Nieuws Actueel

Ondernemen is ook topsport

Een slager, bakker en delicatessenzaak zitten niet in de buurt bij andere winkels in Kerkdriel. Hoe houden ze dat vol?

Niels van den Hoven 24 februari 2016

Slager schaal hapjes

In en rond winkelcentrum Delkant lopen mensen de zaken in en uit. Het is voor een maandag met dit druilerige weer nog redelijk druk. Een stuk rustiger is het bij De Driesprong aan de Hogebankweg, zo’n kilometer verderop in het dorp. In een uur tijd komt een handvol klanten bij de slager, de bakker en de delicatessenzaak. Een hoogblonde vrouw rekent bij de eerste voor zo’n vijftien euro af, wat vlees en een rauwkostachtige salade. De potgroenten van Hak, de rijst en het fruit laat ze voor nu links liggen. Groenten, en fruit bij een slager? Ja, aan de Hogebankweg wel. Net zoals je bij de delicatessenzaak (kaas en noten) een fles wijn kunt kopen in het wijnschap.

Rijst is serviceZou je de muur tussen slager en delicatessenzaak weghalen, dan heb je zowaar een mini-supermarkt. Maar kom met die term niet aan bij de drie ondernemers. Hoe houden drie speciaalzaken aan een niet-doorgaande route het vol in een tijd dat ‘concentratie van winkels’ als de enige juiste winkelformule wordt gepresenteerd? Vraag het aan slager John Blakenburg (50), bakker Ruud Gremmee (54) en Adrie van Hattem (64) van de delicatessenzaak en het gaat over ‘specifiek inkopen’, ‘elkaar versterken’ en ‘klantvriendelijkheid’. "Wij zijn er voor de mensen die liever naar een speciaalzaak gaan.” Blakenburg: : "Het pak rijst is voor de service als mensen het vergeten zijn. De vergeten boodschappen.”

Twee jaar terug stopte de vorige groenteboer noodgedwongen en bakker Jack de Wit vertrok naar het splinternieuwe Delkant. Hij geloofde niet meer in de toekomst van wat hij noemt ‘subcentra’, zoals aan de Hogebankweg. Onzin, vinden de drie huidige ondernemers. Gremmee: "Over tien jaar zijn er alleen nog maar hele grote supermarkten. Dan willen de mensen weer naar de kleinschalige speciaalzaak. Naar ons.” Blakenburg ziet de kentering al: "Mensen willen weten waar hun eten vandaan komt.”

Topsport Toen vorig jaar de bakker vertrok, ging Blakenburg op zoek naar een nieuwe bakker als buurman. De slager: "Er was één iemand die concreet interesse toonde, maar uiteindelijk afhaakte. Niemand durfde. Waarom? Dat werd me niet verteld.” Dus ging Blakenburg zelf maar groente verkopen. Niet zo veel als bij een echte groentezaak. "Geen zes soorten appels, maar de twee die mensen het meeste kopen. Alle eerste levensbehoeften zijn in deze straat te koop.” Gremmee en Van Hattem kwamen maar wat graag, vanwege de goede klandizie van de slager. Met zijn drieën willen ze ‘Delkant’ concurrentie bieden. Al noemt Blakenburg de slager die in De Delkant zit, geen concurrent, maar collega. Ze rooien het er prima met zijn drietjes, blijkt uit hun woorden. "We hebben klanten uit Kerkdriel, Ammerzoden, Den Bosch, Zaltbommel, Rossum. Jong en oud”, zegt Van Hattem. Maar het is ook topsport, zegt Gremmee. Ze zijn niet sec slager of bakker meer, maar pure ondernemers. Gremmee: "Als ik de hele dag met mijn kop in het meel sta, kan ik niet ondernemen. Ik ben vaak bij horecazaken, om ze als klant binnen te halen.” Blakenburg doet er catering bij. Gremmee levert het brood. "Een van de manieren waarop we elkaar versterken.” Net zoals ze hetzelfde spaarsysteem hebben. Waar de vorige bakker vertrok en een groenteboer niet kwam, hebben de drie een rotsvast vertrouwen in de Hogebankweg.