Zo wist kussenproducent Polyvlok door te gaan na verwoestende brand

Polyvlok, een producent van kussens voor de meubelindustrie, brandt in 1997 voor het eerst af. Het Bredase bedrijf is dan nog in handen van Janssen senior. ,,Mijn vader werd met brandwonden opgenomen in het ziekenhuis’’, vertelt Martijn Janssen. Plotseling zit Polyvlok zonder directeur. ,,Mijn baan liep net af en toen ben ik ingesprongen om te helpen met de opbouw. In die tijd deden verzekeraars nog niet zo moeilijk. Het was een kwestie van zaken aantonen en binnen een paar maanden was alles afgehandeld.’’

Twintig jaar later, als Janssen het bedrijf heeft overgenomen van zijn vader, is het weer raak. ,,Ik was in Keulen op een beurs toen ik werd gebeld. Op de achtergrond hoorde ik sirenes en ik wist genoeg. Onderweg naar huis hing al een contra-expert aan de telefoon die zijn diensten aanbood.’’ Zodra hij ter plaatse is, weet iedereen hem te vinden. ,,Ik zat met acht man aan tafel, onder wie de contra-expert, drie man van de verzekeraar en een salvagecoördinator. De milieudienst van de gemeente staat ook gelijk met papieren op de stoep: of je even wilt tekenen voor de lozing van bluswater op het riool. Je bent aansprakelijk als dat tot vervuiling leidt, maar ook dat risico kun je afdekken met een verzekering.’’

Als je personeel iets verkeerds zegt, heb je een probleem

De contra-expert stelt de schade vast en houdt alles rond de schadeafwikkeling in de gaten, vertelt Janssen. ,,Zo stuurde mijn verzekeraar een schade-onderzoeksbureau langs, dat technisch onderzoek verrichtte en het personeel verhoorde. Ze vroegen waar alles stond, waar de brand voor het eerst werd gezien. De contra-expert waarschuwde me: ‘Als je personeel uit onwetendheid iets verkeerds zegt, heb je een probleem.’ Je eigen verzekeraar is de tegenpartij, constant op zoek naar iets wat in strijd is met de voorwaarden, zodat ze minder hoeven uit te keren.’’

Acht dagen na de tweede brand is Polyvlok weer in bedrijf. Janssen: ,,Je kunt drie dingen doen. Stoppen, maar dan krijg je ongeveer de helft van de schade uitgekeerd. Iets anders gaan doen, dan krijg je twee derde. Maar als je wilt krijgen waar je recht op hebt, dan is verdergaan de enige optie. Zo snel mogelijk, niet bij de pakken neerzitten. Dan heb je ook de meeste kans om je klanten te behouden.’’

Doorzettingsvermogen en creativiteit

Dit vraagt om doorzettingsvermogen en creativiteit. ,,We werken met specialistische machines, waar acht maanden levertijd op zit en je moet 40 procent aanbetalen. Dat ging niet. Gelukkig kon ik een machine kopen van een fabrikant die ermee op de beurs had gestaan. Verder heb ik tweedehandsjes gezocht en opgeknapt. Daarnaast moet je, om klanten te behouden, orders door concurrenten laten uitvoeren of met een halffabricaat werken. De extra kosten om bedrijfsschade te beperken worden gedekt door een bedrijfsschadeverzekering. Dat geldt ook voor vaste lasten als salarissen en misgelopen brutowinst.’’

Reken er echter niet op dat de verzekeraar klaarstaat om het geld over je uit te storten. ,,De afhandeling gaat in stappen’’, vertelt Janssen. ,,Je moet eerst alles aantonen, ook dat je doorgaat. Dan krijg je van de verzekeraar de helft vergoed en zodra je de factuur aanlevert de andere helft. Dat kost zeeën van tijd. Ik kreeg pas na zes tot acht weken mijn eerste voorschot van de bedrijfsschadeverzekering en moest met aanmaningen van mijn leveranciers de verzekeraar bellen. Ook stuurde ik offertes op om druk uit te oefenen. Uiteindelijk heeft het dertien maanden geduurd voordat alles betaald was. De kosten voor de contra-expertise heb ik maar gedeeltelijk vergoed gekregen, omdat verzekeraars het tarief rekenen waarvoor zij experts inhuren.’’

Het belangrijkste is om alles up-to-date te houden

Het is geen leuke les, maar je leert wel wat van een brand. ,,Het belangrijkste is dat je alles up-to-date houdt. Geef uitbreiding van je inventaris direct door aan de verzekeraar, check of het is bijgeschreven op de polis. Houd voor de onderdelen waarvoor je op taxatiewaarde bent verzekerd de termijn in de gaten waarbinnen je het rapport moet vernieuwen. Vergeet ook de losse taxatie niet. Ik heb een werkplaats met klein gereedschap als schroevendraaiers en boren: alles bij elkaar zijn die toch een ton waard. Let ook op veranderingen bij een verzekeraar, dus houd elk jaar je polis tegen het licht. Verder stel ik me bij mijn inventaris de vraag: welke spullen vervang ik wel na een brand en welke niet? Zo kun je het verzekerd bedrag aanpassen en daarmee de premie.’’

Of het na twee branden nog lukt om je goed te verzekeren? Janssen: ,,Ja, maar vanwege de risicospreiding heb ik nu wel meerdere verzekeraars, via de beurs. En de bedrijfsschadedekking heb ik uitgebreid van een naar twee jaar.’’