Daarbij werd er sinds het begin van de metingen eind vorige eeuw niet eerder zo'n hoge winst geboekt in de eerste maanden van het jaar. Het CBS benadrukt dat bedrijven in de meetperiode minder coronasteun hebben ontvangen. Maar toch was zowel de operationele winst als de winst van buitenlandse dochters hoger.
Met name de delfstoffenwinning, de petrochemische industrie en de energiebedrijven boekten meer winst. Dit had ook alles te maken met de gestegen energieprijzen. Verder wisten ook de horeca, de reisbureaus en de luchtvaart hun resultaten op te voeren. Dit had weer te maken met de heropening van de economieën na de coronamaatregelen.
Lees hier de expertblog van Jan Meerman, directeur INretail:Waarom 'weidewinkels' ondanks corona goed zijn blijven scoren
De extra winsten van de bedrijven zorgden er ook voor dat er meer belasting moest worden betaald. Niet-financiële bedrijven waren in het eerste kwartaal 3,2 miljard euro meer kwijt aan belastingen over hun winst in vergelijking met een jaar eerder. Daarnaast werd er voor 3 miljard euro extra aan dividend uitgekeerd aan aandeelhouders.
Ook namen de investeringen in vaste activa, zoals gebouwen, transportmiddelen, machines en merknamen, met 1,2 miljard euro toe. Daarnaast waren bedrijven meer geld kwijt aan de beloning van personeel.