Nieuws Actueel
Filmwinkel Cine qua non sluit noodgedwongen
Filmwinkel Cine qua non houdt ermee op. De eigenaar is ernstig ziek, schrijft Het Parool. 'Het is erg, ja. Omdat ik doodga, maar ook omdat ik van de winkel hou.'

Eric Ipenburg trekt zijn T-shirt omhoog. "Kijk, dit is mijn stoma." Terwijl de vraag alleen maar was waarom zijn winkel moet sluiten. Ipenburg heeft darmkanker dus, wil hij er maar mee zeggen. Niet lang meer te leven. "Het kan een paar weken zijn, misschien nog wel een paar maanden. Maar dood ga ik." Vriend Peter Zegveld lacht hard en zegt: "Godverdomme, man." Ipenburg haalt zijn schouders op: "Je kunt er maar beter open over zijn, iedereen ziet dat er iets onder mijn shirt hangt, toch?"
Cine qua non is een begrip in de wereld van de filmverzamelaars. Hartje Amsterdam, halverwege de Staalstraat. Al jaren, 35 om precies te zijn. Maar nu moet de zaak dus sluiten. Tot Ipenburgs grote verdriet. "Het is erg, ja. Omdat ik doodga natuurlijk. Maar ook omdat ik van deze winkel hou."
PlofboxHet is druk, deze zaterdagmiddag. De deuren staan open maar de zaak is dicht: tientallen genodigden komen afscheid nemen. Van de winkel, welteverstaan. Maar ook een beetje van Eric, zegt een van de aanwezigen. Er wordt muziek gemaakt en gesproken en Zegveld speelt een riedeltje op zijn plofbox. Experimenteel geluid, geheel in lijn met de artistieke voorkeuren van Ipenburg.
Want Cine qua non is niet per se een gemakkelijke winkel. Posters te over, de filmboeken puilen van de planken aan de muur. Maar wie een affiche zoekt van een popcornfilm, die zal hem hier niet vinden. Experimentele films uit duistere landen, daarin onderscheidde de winkel zich. Michael Helmerhorst, die uit liefde voor de film af en toe 'een beetje hielp' weet nog dat allerlei beroemde Slowaakse filmers speciaal voor Cine qua non naar Amsterdam kwamen. "Laatst nog, kwam er een cameraman uit Joegoslavië, die kocht zomaar een boek voor 85 euro."
WijnDe sfeer zaterdagmiddag is goed, uitgelaten. Ipenburg wordt geknuffeld. Voorzichtig informeert het bezoek steeds of hij nog wel wijn drinkt. Wanneer de bevestiging is gekomen, halen mensen ingepakte flessen tevoorschijn.
Regisseur Pieter Verhoeff doet waar hij goed in is: hij maakt een film van de middag. Met zijn camera volgt hij Ipenburg, met wie hij bevriend is, op zijn afscheidsronde door de winkel. Een prachtige winkel, noemt Verhoeff Cine qua non. "Niet dat ik hier de deur platliep overigens. Ik ben niet zo'n verzamelaar."
Rekje ansichtkaartenZegveld zal de winkel missen. "Kijk nou toch, dit is toch pure nostalgie." En over Ipenburg: "Die man die ís het verleden, gestold als filmposter."
Zakelijk waren de laatste jaren niet de allergemakkelijkste, zegt Ipenburg zelf. Internet bleek voor fanaten een efficiëntere concurrent in de zoektocht naar filmparafernalia. Alleen op bijzondere stukken kon de winkel niet meer draaien. "Het zijn ook steeds meer toeristen, die hier door de straat sjouwen. Ik heb mijn zaak dus noodgedwongen beetje bij beetje moeten aanpassen om te overleven. Ansichtkaarten in een rekje voor de deur, bijzondere etalages om de klant verder de winkel in te lokken."
Altijd armHet ging zo goed en zo kwaad als het ging, zegt Ipenburg. "Winkeltje spelen, kennelijk was ik er redelijk goed in. Hoewel het geen vetpot was, het ging nog nét. In principe was ik altijd arm."
Nog een maand of twee blijft de winkel open. Voor de omvangrijke collectie kauwgomplaatjes, misschien wel honderdduizend, heeft Ipenburg een nieuwe bestemming gevonden: die gaan naar een museumpje in Noord-Scharwoude.