Directeur-grootaandeelhouders (dga’s) die meer dan 500.000 euro lenen bij hun eigen bedrijf moeten daarover belasting gaan betalen. De maatregel zal 23.000 dga’s gaan treffen en zal eenmalig het bedrag van 1,8 miljard opleveren. Op 2022 gaat de nieuwe belasting in. Dat betekent dat dga’s met een schuld van 500.000 euro of meer nog drie jaar de tijd hebben om die schuld af te lossen. Wat ze kunnen doen om dit te omzeilen is hun schuld omzetten in een winstuitkering, wat betekent dat ze er 25 procent belasting over moeten betalen. Een percentage dat bovendien vanaf 2021 wordt verhoogd naar 26,9 procent.
Lees ook: Prinsjesdag: de drie bittere pillen voor ondernemers
Hot topic
Bij klanten van Arjo Van Eijsden, belastingadviseur van EY, is de dga-taks een hot topic. “Heel terecht, want er kan voor hun positie heel veel gaan veranderen. Het is niet voor iedereen mogelijk om de lening af te lossen. Doen ze niets, dan wordt er sowieso belasting geheven. Er hangt hen een zwaard van Damocles boven het hoofd.”
Harde maatregel
Van Eijsden noemt de dga-taks een harde, rigoureuze maatregel, waar het laatste woord nog niet over gesproken is. “Ik sluit zeker niet uit dat er een aanpassing komt. Er is vanuit tal van organisaties zoveel kritiek dat het nog valt te bezien of de maatregel zoals hij nu op papier staat wordt ingevoerd en zo ja: in welke vorm.” Om het simpele feit dat het kabinetsvoorstel nog niet als zodanig is aangenomen, is Van Eijsden vooral bezig zijn klanten te informeren en nog niet te adviseren. “Er zijn zoveel verschillende scenario's mogelijk.”
Lees ook: Prinsjesdag: drie meevallers voor ondernemers
Twee opties tot aflossing
Hij legt uit dat er grofweg twee opties zijn om de schuld af te lossen: met privémiddelen - bijvoorbeeld door die voor privédoeleinden aangeschafte boot of dat vakantiehuis te verkopen - of met vrije reserves uit de vennootschap, die je aan jezelf uitkeert als dividend. De nadelen van die tweede optie zijn echter dat je inkomstenbelasting gaat betalen over het geld dat je uit de bv haalt en dat je dat geld niet kunt gebruiken voor investeringen.
Consumptieve bestedingen
Van Eijsden kan zich goed voorstellen dat de maatregel beperkt wordt tot de schulden die enkel betrekking hebben op consumptieve bestedingen. Het gaat dan om vakanties met het gezin, etentjes, de auto, geld dat op gaat en waar niets tegenover staat. Met leningen die zijn afgesloten voor het aanschaffen van een huis of een vakantiehuis lijkt niet zoveel mis, aldus Van Eijsden. “De lening voor de eigen woning is de enige uitzondering die de staatssecretaris maakt, maar dat lijkt vanwege het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek vanaf volgend jaar vooral een sigaar uit eigen doos.”
Alleen nieuwe schulden
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs schrijft in een reactie op het kabinetsvoorstel dat de nieuwe regeling enkel zou moeten worden toegepast op schulden die vanaf een bepaalde datum zijn ontstaan. Zet het kabinet door en gaan ze ook ‘oude’ schulden belasten, dan vraagt de Orde hen onder meer om de regeling te beperken tot consumptieve bestedingen en schulden door het aanschaffen van onroerende zaken en effecten uit de wind te houden.