Tot en met juli werd gemiddeld maar 58 procent van de omzet van twee jaar geleden gerealiseerd. Het omzetverlies wordt dit jaar niet meer weggewerkt, concludeert INretail. ,,Het inhaaleffect waarop veel ondernemers hoopten, bleef uit", meldt het onderzoek. ,,Gemiddeld trekken de binnensteden maar 72 procent van de bezoekers van voor corona en dat heeft direct effect op de omzetten. Kopen gebeurt vaker online en doelgericht en dat heeft een blijvend effect op stadscentra."
Lees ook: Financieel herstel voor ondernemers: het tienjarenplan van INretail
'Florerende winkelstraten zijn van nationaal belang'
INretail vindt dat de landelijke overheid het nationale belang van aantrekkelijke en florerende stadscentra niet mag overlaten aan gemeenten alleen. ,,Nederland heeft prachtige stadscentra en die aantrekkingskracht moet behouden blijven", aldus woordvoerder Paul te Grotenhuis. ,,Het nieuwe kabinet moet daar werk van maken. Dat is een nationaal belang. Steden zijn niet alleen grote werkgevers, ze zorgen ook voor een sterk economisch klimaat.”
Het inhaaleffect waarop veel ondernemers hoopten, bleef uit
INretail
Stadscentra: van 'place to buy' naar 'place to be'
INretail ziet dat ondernemers kiezen voor kleinere winkels en minder winkels en daarnaast zijn steeds meer openingsuren onrendabel. De retail maakt een grote rationalisatieslag en dat heeft effect op de centra van onze dorpen en steden.
,,Stadsbesturen moeten plannen maken voor hun centra en winkelgebieden, waar met minder winkelmeters en meer toegevoegde, andere functies zoals meer wonen een prettig verblijfsklimaat kan worden geboden", zegt Te Grotenhuis. ,,Waar mensen graag komen, kunnen ondernemers hun brood verdienen. Centra moeten daarom transformeren van 'place to buy' naar 'place to be'. Het is in ieders belang dat ze blijven bruisen en aantrekkingskracht behouden. Een centrum zonder kloppend hart heeft een heel groot probleem.”