Omoda bestaat op de kop af 150 jaar; begonnen als schoenmakerij in Burgh door Laurens Jan Verton. Het bedrijf is uitgegroeid tot een onderneming met meer dan 900 medewerkers, 65 fysieke winkels en een webshop met een complete kledinglijn. Inmiddels staat de vijfde generatie aan het roer van het familiebedrijf, klaar voor een volgende stap in de toekomst. PZC sprak met Jan Baan.
Elon Musk ligt ook op de vensterbank
Stapels boeken over bedrijfsculturen, ook Elon Musk ontbreekt niet, op de vensterbank van het directiekantoor onthullen iets over de persoonlijke drive van Jan Baan. „Alles wat hier ligt, heb ik gelezen.” Aan de muur hangt een eenvoudig wit shirt ingelijst. „Het allereerste kledingstuk dat ik kon aanklikken, toen wij in 2021 live gingen met kleding bij Omoda.”
Met z’n 32 jaar begrijpt Baan als geen ander hoe belangrijk het is om online goed voor de dag te komen. „Het moet voelen alsof je één van de winkels binnenstapt.” In beide gevallen is een persoonlijke benadering essentieel, legt hij uit.
Wij verkopen niet iets omdat het goedkoop is, want wij zijn niet goedkoop
Jan Baan algemeen directeur Omoda
„Het gaat er uiteindelijk om dat je iets kiest wat goed bij je past. Dat is een stukje van je identiteit. Daarmee kom je bij de kern van mode. Wij verkopen niet iets omdat het goedkoop is, want wij zijn niet goedkoop. Wij verkopen iets omdat wij er van overtuigd zijn dat wij, net iets beter dan andere bedrijven in onze markt, onze klanten kennen.”
Met de stap naar kleding in 2021 verlegde Omoda ook de focus van een afzonderlijk artikel naar een complete outfit. Baan: „Nu gaat het er om, hoe kunnen we die collectie voor de klant tot leven wekken? En hoe kunnen wij ervoor zorgen dat we die klant dichter bij het antwoord brengen op de vraag ‘wat trek ik aan’?”
Omoda gebruikt data en AI voor persoonlijk advies
Daarvoor maakt Omoda gebruik van datagegevens en kunstmatige intelligentie (AI). De website trekt dagelijks 200.000 tot 300.000 klanten. Die laten allemaal hun sporen achter, legt Baan uit. „De klant klikt op drie verschillende outfits, kijkt een filmpje, koopt iets, retourneert iets. Als je dat honderd keer doet, beginnen we best goed te snappen wat jouw stijl is.”
Maar daar stopt het niet voor Omoda, gaat de directeur verder. „Als wij vervolgens weten wat je niet hebt gekocht en geretourneerd, kunnen we jou ook een advies geven. Zoals die verkoper in een goede boetiek: dit is wat bij je past en dat niet. Het antwoord op de vraag wanneer je ’s ochtends voor die spiegel staat.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Baan gaat daarin zelfs nog een stapje verder. Stel nou dat je in de toekomst (anoniem) je digitale agenda zou koppelen aan de data van Omoda, dan kan je voor iedere specifieke gelegenheid een kledingadvies ontvangen. „Dan kunnen wij dus de persoonlijke stylist van onze klanten zijn.”
Dit lijkt ver gezocht, maar het sluit volgens Baan juist naadloos aan bij de aloude bedrijfsfilosofie. Laurens Jan Verton begon 150 jaar geleden immers met zijn schoenen op maat en naar smaak van de klant. „Het gaat er bij ons niet om dat je 30 procent korting kunt krijgen op een artikel, maar dat je iets koopt wat bij je past. Dit zit diep in ons dna.”
Online versterkt winkels, maar winkels versterken online enorm!
Jan Baan algemeen directeur Omoda
Zelfs met 65 fysieke winkels in Nederland, en één in Antwerpen, blijft de online verkoop verreweg het belangrijkste. Omoda haalt daar, aldus Baan, 70 procent van z’n omzet uit. Maar al het kantoorpersoneel is verplicht minimaal twee dagen per jaar in de winkel te werken. „Dan kom je er pas achter wie die klant nou écht is. Online versterkt winkels, maar winkels versterken online enorm! Mede daarom hebben we de afgelopen acht maanden achttien nieuwe winkels geopend.”
Lees ook: 3 merken, 4 winkels, 50 medewerkers: zo bouwt Eddy Kloes zijn retail-imperium
Baan koestert de voorgeschiedenis van het familiebedrijf. „We staan als vijfde generatie op de schouders van vier generaties. Een grote verantwoordelijkheid. Onze voorgangers hebben allemaal vanuit hun eigen tijd en overtuiging een bepaalde bouwsteen gelegd voor wat het bedrijf vandaag de dag is.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Laurens Jan Verton begon in 1875 met zijn één-op-één schoenmakerij en thuisbezorgservice. Zijn zoon voegde daar een bescheiden winkel aan huis aan toe. (Klein)zoon Lourus Jan (Louw) opende vervolgens samen met zijn vrouw Mina in 1961 de eerste, echte schoenenwinkel in Zierikzee. En hun zoons Lourus jr. en Wilhelm waagden de stap met vestigingen in de regio buiten Schouwen-Duiveland en lanceerden in 2000 het Omoda-concept (Italiaans voor ‘mode’). Daarmee zetten ze een eigentijdse merkenwinkel neer en verdwijnt de familienaam van de gevels. In 2007 gaat Omoda ook online.
Ruimte geven aan de volgende generatie
Afgelopen week werd bekend dat Wilhelm zijn aandelen in het bedrijf heeft verkocht aan de vijfde generatie: Lourus Jan Verton, zijn zus Marlinde en haar echtgenoot Jan Baan, die Omoda leiden samen met hun (schoon)vader Lourus Verton. En ook die jongste generatie voegt nu dus met de verbreding naar kleding en het gebruik van moderne technieken een belangrijke bouwsteen toe.
Het besef dat wij op de lange termijn alleen kunnen blijven bestaan door mee te gaan met de ontwikkelingen van vandaag de dag
Jan Baan algemeen directeur Omoda
Baan: „Elk van die fases wordt onderdeel van je bedrijfscultuur. Het mooie is dat het een familie is met enerzijds enorm veel passie voor het vak. Dat uit zich af en toe in discussies over een bepaalde richting die we ingaan. Heel logisch, dat is goed. Maar aan de andere kant is er het besef dat wij op de lange termijn alleen kunnen blijven bestaan door mee te gaan met de ontwikkelingen van vandaag de dag. Om dat te kunnen doen, moet je ruimte geven aan de volgende generatie of andere personen binnen het bedrijf die een bepaalde kennis meebrengen. En die vrijheid is er zeker!”
Voor de kortere termijn ziet de directeur voor Omoda vooral kansen met een verdere uitbouw van de kledinglijn en een verbreding van het aanbod met ‘bijzondere parfums’ en een categorie sport. En het hoofdkantoor? „Dat blijft gewoon in Zierikzee. De grond rondom ons gebouw is van ons, dus we kunnen hier voorlopig nog genoeg uitbreiden.”