Brexit raakt toerismebranche

Goedkoper uit in het VK, maar duurder elders

‘Brexit’ doet economisch pijn aan beide kanten van het Kanaal. Toch zijn de effecten van een naderende Britse uittreding niet voor iedereen nadelig. Nederlanders die op vakantie of op zakenreis gaan in het Verenigd Koninkrijk zijn goedkoper uit, nu het Britse pond een daling heeft ingezet. Dit is een meevaller voor Nederlanders die het Kanaal oversteken, maar het pond is niet de enige munt die verzwakt. Ook de euro is verzwakt. Terwijl het pond flink daalde (bijna 10%) ten opzichte van de euro, is de euro enkele procenten minder waard geworden ten opzichte van de dollar. Dit betekent dat vakanties in de VS – en andere landen waarvan de munt gekoppeld is aan de dollar - voor Nederlanders juist iets duurder zijn geworden.

Het Verenigd Koninkrijk behoort niet tot de populairste vakantielanden van Nederlanders. Slechts 5% van alle buitenlandse vakanties heeft dit land als bestemming. Dit zijn bovendien vaak korte vakanties. Zo komt het VK niet in de top vijf van landen waar Nederlandse reizigers het meeste geld uitgeven voor. Het positieve effect van een lager pond voor Nederlanders is daarmee relatief beperkt. De VS is als bestemming voor Nederlanders belangrijker, met 1,2 mld. euro aan Nederlandse reisbestedingen. Reizigers naar de Verenigde Staten zullen als gevolg van de lagere euro de wisselkoersbewegingen juist voelen in hun reisbudget.

Andersom zijn Britten zeer belangrijk voor de Nederlandse toerismebranche. Britse reizigers verzorgen 8% van de overnachtingen in Nederlandse hotels of B&B’s. In Amsterdam, een populaire bestemming voor Britse zakenreizigers en vriendengroepen, is dit zelfs het dubbele (16%). Britse reizigers spenderen jaarlijks 0,9 mld. euro in Nederland en behoren daarmee tot de top 3 van belangrijkste landen voor inkomend reisverkeer. Door het zwakkere pond zullen Britten minder uitgeven wanneer ze het Kanaal oversteken voor hun vakantie of vrijgezellenweekend. Nederlandse hotels, restaurants, cafés en winkels zijn hier de verliezer.

Wanneer vakantiegangers hun eigen munt een stuk minder waard zien worden ten opzichte van de munt ter plekke, leidt dat tot minder uitgaven in het land van bestemming. Het kan er zelfs voor zorgen dat reizigers helemaal niet meer naar hun geplande bestemming toegaan. Ze zouden hun plannen kunnen wijzigen wanneer verblijf en lokale kosten ineens een stuk duurder uitpakken.

Voor de meeste respondenten op de ING Vraag van Vandaag blijken wisselkoersen echter van weinig belang bij het kiezen van een vakantiebestemming. Het weer, de bezienswaardigheden ter plaatse en de afstand zijn bepalender factoren. Slechts 1 op de 6 vakantiegangers (16%) geeft aan dat de wisselkoers enige rol van betekenis speelt bij de vakantiekeuze. Veel Nederlanders gaan op vakantie naar Frankrijk, Duitsland, Spanje of andere eurolanden en hoeven zich zo ook geen zorgen te maken over wisselkoersen. Voor veel Britten zal dat anders liggen. Wanneer zij de landsgrenzen oversteken krijgen ze vrijwel altijd te maken met wisselkoersen, die de prijs van hun reis, hun accommodatie en de koopkracht ter plekke beïnvloedt.

Terwijl het Verenigd Koninkrijk goedkoper wordt na de ‘Brexit’, lijkt de animo om erheen te gaan per saldo zelfs iets af te nemen. Weliswaar geeft 3% van de respondenten op de Vraag van Vandaag aan nu naar het VK op vakantie te zullen gaan, maar een grotere groep van 5% heeft de Britse vakantieplannen juist afgeblazen na het 'Brexit'-referendum.