In de ruimte boven de Middelburgse bolusbakkerij hangt de geur van basterdsuiker en kaneel. Aan de muur hangen familiefoto’s en voetbalshirts; op het bureau staat een mooie oude brievenbak. En er ligt een map. Het woord ‘pakbonnen’ op de kaft is overschreven met nietsverhullende kapitalen: VERBRAND/WEG.
Het is het voormalige kantoor van Peter Bliek, de derde generatie van de Veerse meesterbakkers. Zoon Julius gaat er weleens zitten als hij zich moet concentreren, meldt de PZC. Hij zat er ook op het moment dat precies een maand geleden - woensdag 24 september om 13.02 uur - brand uitbrak in de bakkerij, op hetzelfde terrein.
Ben je gek geworden?
„Ik keek naar buiten en zag ineens allemaal mensen het terrein op lopen. Ik denk: wat gebeurt er nou? Ik schoot naar beneden en hoorde iemand roepen: er is brand! Ik wilde nog een blusser pakken, maar Wilbert, onze productiemanager, pakte me vast. ‘Ben je gek geworden?’, riep hij. En toen zag ik pas hoe erg het was.”
Het gebouw staat vol rook, de bhv’ers sturen iedereen naar buiten. Julius (31) raakt in paniek. „Met Wilberts telefoon heb ik 112 gebeld, met mijn eigen telefoon belde ik mijn broer. Ik riep: het is voorbij, het is klaar, alles staat in de fik!”
Patrizio (33) is net in Vlissingen, om brood af te leveren bij strandpaviljoen Panta Rhei. „Daar ben ik nooit meer gekomen, ik ben meteen omgedraaid. Toen ik de snelweg op reed, zag ik de zwarte wolken al. Het was dus echt zo.”
Lees ook: Mourad was praktisch failliet: 3 jaar en een naamsverandering later telt zijn bakkerij 4 vestigingen
Broodbakkerij in vlammen op
Het hele hoofdgebouw, waarin de broodbakkerij is gevestigd, gaat in vlammen op. De naastgelegen bolusbakkerij en de glutenvrije bakkerij blijven gelukkig gespaard. Vanaf dat moment leven de Zeeuwse broers in een roes. Het ongeloof bij de aanblik van de brandende bakkerij, brandweerwagens die overal vandaan kwamen, collega’s die elkaar huilend in de armen vallen, de telefoon die roodgloeiend staat.
En dan opa Piet, die het terrein op komt rijden, 83 jaar. Helemaal uit Veere. „Hij blééf maar naar de vlammen kijken”, zegt Julius. „Dat was zo erg. Het is zijn bedrijf hè? Zijn kindje. Hij komt nog elke dag. En dan ziet hij het afbranden. Op een gegeven moment heb ik hem maar mee naar boven genomen. Ik kon het niet langer aanzien.”
Wat er bij brand in onderneming komt kijken
Het terrein stroomt vol met werknemers die niet ingeroosterd zijn, maar toch komen. Zelfs mensen die eigenlijk vakantie hebben. Gewoon omdat ze wilden dat ze iets konden doen, ook al is dat niets. Zo rent Patrizio nog in een onbewaakt moment het pand in via de achterkant. „Ik dacht ineens: onze server, alle data! Ja, stom natuurlijk. Pure paniek. De brandweer heeft me gelijk teruggestuurd.
De dag na de brand is Julius gaan bellen - en daar is hij tot op de dag van vandaag niet mee gestopt. „Wat er allemaal bij komt kijken, niet normaal. Ik ben gelijk mijn netwerk ingedoken voor een tijdelijk onderkomen, want ik wist: als we niet snel weer brood gaan bakken, raken we grote klanten kwijt. Dat konden we er niet bij hebben.”
Extra tandjes bij zetten
Gelukkig is er ook steun. Een telefoontje van de Commissaris van de Koning (‘Hugo de Jonge hier, kunnen we even bellen?’), de burgemeester die belooft er alles aan te doen om het familiebedrijf de 100 jaar te laten halen. Een bakker uit Utrecht die een snijlijn brengt, bakker Koppejan die ruimte aanbiedt in Meliskerke.
En weer die fantastische medewerkers. Mensen als Peter en Dick die nog door vader Peter werden aangenomen, maar ook alle Poolse en Oekraïense collega’s die er vaak al jaren werken, die nu al weken extra tandjes bij zetten. Langer doorwerken, soms vrije dagen opofferen. Ze doen het allemaal zonder morren.
Julius en Patrizio: ‘We zijn er vol gas ingestapt’
Ook Julius en Patrizio gaan door. Ze moeten wel, eigenlijk al 2,5 jaar sinds hun vader Peter overleed. De broers stonden van de ene op de andere dag voor de keuze om het familiebedrijf voort te zetten. Patrizio werkte er al, Julius zegde er zijn internationale profvoetbalcarrière voor op. „We zijn er vol gas ingestapt”, vertelt Patrizio. „We hadden net alles op de rit, de cijfers waren goed, de dag voor de brand behaalden we de hoogste score ooit van een belangrijk kwaliteitscertificaat. En dan gebeurt er dit.”
Ik breng een hoop stress mee naar huis. Dat is niet goed
Julius Bliek
Inmiddels zijn er perspectieven. Er is een tijdelijk onderkomen gevonden aan de Diodeweg, net aan de andere kant van bedrijventerrein Arnestein en de verzekering heeft groen licht gegeven. Over een paar weken verhuist de bakkerij daar naartoe. Vanaf dat moment kan alles weer gebakken worden. Zelfs de beroemde boluscakes keren terug in de winkels.
Lees ook: Laura heeft met 5,3 vierkante meter kleinste bakkerij van Nederland: ‘Alles zelf in elkaar geklust’
Dertig weken zwanger
En het belangrijkste: ze kunnen dan weer brood leveren aan afnemers als de Sligro. Wanneer de tijdelijke bakkerij draait, gaan de broers zich focussen op herbouw. Julius: „Iedereen zegt: jullie gaan uiteindelijk een mooie nieuwe bakkerij bouwen, maar zover is het echt nog lang niet. En we hebben er niks aan als we geen handel meer hebben. Daar lig ik nog steeds wakker van, ja. En ik heb al weinig geslapen de laatste tijd.”
De brand heeft grote impact op de levens van de broers. Patrizio heeft een kleine van zes maanden, de vriendin van Julius is 30 weken zwanger. „Ik breng een hoop stress mee naar huis. Dat is niet goed.”
Broers elke dag dankbaar
Toch heeft zo’n crisis ook een mooie kant: de broers weten wat ze aan elkaar hebben. En dat is veel. „We vullen elkaar goed aan”, zegt Julius. „Dat bleek nadat pa was overleden, en dat blijkt nu weer. Dat is waardevol.”
Waardevoller dan alles wat ze bij de brand zijn verloren. Die machines komen wel weer. Alles wat werknemers in hun kluisje hadden gelegd, is vergoed via een crowdfunding. Patrizio: „De prijsbekers zijn we kwijt, dat is jammer, net als de oude foto’s van onze vader en opa. Maar hee: er is niemand gewond geraakt.”
Zo tellen de broers elke dag hun zegeningen. „We hebben veel om dankbaar voor te zijn. Elk stapje dat we zetten, hoe klein ook. Uiteindelijk komt dat nieuwe pand er ook, dat weet ik zeker. En dan zijn we misschien wel sterker dan ooit tevoren.”