Nieuws Actueel
Klompenmakers zien markt veranderen, maar geven niet op
Ooit werkten er 300 klompenmakers in Enter. Nu zijn ze op de vingers van een hand te tellen, schrijft de Tubantia. Hoe anders is het in De Lutte en Beltrum: hordes toeristen en een massaproductie voor China. Geen enkele reden voor paniek dus. "Mijn vader zei altijd al, de kloomp, dee blef wa."

Er zijn weinig producten met zo'n onverwoestbaar Nederlands imago als de klomp. En het dorp Enter is een van de laatst overgebleven bolwerken. Nergens is de 'klompdichtheid' zo groot als daar.
Hoogtijdagen
In de hoogtijdagen voor de Eerste Wereldoorlog telde Enter zo'n 300 klompenmakers. De klompenproductie is door afnemende belangstelling nu geslonken tot één laatste fabriek. Die van de gebroeders Nijhof. Met machines uit de jaren 40 en later maken ze nog 5.000 paar klompen per jaar, die ze in Nederland afzetten. De helft verkopen ze zelf, de rest zetten ze af via winkels.
Lees ook: Bakimperium van Robèrt van Beckhoven (Heel Holland Bakt) pakt oud ambacht op
Cultuurgoed
Onlangs vierden de broers het 40-jarig bestaan van het bedrijf. Op de bovenverdieping laat Gerard Nijhof (61) de verschillende typen klompen zien. Folkloreklompen, meisjesklompen, sjieke klompen voor veehandelaren. Daaronder sommige die op het punt van uitsterven staan. "Bij enkele modellen zijn we de enigen die ze nog maken. Als wij stoppen, is het voorbij. En het is cultuurgoed hè, daar moet je wel aan denken.''
Spierballen
Ze zijn zich bewust van hun positie, maar hebben er vrede mee. "We hebben geen opvolgers, maar als ik een zoon had gehad, had ik hem dit niet geadviseerd. Het is zwaar werk, twintig handelingen per klomp. We moeten elke dag de spierballen laten rollen. Al 40 jaar lang, zes dagen per week."
Bijzondere service
De kleine klompenmakerij, met de wilgenstammen opgeslagen achter het bedrijf, levert bijzondere service. Jan Nijhof (62): "Omdat we klein zijn, zijn we ook flexibel. Op verzoek kunnen we klompen aanpassen aan de wens van de klant. Soms heeft iemand een eksteroog en moet er wat meer ruimte komen. Of het ene been is wat langer dan het andere. Voor een boer op Texel maken we klompen maat 52. Die kun je nergens krijgen. We hebben ook wel eens pumpklompen gemaakt voor Victor & Rolf." De broers willen door tot hun pensioen, een jaartje of vijf, zes dus. "Tenzij mensen zeggen dat ze vanaf nu geen klompen meer aan de voeten willen. Maar dat lijkt me sterk."
Toerisme
Ondanks het gebrek aan opvolging in Enter hoeft de klomp zich nog geen echte zorgen te maken. Want Nijhof is niet het enige bedrijf dat klompen maakt in Oost-Nederland. In De Lutte fabriceert klompenmakerij Koop jaarlijks 8.000 paar. Om er de kost mee te verdienen, hebben Johnny Koop en zijn familie een combinatie gemaakt met het toerisme. Bussen voeren in het seizoen zeker 6.000 mensen aan. Voor koffie, krentenwegge en een rondleiding. Veel van de klompen gaan naar Amsterdam. Gemaakt voor toeristen. "Over twee weken is het toeristenseizoen voorbij en dan beginnen we weer met de productie", zegt Koop. De grootste duit in het zakje doet de fabriek van Nijhuis in Beltrum. Daar staat de grootste klompenfabriek van Europa. Meer dan 200.000 rollen er jaarlijks uit het moderne bedrijf. Nijhuis stuurt ze naar China, waar ze worden afgewerkt.
Vrijetijdsproduct
Klompen zullen nooit verdwijnen, daarover zijn Nijhof, Koop en Nijhuis het wel eens. Maar hoeveel mensen er ook daadwerkelijk op rond blijven lopen, is afwachten. Gerard Nijhof ziet het gebruik in elk geval veranderen. "De klomp is een vrijetijdsproduct geworden. Mensen associëren klompen vaak met boeren, maar dat klopt niet. Bouwvakkers en metaalbewerkers dragen veiligheidsschoenen. Als die thuiskomen, gaan de schoenen uit. En als ze nog even wat in de tuin willen doen, schieten ze de klompen aan. Klompen zijn voor de vrije tijd." Maar verdwijnen? "In de jaren 60 stond er boven een artikel over klompenmakers 'De laatste der Mohikanen'. 50 jaar geleden. Mijn vader zei altijd al: 'de kloomp, dee blef wa'. En zie: we zijn er nog steeds."