Iedere ondernemer heeft er wel eens mee te maken: een klant die zijn factuur niet (op tijd) betaalt. Door een (gedeeltelijke) vooruitbetaling, onderzoek naar de kredietwaardigheid van de klant of een kredietverzekering kun je dit risico beperken. De praktijk leert echter dat een onbetaalde vordering niet helemaal te voorkomen valt. Dat overkwam ook de groothandel in bouwmaterialen uit de inleiding.
De groothandel had voor een bedrag van 244.500 euro aan hout- en plaatwerk verkocht en geleverd aan een houthandel. De houthandel had een bedrag van 81.500 euro aanbetaald en het restant zou zij na aflevering voldoen. Helaas voor de groothandel, kwam zij deze afspraak niet na. Ook na het sturen van betalingsherinneringen, aanmaningen en sommaties bleef betaling uit. Wat kun je dan nog doen? Beslag leggen op de bezittingen van de houthandel.
Onderzoek verhaalsmogelijkheden
Wanneer je als onderneming beslag wilt laten leggen voor een openstaande vordering, is het allereerst van belang om te onderzoeken of de debiteur verhaal biedt. Met andere woorden: heeft de wederpartij bezittingen waarop je beslag kunt leggen en die je kunt laten verkopen als de vordering onbetaald blijft?
Hierbij kun je denken aan:
roerende zaken, zoals machines, voertuigen, gereedschappen, voorraden en inventaris;
vorderingen op derden, zoals debiteuren of een positief saldo op de bankrekening;
onroerende zaken, zoals een bedrijfspand of een perceel grond.
In de casus van de groothandel wees het verhaalsonderzoek uit dat de houthandel een bedrijfspand in eigendom had, machines en voorraden bezat en een bankrekening aanhield bij een Nederlandse grootbank.
Het bedrijfspand had een overwaarde van ongeveer 200.000 euro en daarom was dit voor de groothandel een gunstig verhaalsobject. De groothandel ging over tot het leggen van beslag op het bedrijfspand.
Toestemming van de voorzieningenrechter
Om beslag te mogen leggen is toestemming nodig van de voorzieningenrechter van de rechtbank. Die toestemming kun je vragen door middel van een verzoekschrift tot het leggen van beslag. In dit verzoekschrift dien je toe te lichten welke vordering je hebt, waarom je deze vordering hebt en waarom het noodzakelijk is om beslag te leggen.
Een verzoek tot het leggen van beslag wordt bij een goede onderbouwing meestal direct en binnen enkele dagen toegewezen. Dit komt doordat de rechter slechts op hoofdlijnen toetst of er daadwerkelijk een vordering is en of er gegronde redenen zijn om beslag te leggen.
In het geval van de groothandel wees de voorzieningenrechter het verzoek tot het leggen van beslag op het bedrijfspand binnen één dag toe. Het was tenslotte duidelijk dat de groothandel producten had geleverd, deze niet betaald had gekregen en de houthandel ondanks alle inspanningen van de groothandel niet bereid ging zijn wél tot betaling over te gaan.
Lees ook: Bijna failliet door schuld van 850.000 euro, maar wel levensvatbaar: zo overleefde deze retailer
Deurwaarder inschakelen
Wanneer de voorzieningenrechter het verzoek tot het leggen van beslag toewijst, dan krijg je zogenoemd ‘verlof tot het leggen van beslag’. Je mag dan daadwerkelijk overgaan tot het leggen van beslag. Hiervoor dien je een deurwaarder in te schakelen. De deurwaarder zorgt voor de bekendmaking van het beslag aan de wederpartij en eventuele andere betrokkenen en zorgt ervoor dat de noodzakelijke handelingen worden verricht om het beslag te formaliseren.
Voor het beslag op het bedrijfspand betekende dat onder meer de inschrijving in het Kadaster en de betekening van het beslagverlof bij de houthandel. Met een overwaarde van ongeveer 200.000 euro had de groothandel haar vordering van 163.000 euro daarmee (vooralsnog) veiliggesteld.
Eis in hoofdzaak
Met alleen het beslagverlof en de beslaglegging door de deurwaarder ben je er alleen nog niet. Het is vervolgens essentieel dat je als beslaglegger binnen een bepaalde termijn (meestal twee weken) een ‘eis in hoofdzaak’ instelt.
De hoofdzaak is de juridische procedure over de vordering zelf. Bij het beslagverzoek wordt slechts summierlijk beoordeeld of er een vordering is en dat is in zekere zin een voorlopig oordeel. De hoofdzaak heeft tot doel om definitief vast te stellen of de groothandel een vordering op de houthandel heeft en of het beslag dus terecht is gelegd.
Executie
Als in de hoofdzaak wordt geoordeeld dat de groothandel een vordering op de houthandel heeft, kan de groothandel overgaan tot het laten executeren van het beslag. Bij het bedrijfspand is dat bijvoorbeeld een gedwongen verkoop, waarbij een gedeelte van de opbrengst aan de groothandel ten goede komt.
In de casus van de groothandel kwam het alleen niet zo ver. Na het beslag en de eis in hoofdzaak ging de houthandel alsnog over tot betaling van het bedrag van 163.000. Een beslag is dus niet alleen een sterke manier om zekerheid te verkrijgen. Het is ook een adequaat pressiemiddel om de crediteur tot betaling over te laten gaan.