Beurzen kelderen, economie bloeit

Alles gaat omlaag deze dagen. De beurzen gaan onderuit, de olieprijs ook. Beleggers zetten zich schrap voor een nieuwe recessie. Is dat nodig?

De negatieve stemming is opmerkelijk, om niet te zeggen verbijsterend. Want wat is er nu anders dan op 31 december 2015, toen de beurs het jaar afsloot met een kleine rally? Er is geen recessie of oorlog.

Sterker nog: in Nederland gaat het met de dag beter. Economische instituten, banken en andere voorspellers tuimelen over elkaar heen om de verwachte groei van de Nederlandse economie te verhogen. De Eerste Kamer gaf net voor de jaarwisseling nog haar zegen aan een lastenverlichting voor de burgers van 5 miljard euro. De olieprijs daalt alleen maar verder.

Allemaal meevallers en dat is nog niet alles. De massaontslagen bij winkelketens doen anders vermoeden, maar de werkloosheid daalt toch echt. De huizenprijs stijgt en de almaar dalende rente op de hypotheek zorgt voor lagere maandlasten. Allemaal goed voor de portemonnee en daarmee voor het humeur. Consumenten zijn optimistisch en dat betekent dat het geld weer rolt.

Het bedrijfsleven heeft de wind ook mee. De euro is zwak, goed voor de export. Dus wie maakt ons wat? Het buitenland? De Verenigde Staten groeien door. China en de andere opkomende landen kwakkelen wel. Maar in Europa wordt het herstel krachtiger. Zelfs een recessie in China betekent niet meer dat ook hier de boel meteen inzakt. Natuurlijk kunnen de Duitsers dan minder Mercedessen en BMW's kwijt in China. Maar wel meer in Europa. Wie weet kunnen zelfs de Grieken ze over een tijdje weer betalen.