Van woestijnbedrijf naar logistieke start-up met miljoenenomzet

Er zullen weinig dingen moeilijker zijn dan je vader vertellen dat je het familiebedrijf niet wilt overnemen omdat het in jouw ogen te weinig toekomst heeft. Avishai Trabelsi (35) deed het. Hij ging zelfs nog een stap verder. Begin 2016 verliet hij zijn vaderland Israël om een paar maanden later in Nederland een nieuw bedrijf op te richten. In dezelfde sector als het familiebedrijf, de logistiek.

Logistiek

Samen met een partner is Trabelsi oprichter van Quicargo, een internetplatform waarop bedrijven die iets te vervoeren hebben contact kunnen leggen met transportbedrijven die nog ruimte in hun vrachtwagens hebben. ‘Ongeveer de helft van de vrachtwagens rijdt helemaal of gedeeltelijk leeg over de weg’, legt Trabelsi uit. ‘Als die capaciteit beter benut wordt, is dat beter voor iedereen, en ook voor het milieu.’ Inmiddels hebben zich al 1200 vracht-aanbieders en 250 transportbedrijven aangemeld. Bij Quicargo werken nu veertien mensen. Dit jaar rekent Trabelsi op een omzet van twee miljoen euro. ‘Winst maken we nog niet. We investeren alles wat er binnenkomt.’

Transportbedrijf

‘Mijn vader heeft een transportbedrijf met 25 vrachtwagens, in een stadje in de Negev-woestijn, ongeveer een uur onder Tel Aviv. Ooit is het begonnen als een agrarisch bedrijf dat veel exporteerde. Naarmate de export daalde, nam het belang van transport toe’, vertelt Trabelsi. ‘Ik kom uit een gezin met twee broers en drie zussen, maar ik was de enige die belangstelling voor het bedrijf had. Ik ben een tijdlang manager geweest en mijn vader wilde eigenlijk met pensioen gaan. Maar volgens mij hebben dergelijke kleine bedrijven geen toekomst vanwege de toenemende kosten, het tekort aan chauffeurs en de felle concurrentie.’

Kloof

Samen met twee vrienden uit de it-sector ontwikkelde Trabelsi een internetplatform om vraag en aanbood beter op elkaar af te stemmen. ‘We hebben het in Israël getest, en het werkte, maar de kloof tussen wat ik wilde en de markt was er te groot. De Israëlische markt was er nog niet klaar voor en de markt was te klein. We hebben, zal ik maar zeggen, niet zo’n goede relatie met de buren.’ Om die reden zat er voor Trabelsi volgens zijn eigen zeggen niets anders op dan zijn huis en zijn auto verkopen, en zijn geluk elders beproeven. Trabelsi heeft geen partner en geen kinderen. ‘Ik ben met het bedrijf getrouwd’, lacht hij.

Nederland

Voordat hij zich in Amsterdam vestigde, heeft Trabelsi een paar maanden in landen als Polen, Duitsland en Groot-Brittannië rondgekeken, maar uiteindelijk koos hij ervoor om in Nederland te beginnen. ‘Op logistiek gebied is Nederland het meest ontwikkeld. Eer zitten veel heel goede bedrijven, en het heeft een klein ecosysteem waar je makkelijk een nieuw product kunt lanceren en snel relaties kunt opbouwen’, zegt hij. ‘Bovendien vormt communicatie in het Engels geen probleem en staan mensen open voor innovaties, pilotprojecten en groene oplossingen.’

Driehoekjes rijden

De transportsector heeft het moeilijk, ook nu nog, nu de economie op volle toeren draait. Sinds jaar en dag doen bedrijven hun uiterste best om het rijden met lege vrachtwagens te voorkomen. ‘Driehoekjes rijden’ heet het in de sector, proberen lading van A naar B te brengen, nieuwe vracht bij C op te pikken die weer naar A moet. De kunst zit hem erin de afstand tussen B en C zo klein mogelijk te maken. Dat is niet veranderd. Maar tegenwoordig komen daar de problemen van de toenemende files op de weg en het gestaag groeiende tekort aan chauffeurs nog eens bij.

Schommelende marges

‘De marges in de sector schommelen tussen de 1 en 2 procent’, weet Trabelsi. Op de vraag of transportbedrijven blij zijn met dienstverlening op een van de punten waarin ze zelf trachten uit te blinken, dat driehoekjes rijden, antwoordt hij: ‘Een goed punt. Met Quicargo kunnen ze geld verdienen. Extra vracht levert ze namelijk alleen maar winst op, omdat ze geen extra kosten hoeven te maken. Die vrachtwagen rijdt toch! Wij nemen ze al het extra administratieve werk uit handen.’

België en het Ruhrgebied

Trabelsi is niet de enige die er vertrouwen in heeft. Sinds de oprichting van het bedrijf hebben investeerders 1,3 miljoen euro in Quicargo geïnvesteerd. De meeste geldschieters komen uit de wereld van de logistiek of de it. Voorlopig is er genoeg geld om verder te groeien. Quicargo heeft geen wilde plannen om bijvoorbeeld snel in Amerika door te stoten. ‘We zijn inmiddels wel in België en het Ruhrgebied actief. Daar komt nu 20% van de omzet vandaan’, vertelt hij. ‘We volgen onze klanten en zij introduceren ons weer bij anderen. We willen organisch groeien.’ Trabelsi en zijn partner hebben samen nog steeds de meerderheid van de aandelen.

Startupbootcamp

Het succes van Quicargo hangt volgens Trabelsi samen met het feit dat hij drie maanden heeft meegewerkt aan het programma van Startupbootcamp Smart City Amsterdam. Dit bedrijf, onderdeel van een wereldwijde organisatie, heeft hem geholpen bij zijn onderzoek van de markt, het ontwikkelen van een strategie en het leggen van relaties met klanten en investeerders. ‘Het leek me wel slim om met zoiets mee te doen, en dat is ook bewaarheid. Alles ging veel sneller’, aldus Trabelsi. Startupbootcamp heeft zelf ook in Quicargo geïnvesteerd.

Trabelsi’s vader heeft nog steeds de zorg over het familiebedrijf. ‘Ik hoop dat hij snel iemand vindt die dat werk van hem kan overnemen’, zegt Trabelsi. ‘Maar mijn vader heeft me altijd gesteund. En hij zag al snel in dat ik gelijk had.’