Met bijna 160 miljoen euro viel de bouw van TivoliVredenburg 60 miljoen duurder uit dan begroot. Ondanks een jaarlijkse subsidie van ruim 8 miljoen euro komt het muziekpaleis elk jaar meer dan 1,7 miljoen euro tekort. Volgens voorzitter Peter van den Berg en secretaris Gerth Molenaar van de rekenkamer, heeft de gemeente als eigenaar de consequenties van een groter gebouw onderschat.
Hoe komt het gebouw zo groot?
Molenaar: "Het is een geleidelijk proces geweest om het gebouw groter te laten worden. Eerst was het plan om vier zalen te maken, later kwam daar een jazzcafé bij en toen werd dat café ineens een volledige muziekzaal.''
Van den Berg: "Wat ons verbaasde is dat wij hiervan nergens een kritische onderbouwing hebben kunnen vinden. Het was gebaseerd op wenselijkheden, met het idee van: wij zijn toch de vierde stad van Nederland.''
Het resultaat: 70 procent meer capaciteit dan vóór de fusie tussen Tivoli en Vredenburg.
Van den Berg: "De bedoeling was dat er een samenwerkingsvoordeel zou ontstaan. Die synergie is er misschien wel, maar eerder in negatieve zin. Als er een geluidslek is in een van de zalen, heb je eerder last van elkaar.''
Molenaar: "Er is onderschat hoe groot en complex het gebouw is. Daardoor kwamen er problemen met de personeelsinzet, horeca en garderobes.''
U concludeert dat het lastig is om de financiele tekorten te dichten.
Van den Berg: "Ja, want een groot deel van de extra bouwkosten moet nu opgebracht worden uit het gebruik van het gebouw. De huisvestingskosten zijn hoger dan bij andere grote podia in Nederland. Als je TivoliVredenburg vergelijkt met bijvoorbeeld een poppodium als Paradiso, zie je dat de horeca-inkomsten iets achterblijven.''
Molenaar: "Ook de zalen, in totaal 5, kunnen veel vaker worden benut. Per zaal is er gemiddeld drie keer per week een culturele activiteit. Nu wordt krap twee keer per week een zaalplaats bezet door een betalende bezoeker.''
Kunnen de tekorten worden opgelost door hogere omzet in de horeca en meer bezoekers?
Molenaar: "Dat is de vraag. Wij denken dat het ook noodzakelijk is om de programmering aan te passen. De politiek heeft afgesproken dat er minimaal 15 procent klassieke programmering moet zijn. Momenteel is dat 25 procent. Als je bedenkt dat in de klassieke concertwereld geldt dat bijna geen enkel concert winstgevend is, kun je je afvragen of je dat niet moet gaan minderen.''
Linksom of rechtsom, het geld moet érgens vandaan komen.
Van den Berg: "Ja, de politiek moet afwegen of ze het geld zelf gaat bijplussen of haar gemeenschapsgeld bijvoorbeeld liever uitgeeft aan zoiets als de maatschappelijke zorg.''
Molenaar: "Een andere optie is dat de gebruiker voor de tekorten opdraait. Dat zou kunnen door de prijs van kaartjes te verhogen. Maar als je dit teveel gaat verhogen, raak je misschien weer bezoekers kwij. Dat wil je ook niet.''
Wat verwacht u van de commissie Gehrels, die onderzoekt hoe de tempel commercieel succesvoller kan worden?
"De raad benadrukt steeds dat er liefst een oplossing komt binnen het huidige subsidiebedrag. In onze aanbeveling wordt om alternatieve scenario's gevraagd. Wij betwijfelen alleen of de commissie ook alle hoeken van het speelveld verkent, omdat hun taakopdracht ook op een andere manier te interpreteren is.''