Nieuws Groei
Stilletjes zakendoen in Noord-Korea
Het is één van de meest gesloten en gevaarlijke landen ter wereld. Toch doen sommige Nederlandse ondernemers zaken met Noord-Korea. ,,Ik mag niks zeggen, dat zou grote consequenties hebben", schrijft het AD.

De wegen waren van zand, stoplichten waren er niet, en de auto's reden op houtvergassing. ,,Kwamen er van die dikke, zwarte rookpluimen uit'', vertelt Maarten Jongsma. Zijn eerste bezoek aan Noord-Korea, nu 13 jaar geleden, maakte diepe indruk. ,,Ik dacht alleen maar: is dit nou het land waar we allemaal zo bang voor zijn?''
Jongsma is een van de weinige Nederlanders die de voorbije jaren serieuze banden aanknoopten met Noord-Korea. In 2004 klopten de Koreanen aan bij zijn onderzoeksinstituut Wageningen Plant Research, omdat het land zich beter wilde wapenen tegen aardappelziektes. Hij liet Noord-Koreaanse studenten onderzoek doen in zijn lab, reisde jaarlijks naar het land en nam Nederlandse veredelaars op sleeptouw. ,,We hebben een verkeerd beeld van het land'', zegt Jongsma. ,,Er wonen zo veel aardige, intelligente, gedreven mensen. Maar alles wat we hier zien, is het beeld van een gekke dictator.''
Huiverig
Maar weinig Nederlandse ondernemingen drijven openlijk handel met Noord-Korea. ,,Veel ondernemers zijn huiverig,'' zegt Paul Tjia, een Nederlandse adviseur op het gebied van it-outsourcing. ,,Maar je kunt er prima zakendoen, als je maar door de communicatiebarrière heen komt.''
Tjia, die al jaren zakendoet in Noord-Korea, heeft inmiddels de contacten die je daarvoor nodig hebt in een gesloten land. Regelmatig neemt hij een groep Nederlandse ondernemers mee om deals te sluiten. ,,Het land heeft grote potentie: de bevolking is goed opgeleid en de loonkosten zijn laag. Natuurlijk is de situatie nu gespannen, maar het leven gaat er gewoon door. Volgende maand ga ik weer.''
In het laatste jaar waarover cijfers beschikbaar zijn, 2011, importeerden Nederlandse bedrijven voor ruim 70 miljoen euro uit Noord-Korea, vooral kleding, vlechtwerk en cement. De export lag op amper 1,5 miljoen euro. Maar volgens Tjia liggen de werkelijke bedragen aanmerkelijk hoger. ,,Er wordt van alles geproduceerd voor Nederlandse bedrijven, meer dan u hoort. Maar ik noem geen namen, want ze krijgen er altijd last van.''
Taboe
Zakendoen met Noord-Korea is toegestaan, maar er rust een groot taboe op. Tjia wil dan ook niet vertellen welke bedrijven hij meeneemt op zijn handelsreizen ('dat wordt niet gewaardeerd'). Geen wonder, zegt Korea-expert Remco Breuker. ,,Ik weet dat Nederlandse bedrijven er spullen laten maken, bijvoorbeeld software en it. Maar niemand wil openlijk zakendoen met een regime dat de eigen bevolking uithongert en kernproeven doet.''
Dat blijkt. Bedrijven waarvan de producten in Noord-Korea worden aangetroffen, willen er geen misverstand over laten bestaan: er wordt niet geëxporteerd naar Noord-Korea. ,,Wij weten niet hoe onze producten daar komen'', zegt Jesper Kleingeld van Heineken, waarvan het bier in veel Noord-Koreaanse restaurants wordt geschonken. ,,We brengen er niets naartoe. Maar als wij exporteren naar China, kunnen we natuurlijk niet voorkomen dat een derde partij het doorvoert.''
Brouwer Bavaria geeft dezelfde verklaring voor de aanwezigheid van zijn producten. En hoe de hotels in Pyongyang aan draaideuren van Boon Edam komen? ,,We weten het niet'', zegt woordvoerder Henk Goede. ,,We hebben wel eens gehoord dat een deur die we aan China leverden, daar terecht is gekomen. Dat is alles.''
Ook Nederlandse bedrijven die productiewerk laten doen in het land, willen daar niet over praten. Breuker en Tjia kennen diverse voorbeelden, maar willen geen namen noemen. Het zou gaan om it en software, maar ook om kledingproductie. Alleen C&A erkent kleding te hebben laten maken in Noord-Korea. ,,We zijn hier in 2011 mee gestopt'', zegt woordvoerder Kim Boomsma. Het bedrijf kon geen helderheid krijgen over de arbeidsomstandigheden in de fabrieken waar C&A-kleding werd gemaakt.
Schuld
Ook het project van plantenwetenschapper Jongsma strandde. Hij wil niet zeggen waarom. ,,Dat kan grote consequenties hebben voor de betrokkenen.'' Hij kijkt met afgrijzen hoe het land zich steeds verder isoleert, maar legt de schuld daarvoor niet uitsluitend bij het regime. ,,Ik ben er echt anders naar gaan kijken. Tot de dag van vandaag staan langs de grens met Zuid-Korea dertigduizend Amerikaanse soldaten. Dat is toch onvoorstelbaar? Ik ben wel gaan begrijpen waarom ze de Amerikanen zo haten.''
Nu de situatie met de week explosiever wordt, neemt de kans op succesvolle samenwerking alleen maar verder af. Paul Tjia blijft geloven in de mogelijkheden van Noord-Korea: niet voor niets neemt hij volgende maand weer een groep Nederlandse ondernemers mee naar Pyongyang. Al moet hij toegeven dat het enthousiasme beperkt is. ,,Het is dit keer een kleine delegatie.''
'We hebben wel eens gehoord dat een deur die we aan China leverden, daar terecht is gekomen. Dat is alles.'