Actueel

Ondernemers over de toekomst van Amsterdam: hotelier Remco Groenhuizen

beeld deondernemer
Leestijd 6 minuten
Lees verder onder de advertentie

Maar veranderen moet. Continu, zegt general manager - hoteldirecteur - Remco Groenhuijzen. "Ook binnen het topsegment moeten we ons blijven onderscheiden. We richten ons toch met vijf, zes hotels in de binnenstad op een vergelijkbaar publiek. Het verschil tussen The Grand en het Waldorf of Amstel moet ook voor de gast duidelijk blijven."

Lees ook: Amsterdam stuurt komende jaren toeristen naar Den Haag

'Hele hotellerie moet veranderen'

Wat micro geldt, geldt ook macro. De hele hotellerie moet veranderen, voortdurend. Om aantrekkelijk te blijven voor de gast, om geld op te leveren voor eigenaren en salarissen voor het personeel. Maar ook om in hun stad bij te dragen aan een gezond leefklimaat.

Lees verder onder de advertentie

"Het is in het belang van iedere hotelier dat de stad leefbaar blijft. Anders krijgt Amsterdam heel snel een negatief imago, waarna bezoekers en bedrijven - en dus onze gasten - de stad links laten liggen. Mensen laten op internet snel genoeg weten dat er iets mis is."

Ervaring binnen hotelwereld

Hij spreekt uit ervaring. Groenhuijzen (54) stapte in de jaren negentig over van Van der Valk naar hotelgigant Accor, op zoek naar internationaal avontuur. Maar vervolgens kwam hij niet meer van Amsterdam los.

Groenhuijzen opende achtereenvolgens Ibis Stopera voor de Franse keten, maakte Ibis Schiphol met toevoeging van budgethotel Etap (nu: Ibis Budget) tot grootste hotel van Nederland en werd regiodirecteur van de Nederlandse budgethotels van Accor.

Lees verder onder de advertentie

Vervolgens keerde hij als directeur terug naar dat andere Amsterdamse megahotel, het 610 kamers tellende Novotel aan de Europaboulevard, om het vervolgens grondig te verbouwen en uit te breiden.

Crisiwerkgroep aan basis van hotelhausse

Namens Novotel zat hij tien jaar geleden in de door de gemeente opgezette crisiswerkgroep die aan de basis stond van de hotelhausse die de stad de afgelopen jaren in zijn greep had. "Technologiebeurs IBC dreigde toen de stad te verlaten, onder meer doordat er te weinig kwalitatief goede, betaalbare hotelkamers waren. Daar zijn toen die 9000 extra kamers uit voortgekomen."

De missie slaagde. IBC - deze week weer - en andere megabeurzen bleven behouden voor de stad, evenals een gestaag groeiende toeristenstroom. De kamerprijzen bleven in het gareel en het aantal kwaliteitshotels groeide enorm. Alleen ging dat niet geleidelijk. "Eerst bleef die hotelgroei achter, toen kwamen er door de crisis heel veel kantoorgebouwen leeg te staan die zich uitstekend leenden voor hotel. Bovendien ging de stad werken aan zichzelf. De musea werden verbouwd, snelwegen verbreed."

Lees verder onder de advertentie

Toen dat allemaal klaar was, kwamen de bezoekers. Massaal.

Perceptie van drukte

Dat gebrek aan geleidelijkheid bepaalt volgens hem nu de felheid van de tegenreactie van Amsterdammers, die zich door bezoekers klemgezet voelden, de perceptie van drukte en de reactie van politici, die met de verkiezingen aan de horizon over elkaar buitelden met maatregelen.

"Ik kan niet zeggen waar het fout is gegaan, want het ging niet fout. Er is precies gebeurd wat nodig was. Alleen kwamen die hotels plots allemaal tegelijk." De tegenbeweging verbaast hem dan ook niet. "Maar ik stoor me wel aan het eenzijdige beeld dat wordt geschetst van de hotelindustrie als anti-Amsterdams, als graaiers."

Lees verder onder de advertentie

Van geliefde bezoeker tot paria

"Van geliefd is de bezoeker plotseling een paria geworden. Terwijl hij maar een deel is van de ontwikkelingen. Nederlanders en Amsterdammers bezoeken ook de binnenstad en dragen zo ook bij aan het gevoel van drukte. Amsterdammers verhuren hun huis ook op Airbnb."

"Het verschijnsel drukte is veel groter dan hotels alleen. Stel dat alle 32.000 hotelkamers in de regio allemaal vol zouden zitten. Dan heb je het over zestig-, zeventigduizend gasten. Op 1,2 miljoen inwoners. Een druppel. Maar alleen hotels krijgen de schuld."

