Marketing

Elio Talamini (89) is trots op de ijssalons die zijn naam dragen

beeld deondernemer
Leestijd 3 minuten
Lees verder onder de advertentie

Deze week zijn vele ijssalons van de Italiaanse ijsbereiders in het land open gegaan. Dé bevestiging dat de zomer in aantocht is. Het heeft iets nostalgisch: een ijsje halen bij de Italiaan. De Talamini’s zijn in het hele land met ijssalons te vinden, gerund door meerdere generaties ijsmakers. Ze zijn zeker niet allemaal familie van elkaar maar de meesten komen oorspronkelijk uit een bergdorp in de Italiaanse Dolomieten: Vodo di Cadore, niet ver van de Oostenrijkse grens. Meer dan vijftig procent van de bewoners droeg daar de naam Talamini.TrotsElio Talamini is trots op de talrijke ijssalons in het land die zijn naam dragen, al zijn ze niet allemaal van zijn ‘tak’. Hij somt er een aantal op: Zwolle, gerund door zijn oudste dochter Gianna, maar ook in steden als Enschede, Dordrecht, Rijswijk en Zutphen zijn de Italiaanse ijsjes in de salons van Talamini te koop. En allemaal hebben ze hun oorsprong in Vodo di Cadore.De ijsbereider Elio bezit zelf naast de salons in Deventer (op de foto Pietro Talamini, foto Ronald Hissink) en Zwolle, de ambachtelijke ijsfabriek in Twello, van waaruit inmiddels aan vele horeca-adressen in Nederland ijs wordt geleverd.Zelfs tot in het Belgische Gent toe, de geboorteplaats van Elio Talamini, waar hij op 10 september 1926 het levenslicht zag. Zijn moeder Giovanna Zangrando werkte daar met haar broers in hun eigen ijssalon. Talamini’s vader Pietro vertrok, nadat hij eerst nog in Italië had geprobeerd een ijsimperium op te bouwen, in 1932 naar Deventer, waar nog plek was voor één Italiaanse ijssalon. Twee jaar later kwamen moeder en zoon over.ToeristenVolgens Elio Talamini was het niet voor niets dat zijn voorouders uit de Italiaanse Dolomieten richting het noorden togen. In het bergdorpje was geen droog brood te verdienen, mede als gevolg van de oorlogsschade uit de eerste wereldoorlog. De ijsbusiness lonkte, want de noorderlingen zijn dol op ijs. ,,Noorderlingen hebben behoefte aan calorieën. Italianen zelf zijn helemaal niet zo dol op ijs. Verbaast je dat? Maar dat is echt zo. Teveel calorieën. In Italië kopen vooral toeristen ijs.’’GrootvaderTalamini vertelt vol passie over zijn voorouders. Zijn overgrootvader - Pietro genaamd, was één van de eersten uit Vodo di Cadore, die zich in 1860 in Wenen vestigde om daar ijs aan de man te brengen. Hij was er in het modaine Wenen ‘hofleverancier’. Vooral Keizerin Sissi was volgens Elio Talamini - ,,en dat is écht waar hoor,’’ - een trouwe klant en kocht steeds citroen-ijs. ,,Citroen-ijs was zijn topper want hij gebruikte de beste citroenen. Uit Sicilië.’’Eerste slagroomPietro’s zoon Giovanni Talamini - de opa van Elio - nam later het werk van zijn vader in Wenen over. Hij bleek, zij het bij toeval, een echte innovator. Giovanni vond namelijk slagroom uit, zegt Talamini vol trots. ,,Dat had te maken met zijn hofleverancierschap van de keizer. Die wilde ijs dat niet zo vet was en daarom ontroomde Giovanni melk. Hij deed die room in een bak met ruw ijs. Een knecht liet daarin per ongeluk wat suiker vallen en omdat men het zonde vond het mengsel weg te gooien werd het opgeklopt. En dat smaakte heerlijk.’’ Zo werd volgens Talamini slagroom geboren. ,,Het blijft jammer dat er geen patent op is aangevraagd, maar ja, de Talamini’s waren eenvoudige mensen en niemand kwam in die tijd op dat idee.’’ToekomstTalamini is overigens niet optimistisch over de toekomst van de Italiaanse ijssalons in Nederland. ,,Er wordt niet meer geïnvesteerd. Dat komt omdat veel kinderen de zaak niet meer over willen nemen. Er zijn geen opvolgers. