Nieuws Financiën
De consument bepaalt
Moeten kalfjes na hun geboorte gelijk weg bij moeder de koe? Of is het beter ze nog een paar weken te laten zogen bij hun moeder? In Den Haag vinden ze het laatste, boeren reageren furieus. Maar niet Arjan Wijnstra uit Vorden. Hij laat de kalveren al jaren bij hun moeder. Zonder problemen schrijft De Stentor.

Even vooropgesteld: wat de boeren willen is eigenlijk een kwestie van wat het publiek wil, zo betoogt Wijnstra. Dus als de consument eist dat het kalfje bij de koe blijft, dan gaat dat gewoon gebeuren. Om de simpele reden dat steeds meer consumenten rechtstreeks bij de boer kopen. En zich ook rechtstreeks bemoeien met diens werk. Aldus Wijnstra, kleinschalige melkveehouder uit Vorden.
Zelf laat hij zijn kalveren ongeveer twee weken bij de moeder om ze daarna geleidelijk te laten ontwennen. Wijnstra: ,,Ik snap de ophef onder boeren wel. Na het verdwijnen van het melkquotum hebben velen enorm geïnvesteerd om zoveel mogelijk melk te kunnen produceren. Ze wilden niet zien wat was voorspeld: door het vergrote aanbod daalde de prijs van melk. Veel melkveehouders hebben het financieel moeilijk. Die zitten echt niet te wachten op Haagse regeltjes die hun potentieel veel geld kosten en de hele bedrijfsvoering op de kop zetten.''
Wijnstra heeft echter zijn twijfels bij de argumenten die sommige boeren gebruiken. ,,Dat kalveren in de verdrukking kunnen komen, breuken oplopen als ze bij de moeder blijven? Ik heb die ervaring niet en het blijkt ook niet uit onderzoek naar de gevolgen van gezamenlijk houden van kalveren en koeien. Ik zie wel dat de band tussen moeder en kind sterk is. Een koe likt het kalf bij voortduring, bijna een soort massage. De kalveren groeien ook veel harder als ze kunnen zogen. Ze zijn sterk en gezond. Zeker, we weten nog veel niet over de consequenties van natuurlijk zogen. Er kan ook eerder overdracht van ziektekiemen plaatshebben. Maar maakt hen dat zwakker of juist sterker? Hoe lang moet de zoogperiode duren? Dat zijn dingen die onderzocht moeten worden.''
BoerderijwinkelMaar het zal de consument zijn die uiteindelijk beslist: ,,Het aantal boeren met een boerderijwinkel met eigen producten groeit enorm. Om de eenvoudige reden dat de consument de grootschalige productie steeds meer wantrouwt. Vanwege de voedselschandalen. En omdat ze vinden dat er meer aandacht moet zijn voor het welzijn van dieren. Ze willen zien waar hun voedsel vandaan komt. Bij de boeren die rechtstreeks aan consumenten verkopen kun je zien hoe geproduceerd wordt. En als je dat aanstaat, dan koop je daar. En anders niet. De boer zal zich steeds meer gaan richten naar de wensen van zijn klant.''
Hij verwijst naar het fenomeen community supported agriculture in de VS. Een vorm van samenwerking - soms als corporatie - tussen burgers en lokale landbouwers. De eersten betalen jaarlijks een bijdrage aan de productiekosten van het bedrijf; in ruil krijgen ze een deel van de opbrengst.
Wijnstra: ,,Dus controleerbaar, lokaal, duurzaam en de klant heeft inspraak bij de bij bedrijfsvoering. Die weg gaan wij ook op. Nederland is te klein voor grootschalige landbouw, die is op zijn retour. Wij moeten ons ook richten op kleinschalige productie van kwalitatief zeer hoogwaardig voedsel dat lokaal wordt afgezet. Ja dat is wat duurder. Ik zie in mijn winkel ook zeer gefortuneerde mensen. Maar ook heel jonge, met weinig geld. Die kiezen voor maar twee keer per week vlees. Maar dan wel van diervriendelijke kwaliteit. En die groep groeit.''
,,Ik kan je voorspellen wat hierna de volgende discussie wordt: mogen kalveren onthoornd worden? Daarbij worden huid en de hoornpit met een soort brander weggehaald. Om te voorkomen dat ze horens ontwikkelen. Pijnlijk en stressvol voor dieren. Mijn koeien? Die hebben ze gewoon.''