit. In plaats van 150 vergunningen worden in het nieuwe bestemmingsplan de 150 locaties waar getapt mag worden maatgevend.

De groei zit 'm dan ook niet in de alcohol-gerelateerde zaken. Er is zelfs een kleine afname te zien van het aantal cafés"De grote vraag zit 'm vooral in de kleinschalige horeca, zoals koffiebars, lunchrooms en ijssalons", zegt gemeentewoordvoerder David Slager. "Speciaal voor dit soort zaken is in 2013 een nieuwe categorie in het leven geroepen: horeca 1. Die is in stelling gebracht om nieuwe vormen van horeca een kans te geven, zodat de stad aantrekkelijker wordt."

Of die 'nieuwe horeca' elkaar niet kapot concurreert is geen onderwerp waar de gemeente Breda zich in eerste instantie zorgen over maakt. "We laten dit over aan 'de markt'", zegt Slager.

Dat zal best, maar Monique van Lieverloo, regiomanager van Koninklijke Horeca Nederland, vindt het een zorgelijke ontwikkeling. "Dat klinkt allemaal heel erg liberaal: 'Laat de markt zijn werk doen en zie hoe de stad opleeft'. Maar het is ook gevaarlijk", zegt Van Lieverloo.

Als geen ander weet ze dat de tijden veranderen en dat consumenten op een gegeven moment wel uitgekeken zijn op wéér een bruine kroeg. "Maar je kunt niet elke winkel die de deuren sluit vervangen door horeca. Dat is geen oplossing voor leegstand. De markt raakt verzadigd, want je krijgt er niet automatisch meer bezoekers bij."

Bezoekers binnenstad

Daar raakt Van Lieverloo een gevoelige snaar, want uit onderzoek dat het Nipo vorig jaar presenteerde blijkt dat het aantal bezoekers aan de binnenstad van Breda gestaag afneemt. In 2012 werden er nog 1,3 miljoen bezoekers geteld, twee jaar later waren er dat bijna 300.000 mensen minder. Tot overmaat van ramp geven ze gemiddeld ook nog minder uit.

Dus dan toch maar een horecastop? Van Lieverloo heeft er wel oren naar, maar John Grijspeere, horeca-ondernemer in ruste en tot juni voorzitter van KHN in Breda, zet er vraagtekens bij. "Het nadeel daarvan is dat jong bloed geen kans krijgt. Laat ze maar concurreren. De sterkste formules blijven dan vanzelf over. En zolang ze niet allemaal van hetzelfde zijn, zitten ze elkaar ook niet in de weg."

Daar is Pu Hui van restaurant Red Apple het helemaal mee eens. Terwijl haar familie nog hard aan het werk is om de openingsdeadline te halen, constateert de Bredase horecaonderneemster dat het allemaal wel goed gaat komen. Want, zegt ze: "Als iedereen maar op z'n eigen manier zijn best doet, dan is er niets aan de hand."