Een extra vestiging van je winkel: hoe pak je dat aan?

Een nieuw bedrijf beginnen kost moeite en tijd. En het is leuk, geeft energie en maakt het team trots. Ook vraag je veel van ze. Creativiteit. Commitment en vele extra meters. Want een pand moet worden opgeknapt, ingericht en uiteraard moet de inkoop van allerhande materialen en voorraad worden geregeld. Nog los van een lokaal marketingplan. Daarvoor hadden we zes bouwstenen:

1. Gebruik je klanten als ambassadeurs

Wat we als eerste hebben gedaan is onze eigen klanten informeren over de plannen. Zij zijn veelal ambassadeurs en zijn begaan met hun eigen kleermaker. We hebben een persoonlijke band. De hoeveelheid likes op Linkedin, Facebook en de Instagram maken ons trots. Een groot aantal klanten hebben we gebeld om te vragen over specifieke dingen voor de markt in Den Haag. Hoe zit de verenigingsstructuur in elkaar, wie gaat waar naar school, welke sociëteiten zijn er en wat zijn de mores van de wijk waar we zitten? Waardevolle gesprekken die ook voor heel veel huiswerk zorgen omdat alle ideeën tot uitvoering en nieuwe gesprekken leiden.

2. Ken je potentiële klant

Het Statenkwartier is een wijk met heel veel expats. Dat wisten we natuurlijk. Toch kozen we voor de eerste huis-aan-huisfolder voor de Nederlandse taal. We zijn immers trots op onze ‘roots’. We maken steeds meer in ons eigen atelier The Lounge en laten we eerlijk zijn, het was ook makkelijker. Toch was dit niet goed en handig. We maken snel een tweede versie in het Engels en we hebben een Franstalige Belgische kleermaker aangenomen. Sowieso een goed idee om meerdere keren onder de aandacht te komen. Zelfs in Utrecht, waar we al 23 jaar in hetzelfde pand zitten, moeten we in nieuwe prospects uitleggen waar we zitten en wat we doen. Mensen letten pas op als je relevant voor ze bent.

3. Gebruik je kracht: hobby wordt business

Onze kracht ligt in ons persoonlijke, gastvrije en ondernemende DNA; dus ook dat gebruiken we in Den Haag. We willen mensen helpen met maatwerk. En uiteraard maken we bovenal mooie kleding. Kwalitatief, tijdloos en duurzaam. Dit doen we door de keten om te draaien en met de hele keten samen te werken en dat te delen. Zo hebben we een 100 procent Nederlands linnen pak dat we maken in onze eigen kleermakerij The Lounge in Utrecht. Deze hebben opgezet tijdens de coronapandemie om onze kennis te benutten. Hobby wordt business.

4. Creëer momentum en vier het moment

Een van de kernwaarden is gastvrijheid en dat is natuurlijk super belangrijk. Mensen moeten zich welkom voelen. Een kleermakerij binnen stappen heeft toch ook een bepaalde drempel. Van prijs, van te veel vragen, te dichtbij (we moeten je immers meten), et cetera. En bij een nieuwe vestiging komt daar nog de relatieve onbekendheid bij. Dus gaan we actief de straat op. Delen onze strandtassen uit (met een folder van ons erin) en nodigen mensen uit voor een espresso en een kennismaking. We hebben meerdere openingen gevierd. Met de andere ambachtslieden in de straat, onze eigen medewerkers en natuurlijk onze klanten. Vier het moment. Net als dat we met onze klanten de verjaardag van hun pak vieren.

5. Werk lokaal samen

Met de Jonge Balie van de Hofstad gaan we samenwerken, met de ambachtsstraat maken we een gezamenlijke folder, we sluiten aan bij lokale uitgaven en gaan naar diverse bijeenkomsten. Een winkeliersvereniging draait niet vanzelf, dus daar waar we kunnen helpen we met ideeën en de uitwerking daarvan. Uiteraard gaan we ook hier lokaal een hockeyclub en wellicht een rugbyclub sponsoren. Niet vanaf dag een, maar wel binnenkort. Uiteraard doen we de boodschappen bij de lokale winkels of in ons eigen netwerk.

6. Neem de tijd en maak keuzes

Een extra vestiging is natuurlijk spannend. Hoe gaan we onze managementtijd verdelen? Hoe reageert de lokale markt en wat heb je wel en niet in de hand? En ja, dat was en is niet altijd makkelijk. Nieuwe medewerkers moeten veel doen en leren. Onze manier van doen, het ambacht, de markt en de winkel opbouwen. Daarvoor heb je bijna een duizendpoot nodig. Het risico is vooral je eigen geduld. Het duurt even voordat alles up andrunning is. Je bent immers het draaiboek bijna a la minute aan het maken en bijsturen. Ook de andere vestigingen hebben aandacht nodig. Vanuit het ‘management’ hebben we tijd omdat we de groothandel juist minder aandacht geven (keuzes maken!). En ja, we zijn daar nog niet zo ver dat we al in de waan van de dag kunnen gaan leven. Er moet gebouwd, geduwd en getrokken worden aan de markt. Het openen van een extra winkel is als het schrijven van een boek. Als die bij de drukker ligt, heb je die fase klaar. Dan begint het echte werk van de promotie en zorgen dat je op de goede plek komt te liggen.

Nu, na drie maanden, zijn we redelijk tevreden. Klanten weten ons te vinden en de band wordt opgebouwd. De straat is een echte ambachtsstraat en dus voelen we ons thuis. De inrichting en het pand zijn top. Uiteraard kan het afwerkingsniveau her en der wat hoger (wat kost verbouwen toch veel tijd en schilderen al helemaal), de gevelreclame en vooral de verlichting mag best iets meer knallen voor de zichtbaarheid (tip: wees niet te bescheiden) en de lokale samenwerkingen komen van de grond.

Dat kost tijd. Wellicht iets meer dan een opportunistische ondernemer (pleonasme!) denkt. Maar een ding voelt nog steeds als de eerste dag dat we het pand zagen. Het gaat hier vliegen. We denken aan het einde van het jaar ook hier break even te draaien. Nu is de sfeer tussen de vestigingen nog goed en ondersteunend. Dat wordt de volgende fase: een derde vestiging bij laten dragen aan de groei van de andere vestigingen.