Buiten de binnenstad

Houd in de gaten dat die bezoekers ook iets opleveren, waarschuwt hij: werkgelegenheid en inkomsten. De circa 40.000 mensen die in de horeca werken, waarvan 8600 in hotels, worden volgens Groenhuijzen in de druktediscussie te weinig genoemd. "Alleen The Grand biedt al 300 mensen werk, en daar zitten ook veel laagopgeleiden tussen. En kijk eens wat wij, met onze kamerprijzen, afdragen aan toeristenbelasting."

Lees verder onder de advertentie

"Bezoekers zorgen ook voor bestaansrecht van winkels, musea en horeca, voor het diverse aanbod daarvan in de stad. Vroeger gingen wij als hoteliers naar Londen en Parijs om inspiratie op te doen. Nu komen hotelmensen hierheen op inspiratiereis."

Beter sturen tegen monocultuur

"Ja, dat leidt in delen van de stad tot monocultuur, en dat is een probleem waar wat aan gedaan moet worden, door beter te sturen. Maar we zitten nu in de situatie dat hotelontwikkelingen wél aan banden worden gelegd, omdat dat met de regels toevallig kan en de komst van ongewenste winkels en horeca niet. En dat terwijl veel nieuwe hotels juist zaken aan de stad hebben toegevoegd die voor Amsterdammers bedoeld zijn: skybars, restaurants, wellnesscentra."

Want de hotellerie verandert volgens Groenhuijzen wel degelijk mee met de maatschappij. "Er zijn de afgelopen tien jaar nieuwe hotelformules bijgekomen voor nieuwe doelgroepen, er zijn nieuwe segmenten gekomen waarbij hotels met toch veel kwaliteit ook een goed rendement buiten het drukste deel van een stad kunnen behalen."

Lees verder onder de advertentie

Oplossing door lifestylehotels

Dat geldt misschien wel vooral in Amsterdam, waar de groei zich de afgelopen jaren vooral buiten de binnenstad afspeelde. "Het is echt niet zo dat de hotelsector zich blindstaart op die binnenstad," zegt Groenhuijzen. "Ik zie een formule als Sofitel of een hotel als The Grand niet snel naar de stadsrand gaan; daar vraagt de gast niet naar en daar zijn de operationele kosten te hoog voor. Maar lifestylehotels hebben daar echt een oplossing voor gevonden. Die garanderen een hoge kwaliteit met een ander kostenniveau zodat ze wel rendabel zijn buiten een binnenstad. Kijk naar CitizenM of Sir Adam."

Ook Accor, het Franse moederbedrijf van Sofitel en The Grand gaat daarin mee. Het concern heeft met Mama Shelter of het eigen Jo & Joe, beide op zoek in Amsterdam, ook zulke merken in huis. "En van het andere Sofitel in de binnenstad, de Convent aan de Nieuwezijds Voorburgwal, hebben we vorig jaar designhotel Ink gemaakt."

Hotelindustrie pas zich aan

"De hotelindustrie heeft aangetoond in staat te zijn zich aan te passen aan veranderingen. Ook omdat het publiek verschuift. Heel veel bezoekers willen helemaal niet bijdragen aan onbalans in de stad. Veel jonge gasten, toeristen of zakenreizigers uit de start-upwereld, geven in vergelijking met de traditionele hotelgast minder om locatie en hechten meer waarde aan wat een hotel te bieden heeft."

Lees verder onder de advertentie

Hij schrikt er wel van dat er in Amsterdam nog zeker 80 hotelprojecten volgens het voorgaande beleid kunnen worden uitgevoerd. "Het verleden heeft geleerd dat groei geleidelijk moet gaan, zodat wonen, werken en recreëren in balans blijft. Nu komen er eerst heel veel hotels bij, en vervolgens niks meer. Terwijl het aantal Airbnb-adressen blijft groeien. Daardoor slaat de balans door. "

Breder kijken naar Amsterdamse metropool

"Het is heel goed om breder te kijken, naar de Amsterdamse metropool, als plek voor verdere ontwikkelingen. Kijk naar Amsterdam-Oost, wat de toevoeging van horeca heeft betekend voor de leefbaarheid. Dat kan in de regio ook."

"Een gezonde horecasector is in Amsterdam geen gegeven. Alle analisten zeggen dat het zo ontzettend goed gaat, maar wij hadden in juli en augustus vorig jaar een duidelijke dip; door de aanslagen in Europa maar ook door de toevoeging van al die hotels. Er is een gezamenlijk luxeprobleem, dat ook gezamenlijk moet worden opgelost. Steden groeien nu eenmaal en als we daar niet op de juiste manier daarmee omgaan, dan zitten we straks met een monocultuur zoals in Venetië."

Lees verder onder de advertentie

Groei moet geleidelijk gaan, zodat wonen, werken en recreëren in balans blijft

Remco Groenhuijzen