Nieuws Detailhandel
Jonge ondernemer zet miljoenen om met vlaggenmastkerstbomen
Op zijn dertiende handelde Jeroen Achterhuis al in quads, nu is hij als 27-jarige verantwoordelijk voor een bedrijf met vijftig werknemers en een omzet van bijna 20 miljoen euro. Een aanzienlijk deel daarvan komt uit de verkoop van de ‘vlaggenmastkerstboom’, de Fairybell. Hij leerde het vak van zijn vader aan de keukentafel.

Jeroen Achterhuis (27) verkoopt met zijn bedrijf Hemsson/Arli onder meer vlaggenmastkerstbomen. Foto: Lenneke Lingmont
Je ziet ze in adventstijd overal staan. In tuinen van woningen, bij bedrijven en voor publieke gebouwen: ‘kerstbomen’ met een vlaggenmast als stam. Het eerste model had twaalf jaar geleden nog twee kunststof ringen om een kegelvorm te creëren, maar het product is inmiddels zo ver doorontwikkeld dat die ringen niet meer nodig zijn.
Meer dan twintig modellen
„Vlaggenmastkerstboom dekt de lading allang niet meer”, zegt Jeroen Achterhuis in gesprek met het AD. „We hebben inmiddels meer dan twintig modellen en leveren er masten in verschillende lengtes bij.” Wat weinig mensen weten is dat de vlaggenmastkerstbomen, die de hele wereld over gaan, in Almelo worden gemaakt en aan een keukentafel in Wierden zijn bedacht.
Die keukentafel stond bij de familie Achterhuis. Jeroen Achterhuis’ vader, Hems is de geestelijke vader van de kerstboom met stroken lampjes. Het basisidee bedacht Achterhuis sr. in samenspraak met Joep Gierveld, uitvinder van de klapschaats en oprichter van de schaatsenfabriek Raps.
Zelf markt gecreëerd
„Mijn vader had zijn kledinggroothandel verkocht en begon vanuit huis met de verkoop van de Fairybells. Toen ik een jaar of 19 was, hebben we het samen opgepakt. Het bijzondere is dat we zelf een markt hebben gecreëerd voor een compleet nieuw product. De eerste klanten waren Intratuin en Aermast, de producent van vlaggenmasten hier in Almelo.” Nu worden de Fairybells in heel Europa, Noord-Amerika en Azië verkocht.
Handelsgeest kan Achterhuis jr. niet worden ontzegd. Hij zit nog op de havo als hij een handeltje in uit China geïmporteerde quads begint. Hij slaagt erin enkele tientallen van deze vierwielige crossmotoren te verkopen. Al was de verkoop volgens Jeroen Achterhuis juist een succes omdat hij met ‘een straatversie’ van de quad kwam, ‘eentje met sportvelgen en platte banden.’
Over de ervaringen die hij als puber opdoet schrijft hij in die dagen een boek: Handel met China, stap voor stap. „Er bleek uiteindelijk geen uitgever geïnteresseerd. Dat had misschien ook met mijn leeftijd te maken. Toen ben ik het zelf maar gaan uitgeven. Ik heb toch nog tussen de vijfhonderd en duizend van die boekjes verkocht.”
Met 17 jaar zijn eigen bedrijf
Omdat hij zelf een concept wil opzetten, richt Jeroen Achterhuis op zijn zeventiende zijn eigen handelsbedrijf op: Backhouse Products. Het bedrijf verkoopt kunststof reclame-uitingen die op een mast kunnen worden aangebracht. „Ik wilde laten zien dat ik het ook alleen kon. En toen zaten mijn vader en ik dus met de laptop van elk ons eigen bedrijf aan aan de keukentafel.”
Als Achterhuis jr. niet lang daarna besluit een eigen bedrijfsruimte betrekken, trekt vader Hems er met Hemsson bij in. „Ik heb toen eerst de webshop uitgebouwd, van waaruit we de Fairybells ook zelf konden verkopen. Een paar jaar terug is mijn vader eruit gestapt en heb ik het bedrijf overgenomen.”
"Ik wilde laten zien dat ik het ook alleen kon"
Productie van China terug naar Twente
Één van zijn eerste stappen is de productie van de Fairybell-kerstbomen van China terughalen naar Twente. „Ik vond dat onze producent daar te veel bepaalde, we werden te afhankelijk.” De productie gebeurde in China handmatig, maar dat is qua loonkosten in Nederland geen haalbare kaart, beseft Achterhuis. „Ik heb toen in 3D een schets van een machine gemaakt die het werk kon doen. Met die tekening als basis is er toen speciaal een machine voor ons gebouwd.”
En zo gebeurt de productie alweer sinds drie jaar in een bedrijfshal in Almelo, waar zes vaste krachten en gemiddeld vier inleenkrachten van de sociale werkvoorziening de Fairybells assembleren.
De tekst gaat onder de foto - showroom met kerstboomlampjes van de Fairybell - verder.
Met Hemsson richt Jeroen Achterhuis zich ook op nieuwe productgroepen. Onder de merknaam Gacoli gaat hij buitenverlichting verkopen en met Ted Sparks brengt hij geurkaarsen, geurstokjes, handzeep en roomsprays op de markt. De producten vallen op door hun luxe uitstraling en verpakking. Jeroen Achterhuis: „Wij zijn met Hemsson merkenbouwers.”
Afgelopen herfst volgt er opnieuw een opvallende stap: Hemsson fuseert met de Arli Group uit Enschede, groothandel in bed- en keukentextiel. Ook Arli, het bedrijf van Ariën de Winter, heeft bekende merken als Cinderella en Damai (bedtextiel), Seahorse (bad- en strandtextiel) en DDDDD (keukentextiel) in het assortiment.
Alleen aan het roer
Albert Koops en Vincent Pieterson, oprichters van investeerder AVerest Capital uit IJsselstein, fungeren als ambtenaren van de burgerlijke stand. AVerest verwerft de meerderheid van de aandelen van het nieuwe handelsbedrijf. Ariën de Winter van Arli stapt uit maar blijft als minderheidsaandeelhouder, net als Jeroen Achterhuis, die de leiding krijgt.
Altijd alles zelf bepaald en nu een investeerder die ook zo zijn rendementseisen stelt als partner - ‘15 procent van het geïnvesteerde vermogen’, schreef het FD. Is dat niet erg wennen voor Jeroen Achterhuis? Hij ziet meer voor- dan nadelen. „Albert en Vincent zijn geen spreadsheetboys, maar echte ondernemers. Ze brengen ons in andere netwerken en in contact met nieuwe potentiële klanten.”
Hemsson en Arli groeien dit jaar samen met meer dan 20 procent. „De omzet gaat richting 20 miljoen”, zegt Achterhuis. „Beide bedrijven blijven voorlopig apart van elkaar opereren, maar ik zie wel synergie. We hebben deels dezelfde klanten en ik zie kansen. Door de fusie kunnen we internationaal sterker worden. Arli heeft een sterk geautomatiseerd magazijn in Gildehaus, van waaruit ze grote klanten als Wehkamp bedienen. Dat is een mooie basis.”