Blog Nico Dijkshoorn

Nico Dijkshoorn had een 'hele gewone eigen winkel' kunnen hebben: het ging mis

Hij had een eigen winkel kunnen hebben. De Gewoonste Zaak Van De Wereld. Of De Gewoonste Zaak. In zijn winkel zouden dan alleen maar 'gewone dingen' te koop zijn. Maar het liep anders. Nico Dijkshoorn legt het uit.

Nico Dijkshoorn 22 februari 2021

Nico dijkshoorn blog armen uitelkaar

'Ik wil u leren begrijpen. Ik ga hier tweewekelijks in gevecht met mijn diepste angst: risico nemen. Ergens echt in geloven. Ik wil hier mijn ondernemers-cynisme proberen kwijt te raken.' Daarom: tweewekelijks zijn blog, op deze website.

Ik liep deze week met Tanja door de drukste winkelstraat van Leiden. Er werd niet heel erg veel afgehaald. Dat snapte ik wel. De sociale controle gaat werken en het elitair funshoppen verliest dan zijn glans. Voor veel mensen is dat toch de helft van de lol: zo opzichtig mogelijk een föhn van 600 euro kopen.

Daar mag ik graag naar kijken. Een man met iemand naast zich die hij ‘zijn vrouwtje’ noemt, het afrekenen van de föhn, het gezellig laten inpakken zodat de mensen achter je in de rij goed kunnen zien hoe makkelijk hij 600 euro uitgeeft voor iets waar hij zelf - kaal als Jack van Gelder - niets meer aan heeft en dan, vlak voor het afrekenen zeggen: ‘weetjewatjes, doe die poriën-reiniger van 300 euro er ook maar bij.’

Ik zeg dan vaak net iets te hard het woord ‘mee-eters’, maar veel maakt het niet uit. De elitaire funshopper geniet juist van jaloezie. Midden tussen het lompenproletariaat een zinloos elektrisch apparaat kopen, iets waar die mensen een maand van kunnen eten, dat is juist de bevrediging. Ik denk nog steeds dat een winkel met peperdure hondenkleding vlak naast een voedselbank een enorm succes zou kunnen worden.

Lees ook: Dijkshoorn doet handreiking naar Arie Boomsma (en andere sportschoolhouders)

Je zou zo een winkel Rijkdom Loont kunnen noemen, of Over De Balk. Een zelfreinigende ijsmachine kopen en dan hopen dat de rij van de voedselbank tot aan de voordeur staat. Met de doos boven je hoofd naar je vierde auto lopen, achterklep openen met voice-activation en dan naar je derde huis rijden om de ijsmachine bij alle andere zinloze apparaten te zetten.

Maar nu, in die lege winkelstraat zonder afhalers, viel er weinig te beleven. Toch stond ik opeens doodstil. Tanja wachtte geduldig af. Die kende dit wel. Ik was weer eens ergens heel erg opgewonden over en daar moest zij dan drie dagen naar luisteren.

Ik wees naar een winkel. ‘Normal’ zei ik. Ik zei het nog een keer, ‘Normal’ waardoor ik zelf het omgekeerde werd: een zenuwpatiënt tijdens een mislukte cursus controlebeheersing. ‘Wat is dit?’ vroeg ik Tanja. Ze zei: ’Een winkel helemaal vol met normale dingen. Slim hè!’ Ik zei niks. Ik was met stomheid geslagen. Ik keek naar wat ik zelf vijftien jaar eerder zelf had verzonnen. Een winkel zonder onzin.

‘Kijk dan’ riep ik. ‘Dat is mijn concept verdomme! Toch? Dat weet je toch nog wel?’ Er begon haar iets te dagen. ‘Ja, klopt. Daar heb je toen drie weken over lopen oreren. Te laat. Kijk maar, het is er al.’

Gewone chips. Dus geen chips met wasabi-koolraap smaak. Geen ribbels. Gewoon chips. Een gewone broekriem. Met de gaatjes precies op de goede plek, dus dat je niet een riem van 190 euro met een hete breinaald staat te bewerken.

Ik werd gek. Waarom had ik vijftien jaar geleden naar alle mensen geluisterd die mij goed advies begonnen te geven. Ik legde ze eerst het concept uit. ‘Mijn winkel gaat De Gewoonste Zaak Van De Wereld heten. Of De Gewoonste Zaak. In die winkel kan je alleen maar gewone dingen kopen. Dus geen spijkerbroek met voorgevallen kniescheur, maar gewoon een spijkerbroek. Gewoon bestek ook. Dus dat je niet met een vork in je hand zit die je niet begrijpt.’

Tanja onderbrak mij dan altijd. ‘Nico heeft ooit een amuse-lepel recht gebogen.’

Maar ik ging door. ‘Gewone chips. Dus geen chips met wasabi-koolraap smaak. Geen ribbels. Gewoon chips. Een gewone broekriem. Met de gaatjes precies op de goede plek, dus dat je niet een riem van 190 euro met een hete breinaald staat te bewerken. Gewoon frisdrank, dus geen soda-machine voor een nog sneller rottend gebit. Snap je! Gewone dingen. Je loopt naar binnen, je hebt haargel nodig en dan hebben ze maar één merk. Gewoon Gel. Dus niet iets in een rare fles waarmee je je haar kunt stulpen en ook geen rivierklei uit India, maar goudeerlijke bibberende gel. Voor gewone mensen met gewoon haar.’

Na mijn uitleg zeiden mensen: ‘Gaan doen man. Lachen. Is er nog wijn?’

Ik had rijk kunnen zijn. Maar daar ging het niet om. Ik had, net als de meeste lezers hier, kunnen stralen, midden in mijn zelf verzonnen zaak.

Nu stond ik voor de winkel die ik door mijn vingers had laten glippen. Tanja gaf mij de nekslag. ‘In supermarkten hebben ze nu het huismerk GWOON. Is hartstikke populair. GWOON pinda’s, dus zonder een basilicum-oregano coating.’

Het was te veel informatie. Ik had rijk kunnen zijn. Maar daar ging het niet om. Ik had, net als de meeste lezers hier, kunnen stralen, midden in mijn zelf verzonnen zaak. Ik had eindelijk de persoon kunnen zijn die ik het meest bewonderde: de man of vrouw die ooit bedacht dat mensen het leuk vinden om stukken zeep van drie kilo te kopen en dat zo een brok met een vuistbijl midden in de zaak er af wordt geslagen.

Ik had weer eens naar de verkeerde mensen geluisterd. Naar de afraders. Ik had GEWOON mijn eigen zaak kunnen hebben.

Alles over, voor én door ondernemers in je mailbox.

Ontvang twee keer per week onze nieuwsbrief met inspirerende ondernemersverhalen en informatieve artikelen.