Blog Coronavirus
Nico Dijkshoorn: 'Ken je dat verhaal van dat restaurant dat net halfuurtje open was?'
'Ik wil u leren begrijpen. Ik ga hier tweewekelijks in gevecht met mijn diepste angst: risico nemen. Ergens echt in geloven. Ik wil hier mijn ondernemers-cynisme proberen kwijt te raken'. Dát had Nico Dijkshoorn in gedachten bij zijn tweewekelijkse blog op deze website. En toen brak de coronacrisis uit.
Foto: Jacco van de Kuilen.
Onder invloed van de coronacrisis worden, midden in mijn tweewekelijkse zoektocht naar de essentie van ondernemen, opeens alle regels overboord gegooid. Terwijl ik dit schrijf zit een berooide ondernemer huilend op bed en roept zijn partner dat de hagelslag langzaam opraakt. Pas opgestarte bedrijfjes worden weggevaagd.
Ik zag deze week beelden van een hele lieve jongen met een eigen restaurant. Het was precies een half uur open en toen kwam de horeca-lockdown. Nu zie ik steeds maar dat gezicht van die jongen voor me, vlak nadat hij het slechte nieuws heeft gehoord. Midden in zijn zaak, met een zojuist gemaakte amuse in zijn hand. Ik weet bijna zeker dat hij een tekst uit zijn hoofd had geleerd.
‘Mag ik u deze amuse aanbieden? Een garnalen-crème van watermeloen, met een heel klein bittertje van Hollandse peterselie, geplukt door Boer Bert, die gewoon Harrie heet trouwens. U kunt het in één keer in uw mond doen.’
Daarna heeft hij iemand een amuse-lepel gegeven. U bent dat natuurlijk gewend, om tijdens het netwerken een rare kromme lepel vol met dingetjes van Boer Bert naar binnen stouwen, maar ik wil hier zo eerlijk mogelijk zijn: de eerste amuse-lepel die ik ooit aangeboden kreeg heb ik, onder tafel, recht zitten buigen. Ik vond het zo zielig voor de bediende, dat hij mij per ongeluk een oude lepel van Uri Geller had gegeven.
Twee maanden geleden, voordat ik hier dagelijks op de website snuffelde, zou ik een cynisch verhaal hebben geschreven over die jongen en zijn woeste ondernemersdroom.
Zielig, dáár hebben we het over. Die arme, lieve jongen met zijn eigen restaurant en dan de rampspoed die keihard zijn voordeur opentrapt. Twee maanden geleden, voordat ik hier dagelijks op de website snuffelde, zou ik een cynisch verhaal hebben geschreven over die jongen en zijn woeste ondernemersdroom.
Ik zou hebben geschreven over die wilde, onbereikbare fantasie: een eigen restaurant beginnen. Dat moet je dan weer helemaal inrichten en dan loop je het risico dat Herman den Blijker opeens naast je staat en je vertelt dat je het helemaal verkeerd doet. Ik ben voor weinig mensen bang, maar Herman den Blijker jaagt me de stuipen op het lijf. Hij zegt van alles en je ziet dat hij het heel erg meent, maar je verstaat er nooit een woord van.
Je staat als radeloze restauranthouder midden in je zaak en dan doet Herman den Blijker, vlak voor je, het geluid van een waterbuffel na. Ik heb, in alle jaren dat ik Herman den Blijker probeer te verstaan, de volgende woorden genoteerd: brfstuk, krokvocht, prsntatiee en kukken mut klten. Wat hij er mee bedoelt, daar durf ik niet eens aan te denken.
Er zullen bedrijven omvallen en er vallen al bedrijven om, maar ik weet zeker dat juist deze verplichte periode van stilstand uw hoofden zal laten overkoken met ideeën. Het gaat kolken en bruisen.
Maar nu, midden in de virus-crisis ben ik geneigd daar minder cynisch naar te kijken. Ik denk nu zoals ondernemers denken: het had veel erger gekund. En dat is waar. Je kunt ook opeens chefkok Pierre Wind op 4 centimeter van je oor hebben. ‘Knoflookijs gaan we maken! Gek he, knoflookijs. Hahaha. Ik ben gek. We gaan griesmeelpudding van uiencompote maken. Gek he! Haha.’ Anderhalve meter afstand, Pierre Wind maakt daar anderhalve centimeter van.
Die lieve jongen, midden in zijn prille restaurant en dan de onheilstijding, hij staat model voor De Ondernemer. Daar waar ik niet heel lang geleden alleen maar de ellende en de onherroepelijke mislukking zou hebben gezien, alles steeds gevoed door mijn doodsangst om risico te nemen, daar zie ik nu de ware aard van de ondernemer: het gaat lukken, het gaat ooit weer goed komen.
Er zullen bedrijven omvallen en er vallen al bedrijven om, maar ik weet zeker dat juist deze verplichte periode van stilstand uw hoofden zal laten overkoken met ideeën. Het gaat kolken en bruisen. Ik verwacht over een aantal maanden, als we onze wonden likken, een renaissance in de ondernemerswereld.
Nederland zal worden overspoeld met rare nieuwe theezakjes, handschoenen van filodeeg, kattencafé’s zoals ze dat in Brazilië doen (wc’ s voor de katten en voor de mens een bak vol droge korrels), rare tuinversiering (een stenen kabouter met een wifi-antenne in zijn hand) en broodbakmachine’s die je, net als de oude, maar één keer zult gebruiken. Daarna vernietigen zij zichzelf.
Ik verwacht energie. Wat er nu allemaal in donkere, sombere huiskamers wordt verzonnen zal als een feelgood-tsunami over ons uit worden gestort. Ik verheug mij daar op. Ondertussen buig ik lepels krom.
Lees ook: Nico Dijkshoorn wil van 'ondernemers-cynisme' af (en begint hier)
Lees ook: Nico Dijkshoorn adviseert jonge ondernemer Moos (14): droom, faal, probeer!
Lees ook: Nico Dijkshoorn kocht een VanMoof (en schreef er deze blog over)