Nieuws Actueel
Balengebouw Enschede heeft weer een bewoner
Voor het eerst sinds 1973 heeft het Balengebouw weer bewoners. De twintig medewerkers van architectenbureau Leijh, Kappelhoff, Seckel, Van den Dobbelsteen, kortweg Lksvdd, nemen vandaag hun intrek op de tweede en derde verdieping van het iconische gebouw in Roombeek. Een artikel in De Twentsche Courant Tubantia.

"We laten het gebouw zoals het is", zegt Hans van den Dobbelsteen. De betonnen muren, met opgevulde gaten, het ruwe metselwerk en de metalen steunen en balken die er in werden gezet om een theater te bouwen zijn prominent aanwezig. "Dat moet, want dit is een gebouw met een verhaal", aldus Van den Dobbelsteen.
Inspirerend gebouwHet architectenbureau zat jarenlang in Hengelo, in de Telgenflat. "1.000 vierkante meter hadden we, en dat was te veel. We wilden wat anders. Toen kwamen we hier." Van den Dobbelsteen en zijn partners vielen meteen voor het Balengebouw. "Een inspirerend gebouw, met open ruimten en goede buren. Daar ging het ons om. Volgens ons is dat hier allemaal aanwezig." Hij weet nog niet precies wat hij van zijn 'buren' moet verwachten: een uitzendbureau en De Twentsche Courant Tubantia. "Het wordt vast heel mooi."
Authentieke uistralingMedewerkers van het architectenbureau plaatsen tafels, bouwen kasten op, verplaatsen maquettes en testen de computersystemen. Het interieur past bij de uitstraling van het gerenoveerde gebouw. "We hebben niets nieuw gekocht. Dit kan hier prima." Dat blijkt: de balie is deels gemaakt van keukendeurtjes, inclusief handgrepen, en voor een tafel verderop zijn ook een stuk of acht keukendeurtjes als blad gebruikt. Het past allemaal uitstekend.Het Balengebouw, van de voormalige textielfabriek de Bamshoeve, stamt uit 1907 en was opslagplaats voor katoenbalen. Het vervoer van en naar de opslagplaats ging per trein. Het pand lag aan de spoorlijn Enschede-Lonneker.
FaillissementDoor het faillissement van de katoenspinnerij in 1973 raakte het Balengebouw in verval. De vuurwerkramp in 2000 betekende bijna het einde. Besloten werd het fabriekspand door Bjarne Mastenbroek en Rem Koolhaas te laten ombouwen tot Jan Cremer-museum. Dat kwam er uiteindelijk niet, waarop John Landewé en Huub Punte het gebouw overnamen.
Foto: Lars Smook