Volgens de CBS-cijfers nam het verkoopvolume, oftewel de hoeveelheid verkochte spullen en voedingsmiddelen, eveneens met 2,3 procent toe. De non-foodsector zag een omzetstijging van 3,8 procent, terwijl het verkoopvolume daar met 4,9 procent toenam.
Drogisterijen, winkels in doe-het-zelfartikelen, recreatie-artikelen, schoenen en lederwaren, en consumentenelektronica deden het goed in april. Daarentegen hadden kledingwinkels en winkels in meubels en woninginrichting te maken met een omzetdaling.
Seizoensinvloeden en consumentengedrag
Paul te Grotenhuis, woordvoerder INretail, verklaart: ,,April is de maand waarin de collecties volledig op orde zijn. Het seizoen komt dan echt op gang. Ondanks een langdurig nat en koel voorjaar in februari en maart, zien we dat april meer op snelheid is gekomen. De cijfers van 2,3 procent laten zien dat er groei is, maar het zijn geen indrukwekkende percentages zoals 4 of 5 procent. Dit komt doordat het voorjaar laat op gang kwam.”
Grotenhuis benadrukt ook de rol van online diensten in de omzetgroei: ,,Online werd 8,8 procent meer omgezet, maar veel daarvan komt uit de dienstenkant, zoals het boeken van tickets, vakanties, en concerten. Deze aankopen nemen vaak toe na de wintervakanties en rondom feestdagen zoals Pasen, die dit jaar in april vielen.”
Kansen en uitdagingen in de non-foodsector
De non-foodsector, een breed segment, kent specifieke uitdagingen. Grotenhuis licht toe: ,,Het is altijd uitdagend om de omzet van het vorige jaar te overtreffen. Voor onze sectoren is het cruciaal om aansluiting te vinden bij de voorkeuren en koopgewoonten van klanten. Zonder deze aansluiting wordt het moeilijk de omzet te verbeteren.”
Verder digitalisering biedt volgens hem hierbij kansen. ,,Door beter gedigitaliseerd te zijn, kunnen bedrijven sneller inspelen op verkoopontwikkelingen en hun voorraadbeheer optimaliseren. Dit leidt tot kortere reactietijden op de marktvraag. Daar liggen de kansen voor ondernemers.’