Nieuws Actueel
Amsterdamse economie groeit, maar banen blijven achter
De economie in de Amsterdamse regio groeit dit jaar met 2,6 procent zonder dat de door de crisis opgejaagde werkloosheid ook maar iets terugloopt. Dat meldt Het Parool.

In en om Amsterdam blijven circa honderdduizend personen langs de kant staan. Dat aantal stijgt dit jaar zelfs licht. Daarmee blijft de werkloosheid in deze regio voor het derde jaar op rij steken op 7,7 procent van de beroepsbevolking. En dat terwijl de economie in 2015 (2,7 procent) en 2016 (2,6 procent) gestaag groeit. Met die prognoses komen TNO, de Vrije Universiteit en adviesbureau EY vandaag in hun jaarlijkse Economische Verkenningen voor de Metropoolregio Amsterdam. Met de voor 2016 geraamde groei steekt de regio gunstig af bij de verwachting van het Centraal Planbureau voor heel Nederland, van 1,8 procent. Maar de werkloosheid blijft hier op een hoger peil dan in de rest van het land, waarvoor dit jaar een daling naar 6,5 procent wordt verwacht. Positief is dat de werkgelegenheid in deze regio voor het eerst weer op het peil van voor de crisis komt. Maar de groei in fte’s is niet groot genoeg om te zorgen voor een daling van de werkloosheid, ook al omdat de bevolking groeit en meer mensen zich aanbieden op de arbeidsmarkt, zoals forensen van buiten de regio. Daar komt bij dat de arbeidsmarkt is veranderd. Meer dan voor de crisis vangen bedrijven de groei op door deeltijders en ZZP’ers extra uren te geven. Pas als de vraag verder aantrekt, nemen ze extra personeel aan. Maar vooralsnog, schrijven de onderzoekers, is de groei van economie en werkgelegenheid te zwak om de werkloosheid te laten teruggelopen in het tempo dat tot 2008 gebruikelijk was. In Amsterdam zelf wordt voor 2016 wel een minimale daling van de werkloosheid verwacht. Met 8,4 procent blijft de werkloosheid bovengemiddeld voor de regio, maar altijd nog lager dan in Almere en Lelystad, waar de werkloosheid boven de tien procent blijft hangen. De werkloosheid is in de regio fors opgelopen sinds de crisis, vooral onder middelbaar (8,2 procent) en laagopgeleiden (13,7 procent). Uitschieter zijn de laagopgeleiden in Amsterdam zelf, waar in 2014 achttien procent zonder werk zat. Onder hoogopgeleiden is de werkloosheid voor en na de crisis min of meer gelijk gebleven.