Actueel

'Dit restaurant heeft beide Wereldoorlogen overleefd'

beeld deondernemer
Leestijd 3 minuten
Lees verder onder de advertentie

Lees ook: Oudste Indonesische restaurant in Nederland sluitAls alle gasten zijn vertrokken doet gastheer Peter Felix, sedert 2001 betrokken bij het restaurant en sinds 2009 uitbater, de deur dicht. Voorgoed. "Met mijn vrouw Rosita en onze medewerkers hebben we er echt álles aan gedaan, maar de stekker moet eruit. Ik heb me daar vorige week al stilletjes bij neergelegd. Het is zoals het is. Maar door de enorme belangstelling van de radio, de krant en de televisie komt het nu pas écht bij me binnen. Ik kan niet meer."

RijsttafelsTrouwe gasten uit Utrecht reageren geschrokken als ze horen dat ze voor de allerlaatste keer 'hun' vaste menu hebben besteld. Te beginnen met soto ajam (kippensoep), gevolgd door ikan padang (gebakken vers gemarineerde visfilet), opgediend met een geraffineerde licht pikante saus, sambal goreng-boontjes, atjar en kroepoek.

Het restaurant, nationaal bekend om de Indische rijsttafels, verkeerde al langer in financiële problemen. In 2014 moest op last van de Belastingdienst een deel van de kunstcollectie worden geveild om een schuld aan de fiscus te kunnen voldoen. Die veiling gaf respijt, maar Tampat Senang redde het toch niet.

Lees verder onder de advertentie

Betere tijdenIn de vestibule hangt de oorkonde uit 2009, het jaar waarin het nu al legendarische restaurant de derde plaats behaalde in de Gouden Pollepel-competitie van deze krant. In betere tijden kwamen de gasten van heinde en verre voor de overdadige menu's, met ruim twintig gerechten, en velen speciaal voor de saté kambing, op houtskool gegrild lamsvlees met sojasaus. Of ze kwamen voor de rendang, rundvlees in milde kokosmelksaus.

"Dit restaurant heeft de Eerste en de Tweede Wereldoorlog overleefd", zegt Peters vrouw Rosita op zachte toon. Dat is waar. Na de start in 1922 werd het restaurant in de jaren '30 overgenomen door de in het toenmalige Nederlands-Indië geboren Arie de Jong, een Olympisch schermer die net de militaire dienst had verlaten. Vanaf dat moment kwam de naam Tampat Senang pas goed tot zijn recht. De betekenis in het Nederlands is namelijk: plaats waar men zich behaaglijk voelt.

OpsodemieterenBekende Hagenaars als wijlen North Sea Jazz-organisator Paul Acket en schrijfster Yvonne Keuls frequenteerden de bekende zaak regelmatig. Zo ook multimiljonair Aart Schoemacher die er - bij leven - veelvuldig at. Ik sprak daar in april 1986 af voor een interview over de oprichting van zijn politieke Oranje Klanten Partij (hij beloofde iedereen 20 procent opslag).

Lees verder onder de advertentie

Het nieuws mocht pas een paar weken later bekend worden, dus praatte hij zachtjes. Maar door het geroezemoes van de overige gasten was hij slecht te verstaan. Dus riep Schoemacher de toenmalige bedrijfsleider en zei, duidelijk hoorbaar voor eenieder in de flink gevulde zaak, dat hij voor iedereen wilde betalen, 'als ze meteen opsodemieteren'. De bedrijfsleider stamelde dat er misschien wel voor 15.000 gulden aan rekeningen open stond. Belachelijk veel, maar geen probleem, vond de miljonair. Hij pakte een bundel geld uit zijn zak, telde 20.000 gulden af en gooide het geld op tafel. De nasi goerih, bami goreng en grote gebakken garnalen konden ze laten inpakken en mee naar huis nemen.

Nieuwe bestemmingHet 'aanbod' zorgde voor veel verongelijkte gezichten en geschuivel van tientallen stoelen, maar binnen vijf minuten was het restaurant leeg. Hierop bestelde Schoemacher twee biertjes en zei tevreden: "Zo, nu kunnen we tenminste rustig onder vier ogen verder praten."

Het is niet de manier van zakendoen van vastgoedbelegger Rob Brinkel, die eigenaar is van het pand aan de Laan van Meerdervoort nummer 6 en van nog veel meer. Brinkel kan niet zeggen welke nieuwe bestemming het onroerend goed gaat krijgen. Feit is dat selamat makan (eet smakelijk) hier niet meer zal klinken.

Lees verder onder de advertentie