IT-bedrijf Atlassian neemt 50 procent meer vrouwen aan na genderneutrale vacatures

“Ik wil het niet lastig noemen, maar goed personeel vinden is zeker een uitdaging”, aldus Feico Mol. Hij is verantwoordelijk voor het kantoor in Amsterdam waar zo’n 150 mensen werken. Atlassian is een internationaal bedrijf met zijn roots in Australië, waar werd begonnen met het ontwikkelen van software en samenwerkingstools. Wereldwijd werken er zo’n 3000 man voor het bedrijf dat vijftien jaar geleden werd opgericht.

Cultuur en waarden

“We hebben al vanaf het begin gezorgd dat we een goede strategie hebben die erop is gericht dat we mensen zoeken die passen bij onze cultuur en onze waarden. Daardoor onderscheiden we ons van onze concurrenten.”

De eigen identiteit voeren ze volgens Mol in verschillende lagen door. “We hebben een reputatie opgebouwd in de IT-branche. Dat komt doordat we producten maken die een positieve associatie opleveren, positieve merkbekendheid door online te laten zien wat we doen, hoe we successen vieren. We zijn actief op de banenmarkt. Zitten op social media, op LinkedIn. Onze recruiters zorgen dat ze daar een netwerk hebben. Niet alleen om banen op te vullen op dat exacte moment. Ze hebben een poule van mensen om zich heen die we nu nog niet nodig hebben, maar wellicht in de toekomst wel. Op het moment dat we een baan in de aanbieding hebben, kunnen we ze actief benaderen. En juist doordat we zo alom vertegenwoordigd zijn, weten mensen ons ook gemakkelijk te vinden.”

Online zichtbaarheid

Volgens de Amsterdammer is voornamelijk het online gedeelte belangrijk. “We hebben een uitgebreide sectie over wie we zijn als bedrijf, wat we doen, in wat voor mensen we geïnteresseerd zijn. Je vindt video’s, beschrijvingen. Je bent onderdeel van een wereldwijde organisatie bij ons en juist daarom vinden we diversiteit heel belangrijk. Je ras, seksualiteit, religie of leeftijd vinden we onbelangrijk. We zijn in je geïnteresseerd als jij het bedrijf wat te bieden hebt.”

Maar niks is zo belangrijk als de eerdergenoemde eigen cultuur. Daarvoor gebruiken ze bij Atlassian de zogenaamde ‘company values’, waarvan ‘Open company, no bullshit’ en ‘Don’t f*ck the customer’ er twee zijn. “We zijn transparant over hoe we beslissingen nemen. Dat wil niet zeggen dat alle 3000 mensen hun plasje daarover mogen doen, maar ze kunnen wel volgen wat er gebeurt. Als iemand een mening heeft, mag hij of zij die geven. We staan open voor discussie, dat is alleen maar mooi. Die openheid hebben we niet alleen intern maar ook extern. We zijn open naar de klant toe. Ook als ze onze software niet goed gebruiken en beter op zoek kunnen gaan naar een alternatief, bijvoorbeeld. Wij hebben de filosofie: als onze producten goed genoeg zijn, komen de klanten wel terug. En juist die eerlijkheid waarderen ze. Je bouwt een relatie op en creëert daarmee vertrouwen. Al levert dat op korte termijn niet altijd iets op.”

Pingpongtafels en zitzakken

Die cultuur is natuurlijk ook zichtbaar op het kantoor, waar pingpongtafels en zitzakken staan, waar de werkruimtes en plekken voor ontspanning van elkaar gescheiden zijn, waar voldoende vergaderruimtes zijn zodat er op meerdere plekken tegelijk ruimte is voor een videoconferentie. Er worden vrijdagmiddagborrels georganiseerd, filmavonden en dagen waarop de werknemers hun vrienden en familie mee mogen nemen naar het werk. En ook thuiswerkers komen niks tekort. Alles voor tevreden personeel. “We vinden het belangrijk dat de plek waar je het grootste gedeelte van je tijd doorbrengt, een veilige en fijne plek is. Een waar je je kunt ontwikkelen. Doordat ze in zo’n omgeving zitten, gaan ze vanzelf beter functioneren en presteren.” Daarmee werd het bedrijf tot twee keer tot uitgeroepen tot Best Multinational Workplace in Nederland.

Mol denkt dan ook dat er twee dingen zijn die andere bedrijven van hen kunnen leren. “Ten eerste: denk na over wat jij belangrijk vindt als organisatie en wat jouw mensen belangrijk vinden, waarom ze bij jou willen werken. Mensen moeten kunnen verwoorden: daarom werk ik daar. Ten tweede: maak diversiteit een van je speerpunten. Doordat er mensen met verschillende achtergronden, culturen en van verschillende sekse zijn, kun je goed samenwerken. Daardoor ontstaat er discussie. Als alle neuzen dezelfde kant opstaan, kom je niet tot iets creatiefs. Wij vierden de Gay Pride met een grote regenboogtaart en onze vacatures zijn genderneutraal. We vermijden mannelijke termen, gebruiken neutrale bewoordingen en spreken zo meer vrouwen aan. Sinds we hiermee zijn begonnen hebben we 50 procent meer vrouwen aangenomen.”