CBS: Nederlandse economie blijft voorlopig nog gevrijwaard van krimp

De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) liegen er niet om. Daar waar in de rest van de wereld de stormballen al weer worden gehesen en een recessie niet langer denkbeeldig is, staat onze vlag er economisch gezien nog prima bij. Op jaarbasis groeide de Nederlandse economie met 1,8 procent, en dat is een cijfer om te koesteren, roepen alle deskundigen in koor.

We lieten het geld meer rollen

Volgens de rekenmeesters van het CBS heeft Nederland de afgelopen maanden vooral geprofiteerd van extra investeringen in de bouw, in de productie van een aantal vervoermiddelen (auto's en vliegtuigen) en in de machine-industrie. En ook de buitenlandse handel - met name de export van de dienstensector - trok aan, meldt het AD.

De Nederlandse consumenten vormden de andere belangrijke pijler onder het economische succes: met z'n allen lieten we het geld meer rollen. De afgelopen drie maanden hebben we 1,7 procent meer uitgegeven dan in dezelfde periode vorig jaar. Duidelijk favoriet waren (nieuwe) elektronische apparaten, kleding en spullen voor de inrichting van het huis.

Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS toonde zich blij verrast met de cijfers. Volgens Van Mulligen laat het afgelopen kwartaal zien dat de Nederlandse economie (nog) niet in de greep is gekomen van de handelsoorlog tussen de VS en China, de brexit en de afkoelende wereldeconomie in het algemeen. Zo steeg de Nederlandse export met 3 procent.

Krimp niet onverwacht

Twee van onze drie belangrijkste handelspartners, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, verging het de afgelopen maanden beduidend minder. De Duitse economie kromp met 0,1 procent, de Britse zelfs met 0,3. Helemaal onverwacht was de teruggang niet, maar dat het met name in Groot-Brittannië zo hard zou gaan, was vorige week een bittere pil voor de nieuwbakken premier Boris Johnson.

De voornamelijk op export gerichte Duitse economie kwam op jaarbasis tot stilstand, waar die in de voorgaande periode nog met 0,6 procent was gegroeid. Vooral de tegenvallende buitenlandse handel drukte een negatief stempel op de economische prestaties van onze oosterburen. De uitvoer van goederen en diensten daalde sterk. Naast de aanhoudende handelsvete tussen de VS en China speelt ook onzekerheid over de brexit met name de uiterst belangrijke Duitse autoindustrie parten. En die had het al niet makkelijk vanwege de overgang naar een elektrisch aangedreven wagenpark.

Economen van grootbank ING bestempelen de economische neergang in Duitsland al als 'het einde van een gouden decennium'. Wat de ING-analisten het meest zorgen baart is opvallend genoeg niet de teruggang in de buitenlandse handel, maar de staat van de Duitse binnenlandse economie.

Op zowel de korte als de lange termijn zijn maatregelen op dit terrein uiterst gewenst, aldus de grootbank. Wil Duitsland niet nog dieper wegzakken, dan zal er meer werk moeten worden gemaakt van digitalisering, verduurzaming, energietransitie, infrastructuur en onderwijs, aldus ING.

Prognose van CBS

Van Mulligen deelt de zorgen van zijn ING-collega's. Hij denkt sommige gevolgen van de kwakkelende Duitse economie nu al terug te kunnen zien in de Nederlandse industrie. Hier werd de productie slechts minimaal opgevoerd, terwijl ook de uitvoer van producten van Nederlandse makelij afnam.

Van Mulligen waagt zich daarom nog niet aan prognoses voor de rest van het jaar: ,,De donkere wolken zijn nog zeker niet weg. Het is alleen nog moeilijk te zeggen wat de gevolgen zullen zijn", aldus Van Mulligen.

Handelsoorlog China-VS

Zo kan de handelsoorlog tussen China en de VS volgens de CBS-hoofdeconoom indirect wel degelijk nadelige gevolgen hebben voor ons land - bijvoorbeeld als China minder importeert bij hun belangrijke handelspartner Duitsland. Veel hangt volgens Van Mulligen ook af van de afwikkeling van de brexit. Het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke handelspartner.

Een chaotisch vertrek uit de Europese Unie kan voor Nederland schadelijk uitpakken. ,,Als het daar veel slechter gaat, zal alleen de binnenlandse bijdrage niet genoeg zijn om onze economie aan de praat te houden."