Twee zeugen liggen op de buitenplaats van hun gedeelde kraamhok, hun biggetjes eromheen gedrapeerd. Twee karbonaadjes in spe liggen pontificaal bovenop hun moeder. De kraamkamers zijn gebouwd in een soort cabrio-stal. Het dak is er deels afgesloopt, zodat de dieren in de buitenlucht kunnen. De ombouw van de varkenshouderij van Kurvers naar een diervriendelijke Livar-leverancier was een enorme klus. Die begon 3 jaar geleden en is nog niet helemaal klaar. Al scharrelen de zeugen in de modderpoel alsof ze nooit anders hebben gedaan.
InvesteringenKurvers levert varkens voor het vleesmerk Livar. Dat staat voor Limburgse Kloostervarkens, die onder meer natuurlijke omstandigheden worden gehouden. Ze liggen op stro, komen buiten en krijgen granen gevoerd die goed zijn voor hun gezondheid én voor de kwaliteit van het vlees. Het is te koop bij horecagroothandels en zeventig slagers. Geert en Diana Kurvers stonden 3 jaar geleden voor een dilemma: óf flink meer varkens gaan houden, óf het roer compleet omgooien. Nieuwe milieu- en dierenwelzijnsregels vergden flinke investeringen in hun bedrijf. De verplichte luchtwassers en groepshokken zouden echter geen cent extra gaan opleveren. ,,Om ze te kunnen betalen, moesten we flink uitbreiden. Maar de markt voor regulier varkensvlees is al jaren onzeker.''
VerliesVarkensvlees levert momenteel zo weinig op, dat boeren er verlies op maken. De Rabobank, het ministerie van Economische Zaken en boerenorganisaties hebben daarom een plan opgesteld om te zorgen dat varkenshouders binnen 5 jaar weer een gezonde bedrijfsvoering kunnen hebben. Boeren moeten zich daartoe organiseren in samenwerkingsverbanden, staat in de via vakblad Boerderij uitgelekte plannen. Ze zijn dan niet langer overgeleverd aan de prijs die het slachthuis betaalt op basis van de schommelingen op de wereldwijde vleesmarkt.
Vaste vergoedingBij Livar ontvangt de boer een vaste vergoeding voor het aantal varkens dat hij houdt. Als hij de dieren in topconditie aflevert, krijgt hij een bonus. De varkens zijn eigendom van het bedrijf Livar. Dat regelt het voer, betaalt de dierenarts en zorgt dat de vol-groeide varkens worden geslacht.
Dat Livar een gezonde winst maakt, is te danken aan die centrale regie, zegt directeur Frank de Rond. ,,Livar is een merk, dus moet de smaak en kwaliteit van het vlees overal hetzelfde zijn. ''
Nog een voordeel: Livar reguleert het aanbod zelf. ,,Pas als er genoeg vraag naar het vlees is, gaan we op zoek naar boeren die extra voor ons kunnen produceren,'' legt De Rond uit. ,,Daardoor kunnen we een prijs vragen die voor alle partijen in de keten gezond is.''
SamenwerkingLivar groeit bewust niet snel. Het bedrijf werd in 1999, vlak na de grote varkenspestepidemie, opgericht door vijf Limburgse boeren die geen toekomst zagen in schaalvergroting. Ze zagen hoe paters van de abdij Lilbosch hun varkens nog altijd vrij lieten rondscharrelen in de kloostertuin. Zo kwam het tot een samenwerking. De abdij en acht aangesloten boeren leveren nu per week zo'n 250 vleesvarkens; een fractie van de 288.000 varkens die totaal per week in Nederland worden geslacht.
Livar heeft geen ambitie om in de schappen van Albert Heijn of Plus te komen liggen, zegt De Rond. ,,De meeste klanten kiezen daar toch voor de laagste prijs. Onze kostprijs is twee keer zo hoog.''
De familie Kurvers weet inmiddels waarom. Het houden van de dieren is ook twee keer zoveel werk, vertelt Diana. Jarenlang kwam de mest via roosters in de stal in de gierkelder. Nu moeten ze het stro uitmesten van 1200 vleesvarkens en 230 zeugen. Daar staat tegenover dat de boerin en de drie tienerdochters genieten van de rondscharrelende varkens. Geert is nuchterder. Hij ontleent zijn hernieuwde werkplezier vooral aan zijn verbeterde banksaldo.