Nieuws Actueel

Joop van den Ende over 60 jaar ondernemerschap

Hij wordt morgen 75 en is dan ook precies zestig jaar aan het werk. Joop van den Ende in Het Parool: 'Ik geef liever dan dat ik ontvang.'

Ronald Ockhuysen | Foto: Harmen de Jong/ Hollandse Hoogte 22 februari 2017

Joop van den Ende is vandaag in New York. Met zijn vrouw Janine en hun kinderen Iris en Vincent neemt Van den Ende een voorschot op zijn 75ste verjaardag, die hij morgen viert. Midden in 'de hectiek, het theater en de wilde energie' van de stad waar hij als kind zo vaak van droomde.

Broadway. Als producent van musicals stond hij er vaak zelf, maar de magie is er niet minder om geworden. "Daar doet ook de komst van een president als Trump niets aan af. In een land van uitersten gaat het ook over uitersten die moeilijk zijn te bevatten."

Natuurlijk, de zorgen om de opmars van het populisme zijn er. De polarisatie en de afwijzing van complete bevolkingsgroepen grijpen hem zelfs naar de keel, evenals het wegvallen van de middenklasse. "De parallellen met de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw zijn nadrukkelijk aanwezig. Er wordt geschreeuwd en gescholden en niet geluisterd. Waar zijn de grote idealen, het geloof dat we samen eruit kunnen komen? Dat moet snel weer gemeengoed worden."

Behoefte aan onafhankelijke journalistiek

Van den Ende, als altijd in het zwart gekleed, helt voorover. De reden van dit gesprek is per slot van rekening vrolijk, al is verjaren niet zijn favoriete bezigheid. "Ik vind dat altijd wat ingewikkeld. Ik behoor tot de mensen die het makkelijker vinden om een cadeau te geven dan te ontvangen, eerlijk gezegd. Daarbij komt altijd de vraag wat je wilt hebben. Het antwoord daarop wordt steeds moeilijker als je ouder wordt - en ik heb natuurlijk al zoveel. Daarom heb ik gekozen om deze verjaardag met het gezin te vieren. Iris komt over uit Amsterdam en zoon Vincent, die voor zijn werk als dj en muziekproducer veel in Los Angeles verblijft, neemt het vliegtuig aan de Westkust. We gaan lekker eten en shows kijken. Puur geluk."

Hij is nu dertig jaar samen met Janine. Hun kinderen zijn inmiddels zelf ondernemer. "Het leven schiet voorbij. En ik moet zeggen: het energieniveau wordt er niet beter op. Dat is moeilijk te accepteren. De kracht gaat eruit - al zeggen de mensen om me heen dat ik nog altijd behoorlijk aanwezig ben."

Van den Ende is niet meer de enige eigenaar van Stage Entertainment. Hij bezit 'nog maar veertig procent' van het internationale musicalbedrijf. "De dag dat ik 75 word is ook de dag dat ik zestig jaar werk. Officieel ben ik nog altijd vier dagen in de week aan het werk, waarvan 75 per jaar bij Stage. De vijfde dag doe ik mijn mail en in het weekend is ook nog altijd wel iets te doen. In die zin is het zo rustig nog niet, al is het tempo wel anders."

Hij is, zegt hij besmuikt lachend, met de jaren wijzer geworden. "Ik denk beter en vooral ook langer na en kan met meer distantie naar de zaken kijken. Dat is een winstpunt. Als ik nu de discussies hoor over de kijkcijfers van Humberto Tan, dan denk ik: tja... Dat heb ik al honderd keer meegemaakt. Soms lijkt een goed programma in een vrije val te komen. Dan komt de klad er even in. Dat is onvermijdelijk. Ik bekijk dit soort zaken nu meer met meer relativering. Al blijf ik natuurlijk, op de achtergrond, mijn mening formuleren."

Die mening is kraakhelder: kwaliteit heeft de toekomst. Op alle terreinen. "Humberto moet zorgen dat hij de beste gasten heeft. Of kijk naar de journalistiek. Die ligt, nota bene bij liegende politici, onder vuur. Het enige wapen daartegen is blijven geloven in de eigen kracht. Onafhankelijke journalistiek is meer dan ooit een verdienmodel. De behoefte om te kunnen vertrouwen wat je leest zal de komende jaren alleen nog maar toenemen."

