Charlotte van Asseldonk
Charlotte is leiderschapsexpert en richt zich specifiek op invloedrijk leiderschap. Ze is eigenaar van de TalentenLeider waarin ze directeuren en senior managers begeleidt om vanuit invloed leiding te geven.
De coronajaren waarin thuiswerken een praktische oplossing was, liggen ver achter ons. Thuiswerken is grotendeels gebleven, onder meer vanwege de krappe arbeidsmarkt. Er is echter een disbalans tussen autonomie en verbinding. Werkgevers ervaren dat er te weinig verbondenheid is. De roep om meer verplichte kantoordagen is een poging om de verloren verbinding te herstellen.
Lees ook: Werkgevers trekken teugels thuiswerken aan: ‘Het wordt volwassen’
Effect verplichte kantoordagen is dubbel
Op korte termijn bieden verplichte kantoordagen duidelijkheid en voorspelbaarheid: medewerkers weten wat er van hen verwacht wordt. Maar op lange termijn kan het vertrouwen afbrokkelen. Medewerkers voelen dat ze minder autonomie en minder partnerschap hebben. Daardoor kunnen hun motivatie en het gevoel dat ze samen iets bereiken, afnemen.
Werkgevers moeten zich daarom niet afvragen hoeveel dagen iemand wel of niet op kantoor moet zijn. Daarmee corrigeren ze op vorm in plaats van op de essentie. Ze moeten zich afvragen: wat is er nodig voor meer verbondenheid? En: hoe leveren we samen goed werk?
De vorm maakt niet uit
Werkgevers moeten op zoek naar de ‘onderstroom’. Zijn de onderlinge verwachtingen duidelijk? Zijn er gezamenlijke momenten van betekenis, zoals de wekelijkse teamstart waarin successen, dilemma’s en leerpunten worden gedeeld? Leidinggevenden moeten dit bespreken met hun mensen en ook zelf aangeven wat zij nodig hebben om cohesie te voelen.
De oplossing hoeft dan niet in fysieke aanwezigheid te liggen, maar wel in echt contact. Bijvoorbeeld door successen samen te vieren, mislukkingen te bespreken, teamreflecties te organiseren of bewust ruimte te maken om van elkaar te leren of nieuwe mensen in te werken. De vorm (digitaal, fysiek of hybride) maakt niet zoveel uit, maar de intentie wel. Die moet draaien om het collectief.
Lees ook: Werkgevers willen werknemers terug naar kantoor: ‘Stuur op resultaat, niet op aanwezigheid’