Van Gilst Tuincentrum: ‘Gebruik liever lieveheersbeestjes tegen luizen’

Tuincentrum Van Gilst viert over 2 jaar zijn 70-jarig bestaan. ,,Mijn opa en mijn vader begonnen een hoveniersbedrijf”, vertelt Ad Bulk. ,,Later is daar het tuincentrum bijgekomen, met ook een ruim aanbod kamerplanten. Door de jaren heen leerden we steeds meer over duurzaam werken. Logisch ook, als je zo dicht op de natuur zit. Dan gaat het je denk ik extra aan het hart.”

Gemaaid gras lekker laten liggen

Als alternatief voor de chemische bestrijdingsmiddelen koop je bij tuincentrum van Gilst onder meer sluipwespen tegen rupsen, lieveheersbeestjes tegen luizen en aaltjes tegen slakken. ,,En we hebben een meststof voor gras waar een bacterie in zit die gemaaid gras verwerkt. Je kunt het maaisel dus gewoon laten liggen. De bacterie maakt er voeding van voor het gazon. Het gras krijgt er zelfs een mooie kleur van.”

Wie bij Van Gilst een zak aarde koopt, heeft een ruime keuze uit grond zonder veen. ,,Veen komt van afgravingen. En dan halen de meeste leveranciers het ook nog uit landen als Rusland, waar je nauwelijks controle hebt op duurzaam werken. Alternatieven zoals veenvrije grond, biologische aarde of grond met kokosvezel zijn net zo goed en veel duurzamer.” De opvang van regenwater is ook getackeld: ,,Wij verkopen bestrating met gaten zodat het water weg kan zakken. Dat kan snel als je split in de gaten doet, of langzaam als je er gras in laat groeien.”

Gebruik het net als medicijnen

In het tuincentrum kun je dus prima terecht voor duurzame producten. Maar hoe zit het bij de ondernemers zelf met de groene kant van de bedrijfsvoering? Bulk vertelt: ,,Als we tuinen aanleggen, gebruiken we zelf ook zoveel mogelijk duurzame producten. We werken liefst met inheemse planten, en bijvoorbeeld met gifvrije voorjaarsbollen.”

Hij vervolgt: ,,Ik moet eerlijk zeggen dat we soms wel gif gebruiken. Planten als het pispotje of duizendknoop krijg je anders alleen weg als je een hele tuin afgraaft. Ik vergelijk het altijd maar met medicijnen. Soms ontkom je er niet aan, maar dan gebruik je het zorgvuldig en niet meer dan nodig is.”

Besproeien met water uit de sloot

Bij het tuincentrum hoort een grote showtuin waar iedereen met eigen ogen kan zien wat er mogelijk is aan duurzaam tuinieren. ,,Daar hebben we een heel plein met bloeiers die bijen en vlinders aantrekken, en je ziet er de sedumcassettes die we aanbieden voor een groen dak. Zelf hebben we 107 zonnepanelen op het dak, goed voor 41.000 kilowatt stroom. Dat was genoeg voor ons verbruik in 2021. Door zuiniger te werken verbruiken we nu zelfs nog maar de helft. Daardoor zijn we meer dan energieneutraal als het om elektriciteit gaat.”

Bulk somt het ene na het andere groene voorbeeld op. Van Gilst stookt gasvrij, het bedrijf heeft een vrachtwagen die voldoet aan de strenge uitstootnorm ‘euro 6’, scheidt al het afval zorgvuldig en geeft planten in de showtuin geen leidingwater maar water uit de sloot. Daarnaast verkoopt het bedrijf plantenpotten van oude visnetten en 100% gerecycled materiaal, meubels van hout van overtollige bomen uit de tuinen die ze aanleggen en bestrating van gerecycled puin dat ze zelf apart houden. Maar het allerbelangrijkste is volgens Bulk de bewustwording: ,,Bij elke handeling vragen we ons af of het duurzamer kan. Dat bewustzijn en ons enthousiasme zijn het halve werk.”

TIPS van Ad Bulk van Van Gilst Tuincentrum

• Maak gebruik van de kennis van de markt. Dus let op keurmerken, aanbevelingen van leveranciers en nieuwe producten die ontwikkeld worden – dat wijst je de weg.
• Steek je licht op bij iemand die al ervaring heeft met duurzaam werken en duurzame producten. Het enthousiaste personeel van Van Gilst wil je daar graag mee op weg helpen!
• Probeer niet snel te scoren met een kleine aanpassing terwijl het je verder eigenlijk niet interesseert. Het gaat niet over slimmigheidjes, sjoemelen en geld verdienen. Het gaat over de toekomst.