Echte mensen

Met een soortgelijk optimisme kijkt hij naar zijn eigen vakgebied: het theater. "De mogelijkheden van de digitale wereld zijn ongekend groot. Dat zie ik als winst, als een soort extra terrein. Maar er zal juist door de digitalisering ook een behoefte blijven bestaan om naar het theater te gaan. Naar echte mensen die in het hier en nu de toeschouwer de kans geven om met hun hoofd even elders te zijn."

Er is in zijn leven de laatste tijd veel gebeurd. "Mijn zuster is overleden. Mijn schoonmoeder ook. Janine en ik zijn verhuisd, naar een minder groot huis in Blaricum. Het bedrijf is dus verkocht. Dat soort veranderingen stemmen tot nadenken. Je wordt gedwongen een plaatsbepaling te doen. Dat heeft tijd gekost. Ik heb vrede met de rol die ik nu heb, maar eerlijk gezegd heeft het wel wat maanden geduurd om eraan te wennen. De hitte van de strijd heeft plaatsgemaakt voor beschouwing, al zijn er nog genoeg lopende zaken: de VandenEnde Foundation en het DeLaMar Theater, dat zijn groei doormaakt."

'Dan doen we het zelf'

Met DeLaMar bouwde Van den Ende voort op een traditie van cultureel ondernemerschap. Aan het einde van de negentiende eeuw werd Amsterdam op particulier initiatief verbeterd. Het Concertgebouw kwam dankzij burgers tot stand, Carré werd gebouwd en ook theater Tuschinski kreeg dankzij standvastig ondernemerschap gestalte. "Dat was in een tijd dat de stad enorm aan het verpauperen was. Maar gelukkig waren er mannen als Gerard Heineken en Samuel Sarphati, die besloten om De Pijp te bouwen: een moderne wijk met huizen met stromend water. Mensen als Sarphati, Oscar Carré en Abraham Tuschinski hebben de stad veel moois opgeleverd. Toen gold: als de overheid het niet doet, dan doen we het zelf. Die houding is er nu weer. Alex Mulder brengt Felix Meritis en De Rode Hoed weer tot leven en heeft De Nieuwe Liefde neergezet, en Novamedia zorgt ervoor dat onder meer boekhandel Scheltema midden in de stad volop kan draaien."

Met DeLaMar leverde hij zelf ook zijn bijdrage aan de stad. "Ik meen het oprecht als ik zeg dat ik ongelooflijk trots ben dat ik in die geschiedenis een rol kan spelen. Voordat DeLaMar er stond, was dat deel van de Marnixstraat grauw en weinig uitnodigend. Nu is de straat, in afwachting van het nieuwe Leidseplein, enorm opgeknapt. Een soortelijke ontwikkeling is gaande in Noord. Door de komst van EYE en later de A'DAM Toren is de schroom bij de rest van de stad verdwenen. Iedereen neemt nu die pont. Dat is de kracht van kunst en cultuur: grenzen slechten."

Muziekonderwijs op het lesrooster

Hij is ook nog bestuurslid van de stichting Meer Muziek in de Klas, die zich inspant om het muziekonderwijs weer structureel op de lesroosters te krijgen. "Ik vind het verschrikkelijk dat in zo'n rijk land als het onze kinderen geen normaal muziekonderwijs krijgen aangeboden. Het is zo belangrijk dat iedereen op jonge leeftijd met kunst en cultuur in aanraking komt. Omdat je daar - dat denk ik oprecht - een beter mens van wordt. Je leert anders denken, anders kijken. Daarom zijn geldstromen beschikbaar gekomen om leerkrachten bij te scholen en nieuwe muziekleraren klaar te stomen. Want het moet op de vloer gebeuren, vanuit de buik van de school."

Toch wint ook hier zijn geloof in de vooruitgang. "We moeten niet vergeten dat er veel goeds gebeurt op dit moment. Jongeren lezen, al is het op andere plekken, meer dan ooit en de digitale wereld heeft de zakenwereld en de creatieve sector dicht bij elkaar gebracht. De wereld bruist, alleen ligt daar de focus niet op. Het is de grote kunst om jezelf niet te laten meeslepen in het verwoestende pessimisme dat overal zo luid klinkt. Defaitisme en cynisme maken elke vorm van inspiratie kapot."