Nieuws Familiebedrijf
Oger is nu OGÉR: herenmodezaak heropent winkel en wil internationaal
Herenmodeketen Ogér gaat met zijn tijd mee: de beroemde winkel annex ‘bruine kroeg’ aan de Amsterdamse P.C. Hoofstraat kreeg een flinke opfrisbeurt – net als het bedrijfslogo. Het streepje (of chique gezegd: het accent aigu) op de E kondigt internationale plannen aan.

Vlnr: Martijn, Oger en Sander Lusink. Foto's: Ogér
Algemeen directeur Martijn Lusink (tevens zoon van oprichter Oger Lusink) legt de keuze uit met gevoel voor humor: dankzij het accent in het logo bestaat er voortaan geen twijfel meer over de correcte uitspraak van de merknaam OGÉR. ,,Zo weet iedereen: het is Oh-zjéé, en niet Oh-gur of Euh-ger." Met name bij buitenlandse klanten ging dat nog wel eens fout, weet Lusink. En dat moet veranderen, want de Amsterdamse herenmodezaak heeft de ogen meer dan ooit op het buitenland gericht.
,,Onze vernieuwde hoofdvestiging in Amsterdam blijft onze belangrijkste locatie”, vult Brand Director (en de andere ‘zoon van’) Sander Lusink aan. ,,Maar op termijn is het wel ons doel om OGÉR internationaal meer op de kaart te zetten. Nu het logo is opgefrist en onze winkel in de P.C. maar liefst twee jaar is verbouwd en vernieuwd, gaan we de nieuwe uitstraling eerst vertalen naar onze andere vestigingen in Den Haag, Rotterdam en Antwerpen. Zodra die ook de stijl van ‘Oger 2.0’ hebben, is wellicht het buitenland aan de beurt.”
"Duitsland bijvoorbeeld, is een vrij logische stap omdat je daar een vergelijkbare klant kunt vinden als in Nederland. Mannen kijken daar op een vergelijkbare manier naar mode en maken op eenzelfde manier beslissingen als onze klanten hier”
Eerst ‘dicht bij huis’, daarna mogelijk Milaan, Londen en New York
Volgens Sander ligt het voor de hand eerst de omliggende landen aan de bestaande werkgebieden van Oger toe te voegen. ,,Denk bijvoorbeeld aan Duitsland; dat is een vrij logische stap omdat je daar een vergelijkbare klant kunt vinden als in Nederland. Mannen kijken daar op een vergelijkbare manier naar mode en maken op eenzelfde manier beslissingen als onze klanten hier.”
Wanneer die nieuwe locaties een succes blijken te zijn, willen de broers Lusink voorzichtig denken aan Oger-vestigingen in modegevoelige wereldsteden zoals Milaan, Londen en New York, legt Sander uit. Het feit dat de van oorsprong Amsterdamse herenmodeketen zich al ruim dertig jaar staande weet te houden tussen veel grote merken zoals Hermès, Bulgari en Louis Vuitton is veelzeggend. ,,Als we het goed doen, voelen klanten zich daar net zo welkom als hier in Amsterdam.”
Make-over in de P.C. Hooftstraat: daglicht en ‘onderbroekproof’
Wie sinds deze week de beroemdste herenmodezaak van de hoofdstad binnenstapt, herkent verrassend weinig meer van de sfeervolle maar krappe en donkere winkel die Oger hier voorheen had. Er is veel veranderd in de ‘eerste grote opfrisbeurt in drieëndertig jaar Oger’, om met de woorden van Sander Lusink te spreken. Het stemmige bordeauxrood met bronzen elementen dat voorheen overheerste, is vervangen door lichtere kleuren en flink hogere plafonds die – dankzij openingen in elke verdiepingsvloer – daglicht naar binnen laten.
Op de ene plek hangen elegante, verlichte kristallen aan het plafond, tafels en banken stralen rust uit terwijl een ruime houten trap je leidt over de drie verdiepingen waar klanten in alle rust en de nodige privacy hun maatpak of smart business suits kunnen passen. De oppervlakte is flink groter dan voorheen, waarbij de volledige onderste verdieping is gewijd aan het luxe Italiaanse modemerk Corneliani. ,,Uit die ‘kelder’ halen we ongeveer dezelfde omzet als we voorheen uit de losse Corneliani-winkel haalden”, weet Lusink. ,,Zoals onze klanten gewend zijn, zitten de pashokjes in de hoeken en is de indeling zo ontworpen dat zij in de onderbroek door de zaak kunnen lopen zonder dat voorbijgangers dat van buiten kunnen zien.”
De vernieuwde winkel van Oger in Amsterdam.
'Bruine kroeg van de P.C.'
Het geheel oogt fris en modern, zonder dat de stijlvolle, rustige ambiance die Oger-klanten herkennen is verdwenen. En uiteraard ruik je overal de subtiele geur van de potpourri uit Florence die volgens Sander Lusink zo onmisbaar is bij de beleving in zijn winkels, zoals hij eerder vertelde in De Ondernemer Live.
Het pand dat in 1990 door vader Oger werd geopend lijkt in vrijwel niets meer op de zaak van voorheen, die volgens zoon Martijn ook wel ‘de bruine kroeg van de P.C.’ werd genoemd. ,,Maar toen onze vader hier voor de eerste keer rond liep, kreeg hij tranen in zijn ogen. De ziel van Oger zit er nog steeds in.” En maak je geen zorgen: klanten krijgen nog altijd te drinken wat zij willen. ,,Daar achteraan komt straks een barista te staan, maar in de latere uurtjes worden er ook gewoon cocktails geshaket.”
Lees ook: Een Oger-pak voor elke sollicitant: zo helpt Martijn Lusink werkzoekenden