Webshops zonder winkelpand groeien het snelst

De omzet van pure webwinkels is van januari tot november van 2016 met 23 procent gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2015. De online omzet van winkels die ook fysieke vestigingen hebben, groeide met 14,9 procent. Een jaar eerder groeiden beide soorten webwinkel nog even snel.

Alle webwinkels samen zetten 19,4 procent meer om van januari tot en met november 2016 dan in dezelfde periode in 2015. Hiermee is de groei iets afgenomen ten opzicht van vorig jaar. Toen groeide de omzet nog met 21,5 procent.

Begin 2016 telde Nederland ruim 32 duizend pure webwinkels, bijna 10 procent meer dan begin 2015. De meeste pure webwinkels verkopen hoofdzakelijk kleding (25,4 procent), gevolgd door huis- en tuinartikelen (16 procent). Het meest in opkomst zijn de webwinkels die zich richten op het verkopen van voeding. Met een groei van 14 procent bestaat inmiddels 9 procent van de webwinkels uit food-webshops.

73 procent van de Nederlanders (12-plus) kocht in 2016 iets via het internet. Hiermee neemt het aantal online shoppers ook dit jaar weer toe (3 procent). Ook is er een stijging te zien in het aantal aankopen dat mensen doen. Vooral levensmiddelen, kleding, huishoudelijke spullen en reizen vlogen meer over de digitale toonbank. Jongeren bestellen nog altijd meer online dan ouderen, maar dit verschil wordt kleiner. Het percentage webshoppers groeide dan ook het hardst bij de 65- tot 75-jarigen, van 45 naar 50 procent.

Bijna 40 procent van de webshops opereerde in 2016 vanuit Zuid- en Noord- Holland. In Zeeland is 1,5 procent van de webwinkels gevestigd, het minst van alle provincies. In Zuid-Holland nam het aantal webwinkels het snelst toe (12,3 procent) en in Zeeland het minst snel (5,5 procent). Veruit de meeste webwinkels zijn eenmansbedrijven (94 procent). Bij 1,1 procent van de online winkels werken meer dan vijf mensen.