Giertank van Veenhuis Machines verovert de wereld

Wageningen Economic Research en het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) onderzochten de landbouwexport in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De conclusie: elk jaar wordt het meer. In 2016 kon Nederland 85 miljard euro bijschrijven door de uitvoer van alles dat met landbouw te maken heeft - een groei van 4,4 procent. Daarmee zijn we na de Verenigde Staten het grootste exportland ter wereld. Van die 85 miljard komt 8,8 miljard van de uitvoer van agrarische kennis. Vaccins en gewasbescherming, maar ook landbouwwerktuigen en melkmachines.

De machinefabriek van Veenhuis in Raalte concentreert zich sinds een paar jaar alleen nog op mestverwerking. De gele giertanks van het merk zijn in binnen- en buitenland een begrip. "Veenhoes, Veenhaus, Vienhois… Ik weet niet hoe ze het in het buitenland precies uitspreken. Dat maakt me ook niet uit. Het is geen reden om de merknaam ooit te veranderen", zegt directeur Walter Veenhuis.

Hij loopt door de productiehal in Raalte, waar het bedrijf al sinds de jaren zestig is gevestigd. Half afgebouwde kolossen staan in twee rijen opgesteld. "De ene lijn is voor de Nederlandse markt. Die producten bouwen we naar wens van de klant, op basis van een modulair systeem", wijst Veenhuis. Aan de andere kant van wat stellages loopt de 'exportlijn'. "Producten uit de catalogus. Dat is het verschil."

Op de ene tank staat enkel Veenhuis, terwijl op andere exemplaren de combinatie Veenhuis-Kverneland prijkt. Hoe zit dat? "We werken in Duitsland samen met de importeur die onderdeel is van Kverneland. Daarom de dubbele naam. We beschikken op die manier over een compleet dealernetwerk in Duitsland en Oostenrijk", legt Veenhuis uit. "Op eigen houtje is het bijna onmogelijk die markt te betreden."

Duitsland vormt voor de Raalter fabrikant de belangrijkste exportmarkt. Dat is fijn - want om de hoek - maar tegelijkertijd vormt het een risico, denkt Veenhuis. "Daarom zoeken we bewust naar nieuwe markten. Daar is veel voor nodig. Niet elke markt is hetzelfde. Hoe wordt de mest opgeslagen, hoe rijden we die uit... Ook het klimaat kan een rol spelen."

Het bedrijf staat op het punt een klant in Nieuw-Zeeland binnen te slepen en levert al veel in Canada en de VS. Veel potentie zit er in Rusland - 'maar nu even niet'. "Subsidies zijn afgeschaft, de rente is torenhoog en de roebel is niets meer waard. Voor een klant kost zo'n machine dan tien keer zo veel als vijf jaar geleden. Dat kan niet uit. Daarom steken wij op dit moment geen energie in Rusland", vertelt Veenhuis.

Heel anders is het in China. Het land kent reusachtige melkveehouderijen, maar met de mest gebeurt vrijwel niets. Die belandt volgens Veenhuis gewoon in de rivier, als de opslag vol zit. "Dat is een wezenlijk onderdeel van de milieuproblematiek daar. Terwijl we ons hier in Europa vooral richten op intelligentere technologie bij het uitrijden van de mest, moet in China eerst worden gezorgd dat de mest überhaupt wordt uitgereden op het land. Samen met een Chinese dependance van de universiteit van Wageningen tasten we dit af."

De landelijk berekende groeipercentages durft Veenhuis niet zomaar op zijn bedrijf te leggen, al wil hij niets kwijt over omzetcijfers. "Dat de export groeit is duidelijk. Waar we nu nog op fifty-fifty zitten, reken ik erop dat het verschuift naar 70 procent export. De totale omzet moet alleen al door de export in een paar jaar tijd verdubbelen."