Tilburg, najaar 1917
Weverszoon en wolstoffenwever Henricus Jacobus Clijsen, vader van vier kinderen, wordt naar de directiekamer van de Thomas de Beerfabriek geroepen (waar nu Museum De Pont is gevestigd). Hij krijgt promotie: Henricus mag leiding gaan geven aan een nieuwe afdeling, maar de Tilburger bedankt vriendelijk, verhaalt het Brabants Dagblad.
De 35-jarige Henricus begint een eigen fabriek. Op 4 juni 1918 opent hij de Wolmalerij H.J. Clijsen aan de Van Hogendorpstraat, met als kloppend hart twee grote lompenmolens die oude kleren fijnmalen voor hergebruik.
Tilburg, voorjaar 2025
Directeur Jeroen van Leerdam en zijn zoon Joris geven een rondleiding door het fabriekje aan de Dijksterhuisstraat waar machines Spaanse wol en katoen verwerken voor een Zweedse klant. Hun bedrijf heet Havivank, maar op de gevel prijkt groot de naam H.J.Clijsen Kunstwolfabriek.
Het draait er nog altijd om vezels, die op een speciale manier in laagjes worden geperst en gehecht. Deze techniek heet non-woven. Het product gaat vanuit Tilburg de hele wereld over, en wordt met name verwerkt in luxere matrassen.
Mijn ouders en grootouders leefden gedisciplineerd en uiterst zuinig
Harrie Clijsen
Ooit uniformen groenteafdeling van Lidl
Tussen 1917 en 2025 schuilt een heel verhaal, verbonden met de Tilburgse textielhistorie. Daarover later meer. Nu terug naar Jeroen van Leerdam. Hij staat voor een groot rek met daarin 350 kleine potjes, allemaal gevuld met monsters van vezels. Groene vezels. „Dat waren ooit uniformen van de groenteafdeling van de Lidl.” Blauwe: ooit bekleding van NS-treinstellen. De eigenaar pakt een potje met bruine hele zachte haartjes: „Dit zijn de duurste: vicuña!”. Deze alpaca-achtige dieren worden hoog in de bergen van Zuid-Amerika gehouden.
In het fabriekje aan de Dijksterhuisstraat kunnen al die verschillende vezels naar wens van de klant worden verwerkt, samen met wol, die Jeroen van Leerdam uit Nieuw-Zeeland haalt. „Vanwege de mooie kwaliteit.”
Geschiedenis ‘Kunstwolfabriek H.J. Clijsen’
Hoe anders was dit in de tijd van oprichter Henricus Clijsen. Hij verliet de Van Hogendorpstraat en bouwde verder aan zijn toekomst met een nieuwe fabriek aan de Oude Molenbochtstraat (die later Dijksterhuisstraat zou gaan heten), waar hij zijn nieuwe bedrijf ‘Kunstwolfabriek H.J. Clijsen’ opende. Hij produceerde er dekens en kunstwol, een gerecycled product gemaakt van wollen textielafval, dus niet rechtstreeks afkomstig van schapen.
De dekens werden geen succes, het kunstwol-avontuur wel. De twee zonen van Clijsen zetten het bedrijf voort. Na verloop van tijd rolde er zo’n vijfentwintig ton per week uit de machines, voornamelijk bestemd voor de strijkgarenfabrikanten in de stad.
Het was altijd keihard werken, herinnert kleinzoon Harrie Clijsen zich. „Mijn ouders en grootouders leefden gedisciplineerd en uiterst zuinig.”
Niet weg te slaan uit het textielbedrijf
Op de kaft van het onlangs verschenen boek Uitproberen en doorzetten over de historie van dit Tilburgse textielbedrijf staat een foto van een grote vrachtwagen, beladen met enorme balen. Het raam aan de passagierskant staat open: een jongen heeft zijn arm losjes op de vrachtwagendeur hangen en kijkt recht in de camera. „Dat ben ik”, zegt Harrie. „Als kind was ik bijna niet weg te slaan uit het bedrijf.” Later zou hij er zelf leiding geven.
(Lees verder onder de foto hoe textielbedrijf Clijsen wist te overleven)
Maar voordat het zover was, zag hij zijn vader Piet zoeken naar mogelijkheden om het hoofd boven water te houden in de textielindustrie die, mede door de concurrentie van lageloonlanden, enorm inzakte. En die oplossing vond hij na de nodige kopzorgen in non-woven, materiaal dat in de loop der jaren gebruikt zou worden in bijvoorbeeld schoudervullingen voor dameskleding, slaapzakken, ondertapijt en matrassen. ‘Kunstwolfabriek’ bleef op de gevel staan, maar het bedrijf heette voortaan Havivank.
De titel van het boek, het uitproberen en doorgaan, geldt voor ons ook nog alle dagen
Jeroen van Leerdam
Carrière buiten het familiebedrijf
Het was een zeer moeilijke tijd, herinnert Harrie zich: „Toen ik een keer thuiskwam, trof ik mijn vader aan in de vensterbank, somber naar buiten starend. ‘Er komt helemaal niks binnen, jongen. Helemaal niks. We gaan het niet redden. Zo slecht ging het op dat moment.’”
De scène is opgetekend in het boek ‘Uitproberen en doorzetten’, dat er kwam op initiatief van Piet Hein Clijsen, achterkleinzoon van oprichter Henricus. Deze nazaat koos voor een carrière buiten het familiebedrijf, dat in 2000 werd verkocht.
Huidig directeur Jeroen van Leerdam: „De titel van het boek, het uitproberen en doorgaan, geldt voor ons ook nog alle dagen. Net zoals we nog altijd voortborduren op gerecyclede vezels.”