Blog Juri Hoedemakers
Hoe ga jij om met kritiek? En wat heeft een outfit daar mee te maken?
Kritiek. Van wie kun je het hebben, van wie juist niet en hoe komt het toch dat we altijd zo ijverig omgaan met kritiek van mensen die een uniform dragen? Juri Hoedemakers geeft aan dat je er een hele studie op los kunt laten, maar kiest er bewust voor om eens lekker kort door de bocht te speculeren.

In hoeverre creëer jij zelf de vrijheid om kritisch te zijn? Het is één van de vragen van Juri Hoedemakers. Foto: Shutterstock
De laatste tijd hoor ik vaak om mij heen dat we kritisch moeten blijven nadenken. Uiteraard ben ik daar groot voorstander van. Alleen als je dan kritiek krijgt, hoe ga jij daar als ondernemer dan mee om?
De hofnar had het recht om de koning te corrigeren en kritiek op hem te leveren. Hij moest daarbij wel zorgen voor een goede balans tussen pleasen en displeasen. Ook de hofnar kon namelijk te ver gaan, al had hij altijd nog als back-up dat hij een aparte status had: ‘Het is toch maar een gek die het zegt.’ De manier waarop de hofnar kritiek gaf, was extreem belangrijk. Het speciale narrenpak droeg bij aan het privilege om deze vergaande kritiek te uiten.
"Van welke ‘outfits’ neem jij kritiek aan? En van welke ‘outfits’ niet? En in hoeverre is het maakbaar? In hoeverre creëer jij zelf de vrijheid om kritisch te zijn?"
Het narrenpak uit West-Europa had de volgende kenmerken:
Het bestond uit veelkleurig weefsel of patchwork.
De meest voorkomende kleuren waren rood, groen, blauw en geel.
Het pak had een zotskap: een soort capuchon met twee of meer ezelsoren eraan. Bovenop zat een hanenkop of hanenkam, soms uitgerust met een veer. Bijkomend detail was dat onder deze kap vaak een kaal hoofd van de hofnar schuilging; dit was geboren uit traditie.
Aan het uiteinde van de kap en/of aan de mouwen en broekspijpen waren belletjes bevestigd.
Vaak dienden een houten zwaardje, een grote zakdoek en een vossenstaart als extra attributen. Het meest voorkomende losse attribuut dat de hofnar doorgaans in zijn hand hield, was de marot, een soort namaakscepter. Deze marot varieerde van een soort knots met aan het uiteinde een varkensblaas die was gevuld met lucht of erwtjes, tot een stok met een narrenkop erop, een soort miniversie van de hofnar zelf. Met deze marot kon de hofnar klappen uitdelen, maar ook humoristische dialogen voeren, spiegelgevechten houden of buikspreken.
Lekker kort door de bocht speculeren
Maar wat is dan het verband tussen een outfit en de mate waarin we kritiek van een ander aannemen? Welnu, daar kun je een hele studie op los laten, maar laten we voor de verandering eens lekker kort door de bocht gaan speculeren. Hofnar was een officieel beroep, met een bijbehorend pak. Net als dat nu nog steeds geldt voor bijvoorbeeld rechters, advocaten, politieagenten, brandweerlieden en wegenwachters van de ANWB.
En dat heeft toch iets fascinerends. Als iemand zich gaat bemoeien met de staat van jouw auto zeggen we misschien al gauw dat die persoon zich met zijn of haar eigen zaken moet bemoeien. Maar zegt een persoon in een outfit van de ANWB hetzelfde, nemen wij dat keurig van die persoon aan.
Het verschil dat een uniform maakt
Als iemand kritisch op ons is en aangeeft dat we het de volgende keer maar beter anders moeten aanpakken zeggen we dat we niets ‘moeten’ of ‘verplicht’ zijn. Want dat maken we zelf wel lekker uit. Maar spreekt een persoon in een zwarte toga met witte bef datzelfde uit, ‘moeten’ we het opeens wel. Te hard rijden mag niet, maar met een politie-uniform aan lijkt het alsof daar soms wat makkelijker mee om wordt gegaan, zelfs zonder sirenes en zwaailichten. Dat is toch geweldig interessant! Alleen op basis van outfits.
Met z'n allen luisteren naar Maarten van Rossem
Van welke ‘outfits’ neem jij kritiek aan? En van welke ‘outfits’ niet? En in hoeverre is het maakbaar? In hoeverre creëer jij zelf de vrijheid om kritisch te zijn? Laten we als voorbeeld eens kijken naar een criticus die bijna iedereen kent: Maarten van Rossem. Grijs haar, grijze baard, zwarte bril, zwarte kleding, mondhoeken naar beneden en een brommerig stemgeluid: dit zijn de ingrediënten die Maarten van Rossem de vrijheid geven om de criticus te zijn van de wereld om hem heen. En wij horen die zo authentiek gebrachte kritiek maar al te graag. Zo werd hij vorig jaar zelfs gevraagd om voor Comedy Central verslag te doen van de finale van het Eurovisie Songfestival in Rotterdam. En kritiek had hij, onverbloemd, maar hij mag alles zeggen, want hé, het is Maarten van Rossem.
Lees ook: Vakantie, tijd voor reflectie: maar waarom eigenlijk?
Interessante vragen om eens goed over na te denken
Als ondernemer ga je tegenwoordig meestal niet in een narrenpak, als Maarten van Rossem of anderszins verkleed naar het werk. Maar hoe organiseer jij dan de vrijheid om kritiek te leveren? En hoe ga je er mee om als je zelf kritiek krijgt? En moeten we ons wel laten afleiden door outfits? Van wie zou jij kritiek aannemen in de sauna? Of kun je van iedereen iets leren?
Hopelijk zijn dit weer wat interessante vragen om over na te denken. Heb je kritiek op de vragen of de voorbeelden, mail mij dan op juri@drshofnar.nl.
Juri Hoedemakers
Verbinder, coach, inspirator
Juri Hoedemakers (1987) is een verbinder, coach en inspirator die bedrijven en mensen helpt om beter samen te werken en net even anders naar situaties te kijken. Tijdens zijn masterstudie aan de Erasmus Universiteit verdiepte hij zich in het belang van de hofnar in moderne organisaties. Voor deze studie kreeg Juri de prijs voor de beste scriptie van het jaar.
Meer informatie: LinkedIn-pagina Drs. Hofnar en/of via juri.hoedemakers@gmail.com.