Nieuws Actueel
'Ik beschilderde zelfs de gordijnen'
Amsterdams modeontwerper Nanna van Blaaderen (37) kan vrijdag in New York de International Woolmark Prize winnen, een van de belangrijkste modeprijzen voor opkomende labels. Met een gebreide kledingcollectie. 'Zacht, flexibel en je voelt je geborgen.'

Nanna van Blaaderen staat bekend om haar moderne, ingetogen en comfortabele designs. De Amsterdamse modeontwerper is gespecialiseerd in breien - zowel in industrieel breien als breien met de hand - en daarnaast creëert ze eigen textiel. Haar grootste inspiratiebron is de natuur. Op de Willem de Kooning Academie studeerde ze af op de toekomst van de brei-industrie. Van Blaaderen werkte jaren als freelancer - voor onder andere Maison Martin Margiela - en besloot in 2012 een eigen label op te zetten.
"Toen ik op de academie het breien ontdekte, vond ik wat ik altijd al zocht. Ik kreeg zelfs dromen over gebreide collecties. Het is een hele organische manier van ontwerpen. Je moduleert om het lichaam: het hangt tussen textiel en beeldhouwen in. Een breisel is zacht, flexibel en je voelt je geborgen. Bovendien kan het enorm vernieuwend zijn. Breien wordt geassocieerd met grove breisels, maar dat is lang niet altijd het geval. Astronauten- en marinekleding is bijvoorbeeld gebreid. De stretchstof past bij de mobiele levenswijze van nu."
Hoe doet u dat, een gebreide kledingcollectie maken?
"Vrijwel de hele collectie voor de finale is gebreid, maar bepaalde kledingstukken, zoals een pantalon, zijn lastig uit te werken in breisels. Ik ga stoffen daarvoor nog verder onderzoeken. Mijn streven voor de toekomst is dat breisels zo vormvast worden dat letterlijk alles kan worden ontworpen."
"Zonder al te technisch te worden: de collectie is fully fashioned gebreid. Dat betekent dat je de stof en het ontwerp in één keer produceert. De breimachine maakt dus het textiel en de vorm: exact de patronen, modellen en structuren die ik heb ontwikkeld."
"Een trui komt er dus in een 'truivorm' uit. Ik hoef daardoor geen reststoffen weg te knippen; het is een iets duurzamere manier van ontwerpen. Bovendien produceer ik lokaal: Nederland beschikt van oudsher over mooie fabrieken."
Wilde u altijd al modeontwerper worden?
"Mijn moeder is vormgever en mijn vader is beeldhouwer, dus ik heb in mijn jeugd veel creativiteit om mij heen gehad. Naast eindeloos knutselen, beschilderde ik zelfs, soms tot ergernis van mijn moeder, de gordijnen en de binnenkant van haar jassen. Alles wat ik deed, had al van jongs af aan te maken met schoonheid: van mijn kamer inrichten tot een cadeautje inpakken. Achteraf besef ik me hoe mooi het is dat ik zo ben vrijgelaten en zo veel creatieve disciplines kreeg aangereikt."
"Na de middelbare school ben ik eerst een jaar gaan werken om geld te verdienen. Toen heb ik op de Willem de Kooning Academie gezeten en ben daarna naar de Gerrit Rietveld Academie gegaan. Daar geven ze heel abstract en conceptueel les. Dat was ik van mijn ouders gewend. Tegen dat abstracte kunstzinnige gedoe zette ik mij echter onbewust af. Schoolser onderwijs past meer bij mij. Ik hou ervan echt een vak te leren."
"Ik besloot stylisten en fotografen te assisteren; dat heb ik anderhalf jaar gedaan. Daarna heb ik een jaar fotografie gestudeerd in Lissabon, als een soort test. Ik wist dat ik wilde afstuderen, maar waarin? Fotografie of mode? Ik wilde in één vak goed worden, niet allebei half doen. Dat jaar daar was geweldig, maar al snel miste ik het werken met mijn handen. Dus kocht ik op een vlooienmarkt oude kleding die ik ging herontwerpen. Toen wist ik: dit is wat ik moet doen. Na dat jaar ben ik teruggegaan naar de Willem de Kooning Academie."
Hoe komt uw passie voor natuur terug in uw collecties?
"Ik maak vaak gebruik van dierenprints. Ik wil geen bont gebruiken, dus toen heb ik daar vijf jaar geleden een alternatief voor gemaakt van merinowol. Deze stof komt ook voor in de collectie voor de finale. Daarnaast heb ik structuren van panter- en zebrahuid in een wollen textiel ontwikkeld. Hierdoor kon ik mijn twee liefdes samenbrengen: natuur en ontwerpen."
Wat kunnen we verder verwachten van de finalecollectie?
"Het zijn simpele, elegante ontwerpen. Ik heb weer gebruik gemaakt van op dieren geïnspireerde stoffen en vormen. Ook is de kleding erg functioneel. De moderne vrouw leeft in een veeleisende wereld en is constant onderweg. Hoe kun je je én elegant én geborgen voelen in die hectiek? En hoe kan je kleding daaraan bijdragen? De vacht van een panter bijvoorbeeld is mooi, zacht en elegant, maar ook functioneel. Het uitgangspunt is om die elementen in vrouwenkleding mogelijk te maken. En ja, dan kom je weer terug bij breisels: zacht, flexibel en zich voegend naar het lichaam."
Hoe schat u uw kansen in?
"Daar ben ik nauwelijks mee bezig. Ik heb niet eens naar de andere deelnemers gekeken. Ik had nooit gedacht zo ver te komen, het is een fijne bevestiging. Als ik win, is de kans dat ik internationaal doorbreek erg groot en ik ben klaar voor die stap. Ik wil graag mijn liefde voor het vak delen; mooie, bruikbare ontwerpen maken. Deze hele ervaring is ontzettend mooi. Ik krijg de kans om mijn verhaal te vertellen, in het hart van de mode-industrie."
International Woolmark Prize
De International Woolmark Prize geeft veelbelovende modetalenten de kans om een kledingcollectie te ontwerpen van wol. Meer dan twintig landen uit de hele wereld deden mee aan de regionale finale, afgelopen jaar.
Nanna van Blaaderen vertegenwoordigt Europa bij de finale van de International Woolmark Prize womenswear 2016. De wedstrijd werd voor het eerst gehouden in 1953 en het jaar daarop wonnen de inmiddels iconische Karl Lagerfeld en Yves Saint Laurent. De winnaar wint ongeveer 65.000 euro om een kledingcollectie te maken. Ook wordt het winnende werk verkocht in prestigieuze warenhuizen, zoals Harvey Nichols en Saks Fifth Avenue.
De Nederlander Jonathan Christopher vertegenwoordigde Europa afgelopen maand tijdens de menswear-finale in Florence, maar won niet.