Nieuws Actueel
Doek valt voor 't Kunsthuis Enschede
Nog drie dagen, dan sluit 't Kunsthuis van het Oosten de deuren. Tonny Nijhuis: "Het is mooi geweest."

Een vaas met bloemen staat achterin de galerie aan het Gronausevoetpad. De karmijnrode rozen laten de kop hangen. De kans dat de bos wordt ververst is klein. Donderdag trekt galeriehoudster Tonny Nijhuis (68) de deur achter zich dicht. Voorgoed.
Tegen bodemprijzen gaan de laatste kunstwerken van de hand. Bronzen beelden, porselein en keramiek, maar vooral schilderijen. Olieverf op linnen, aquarel, zeefdruk of ets: alles moet weg. "Kijk nou, vijftig euro." De galeriehoudster wijst naar een van de vele doeken van 't Kunsthuis van het Oosten. "Daar kun je niet eens een lijst van kopen."
Eigen zaakIn 1978 kochten de Enschedese en haar man Gé een oud confectie- en textielfabriekje aan het Gronausevoetpad. "Mijn man zat in de kunst, een eigen zaak wilde hij niet." Dat liep anders. Gé's toenmalige overbuurman en lijstenmaker werd ziek en vroeg Gé, een kunstverzamelaar die zelf ook aardig met het penseel overweg kon, waar te nemen aan de Emmastraat. De lijstenmaker had de zaak toen al verkocht aan mister FC Twente Epi Drost, die volgens Gé nog geen Van Gogh van een Rembrandt kon onderscheiden. Op verzoek van de lijstenmaker werd Gé ingevlogen. "Zo is hij erin gerold en er nooit meer uitgekomen."
SamenwerkingDe samenwerking verliep succesvol en als partners namen Gé en Drost in september 1970 hun intrek in een groter pand aan de Lipperkerkstraat. Dat liep al snel mis. "We zagen meer rekeningen van Drost dan dat we hem zelf zagen. Het was hij eruit of Gé eruit." In februari 1971 kocht de schilder de voetballer uit. Wanden werden vrijgemaakt om de natuurschilderijen van Gé op te kunnen hangen, die al snel gezelschap kregen van werken van andere schilders. Het pand werd te klein en Gé en Tonny lieten hun oog vallen op het fabriekje aan het Gronausevoetpad. 'Kunsthuis van het Oosten is uniek in de regio' en 'De grootste galerie van Nederland?' kopten de kranten in november 1978 over de expositieruimte van ruim 400 vierkante meter.
Toekomst"Hier wilden we doorgaan tot we 65 waren. Gé was 62 toen hij overleed." Tonny heeft die drie jaren die Gé niet heeft kunnen invullen op zich genomen. "Da's toch gek hè. Ik wilde doorzetten. Ik heb een band opgebouwd met de schilderijen, de klanten en de expositie Wild in de Natuur. Daar kwamen duizenden bezoekers op af. Zelfs uit het buitenland." Wild in de Natuur was de grootste expositie van wildlife-schilders in Europa. November vorig jaar hing de galeriehoudster de schilderijen voor het laatst aan de muur. "Vanaf die tijd ben ik al bezig met de uitverkoop. Het is mooi geweest. Ik ben 68, nu mag ik wel stoppen hè?" Met weemoed bekijkt de galeriehoudster drie dagen voor de sluiting de schilderijen die nog resteren. En paar doeken neemt ze donderdag, nadat ze de deur definitief achter zich dichttrekt, mee naar huis. "Vrijdag ga ik op zoek naar een campertje. Daar rijd ik dan mee naar mijn kinderen in Frankrijk. En ik wil musea bezoeken, genieten van andermans kunst. Er is nog zoveel moois te zien, ik ben er klaar voor."
Foto: Robin Hilberink