ActueelFamiliebedrijf

Tentenverhuurder Ko is tijdelijk trucker: ‘Ik laat ons familiebedrijf niet zomaar kapotgaan’

Ko ter Horst heeft door de coronacrisis zijn tenten in de opslag. ,,We houden alle werknemers betrokken bij de zaak. Ze komen elke maandag even een uurtje langs. Voor een bakkie koffie en een praatje.’’ Foto: Frank Uijlenbroek/AD.
Leestijd 4 minuten
Lees verder onder de advertentie

,,Ik werk voor het eerst in mijn leven voor een baas. Rijd voor een bedrijf uit het Overijsselse Dalfsen in een truck het hele land door om dierenvoer te bezorgen bij boerderijen”, vertelt Ko ter Horst (49) tegen het AD. ,,Dat doe ik sinds september vorig jaar. Het was in het begin best even wennen om niet zelf de touwtjes in handen te hebben. Maar dat duurde niet lang. Ik vind het een leuke baan.’’

,,Ik móést gewoon ergens aan de slag. Om geld te verdienen, maar ook om bezig te blijven. Onze branche ligt door corona al ruim een jaar op zijn gat. Normaal gesproken zijn we het hele jaar druk met onze tentenverhuur. Dan leveren we door het hele land aan popfestivals, dorpsfeesten, noem maar op. De Zwarte Cross bijvoorbeeld. En vroeger waren we de vaste tentleverancier voor bands als Golden Earring, Normaal en Rowwen Hèze. Maar bands treden niet meer op, festivals gaan niet door en dorpsfeesten worden niet meer gehouden. Dus liggen wij ook al een jaar plat.’’

Lees ook: Evenementen vanaf juli van start, kabinet steunt festivals met garantiefonds

Lees verder onder de advertentie

Het bedrijf draaide tot corona prima

,,Dat vreet best aan me. Soms ben ik bang dat ons familiebedrijf van 95 jaar oud het loodje legt. Mijn opa Ko begon de tentenverhuur, waarna mijn vader Adrie het bedrijf overnam. Pa overleed in 2006 aan de gevolgen van kanker, na een ziekbed van anderhalf jaar. Toen kwam ik aan het roer. Ik liep al een tijdje mee in het bedrijf en was goed voorbereid. Het bedrijf draaide prima. Tot maart vorig jaar, toen corona kwam.’’

,,Ik bleef een paar maanden bezig bij huis. Allerlei klusjes doen en zo. En we verhuurden sporadisch een tent, voor een coronateststraat van de GGD. Op een gegeven moment was ik wel uitgeklust. En die paar tenten die we verhuurden, daar konden we absoluut niet van leven. We verloren bijna onze volledige jaaromzet. Er moest gewoon geld binnenkomen om te overleven en ik kroop de vrachtwagen in.’’

Personeel komt wekelijks bakkie doen

,,Gelukkig zijn alle zes personeelsleden nog keurig bij ons in dienst. Dat lukt dankzij de financiële overheidssteun en het UWV. We houden alle werknemers ook betrokken bij de zaak. Ze komen elke maandag even een uurtje langs. Voor een bakkie koffie en een praatje.’’

Lees verder onder de advertentie

,,Onze werknemers krijgen nog steeds keurig hun loon, maar ze hebben niets te doen. Dan loop je het risico dat ze zeggen: ik zoek wel wat anders. Dat wil ik niet. Ik wil dat we straks met ons vertrouwde ploegje weer verder kunnen. Daarom zien we elkaar elke maandag.’’

,,Corona is voor velen een ramp, ook voor ons. Maar als ik dan toch een voordeel moet noemen: we konden voor het eerst in jaren in de zomer op vakantie. Normaal gesproken doen we dat in het najaar, omdat het in de zomer wemelt van de dorpsfeesten en festivals. Maar vorig jaar trokken we er in juli op uit in ons campertje. Dat was wel lekker. Maar ik zat ook vaak te piekeren in dat campertje: kunnen we nog door met de zaak? En hoe lang nog?’’

Ik zal altijd blijven knokken voor mijn bedrijf, omdat het een familiezaak is. Met bloed, zweet en tranen opgebouwd door mijn opa

Ko ter Horst

De agenda druppelt langzaam vol

,,Ik zal altijd blijven knokken voor mijn bedrijf, omdat het een familiezaak is. Met bloed, zweet en tranen opgebouwd door mijn opa. Dat laat ik niet zomaar kapotgaan. Ik krijg nu iets meer hoop dat het goed komt. Er druppelen weer wat afspraken de agenda in voor feesten en festivals. Ergens achter in de zomer, augustus, als heel Nederland gevaccineerd is. Dat geeft moed.’’

Lees verder onder de advertentie

,,Die paar evenementen poetsen de schade niet weg, ook dit jaar verlies ik enorm veel omzet. Maar we hebben in elk geval weer iets om naar uit te kijken. Want ik verlang naar m’n échte werk. In de vrachtwagen rijden is heel leuk voor een tijdje. Maar tenten, feesten en festivals zijn mijn wereld.’’

,,Ik mis de vrijheid en de gezelligheid. Als wij ergens met een tent staan en ze zeggen ‘bedankt, het was een succes, kom volgend jaar alsjeblieft terug’, is dat al een beloning voor mij. Ik hoop dat in augustus eindelijk weer te horen.’’