Nieuws Actueel

Dit is waarom je je auto niet moet voltanken bij tropische temperaturen

Voor je werk ook deze tropische dagen veel de weg op? Dan is het opletten geblazen. Want bij temperaturen van meer dan 30 graden dreigen niet alleen uitdroging of een zonnesteek. Automobilisten moeten volgens de Duitse automobielvereniging KS ook hun brandstoftank niet helemaal volgooien.

Erik Kouwenhoven/Foto: ANP 24 juni 2019

Benzine tanken auto zomer hitte

Nederland maakt zich op voor een van de heetste weken ooit in juni. Dat betekent water mee in de auto en vooraf kijken of het traject dat je gaat rijden filevrij is, meldt het AD. Maar er is nog een aspect dat veel automobilisten niet weten. Volgens de Automobilclub Kraftfahrer-Schutz (KS) moeten automobilisten hun tank niet helemaal tot de rand toe vullen. De reden is dat de hitte ervoor zorgt dat benzine en diesel uitzetten. In de brandende zon zou er brandstof door de tankopening of de brandstof-ontluchting kunnen lekken.

Brand kan uitbreken door zomerse hitte

Dit kan volgens de autobond niet alleen schade toebrengen aan het milieu, de lak van de auto of de bodembescherming, in extreme gevallen kan er zelfs brand uitbreken doordat het op het uitlaatsysteem terechtkomt. Het beste is om de auto af te tanken en meteen te stoppen wanneer het tankpistool automatisch afslaat en niet door te gaan tot de rand van de vulopening zichtbaar is. Ook wordt aangeraden om alleen te tanken wanneer je daarna nog een grotere afstand moet afleggen.

Lees ook: Waarom dit bedrijf met de hittegolf voor een week zijn deuren sluit

Maar wat is het probleem dan?

Het probleem is het temperatuurverschil: brandstof wordt opgeslagen in ondergrondse tanks bij een temperatuur van 5 tot 10 graden. Als het buiten 30 graden of warmer is, zorgt dat voor een snelle opwarming van de brandstof van meer dan 20 graden. De benzine of diesel zet dan met ongeveer twee procent uit, wat overeenkomt met één liter meer volume in een tank van 50 liter.

Lees ook: Zo zorgt de NS dat jij de trein niet uitbrandt door de hitte

Airco in de auto? Maak deze fouten niet

De airco is een mooie uitvinding om het auto-interieur koel te houden, maar veel automobilisten gebruiken het systeem nog altijd op een verkeerde manier. Dit zijn de vijf meest voorkomende fouten (en de oplossingen):

1. De airco bij het instappen meteen op de koudste stand en met de grootste blaaskracht inschakelen

Beter is het om de portieren en de ramen eerst een minuut te openen voordat je de airconditioning aanzet.

2. De ‘lucht-recirculatie’ ingeschakeld houden

Net na het instappen kan het handig zijn om eerst een paar minuten de interne recirculatie in te schakelen, want hierdoor zal het interieur nog sneller afkoelen. Maar daarna moet het systeem toch echt op de stand met toevoer van buitenlucht.

3. De airconditioning 's ochtends vroeg nog niet inschakelen, omdat het dan nog kil is

In Nederland kan het 's zomers in de ochtend best koel zijn. Toch is het dan vaak verstandig om meteen de airconditioning aan te zetten. Zo voorkom je dat de ramen beslaan als de buitentemperatuur enigszins begint te stijgen.

4. De uitstroomopeningen verkeerd richten

'Zet de temperatuur eens wat lager, ik voel niks', is in de zomer een veel gehoorde opmerking van passagiers in de auto. Meestal is het echter geen kwestie van een te hoog ingestelde temperatuur, maar de richting waarin de koude lucht door de auto stroomt. Om een gelijkmatige verdeling van de luchtstroom te krijgen, moeten de uitstroomopeningen naar boven wijzen en dus niet naar de gezichten van de inzittenden.

5. Geen onderhoud

Veel airco-systemen lijden onder achterstallig onderhoud. Een automerk als Seat adviseert om de filters om de 15.000 tot 20.000 kilometer te vervangen om een verminderde werking te voorkomen.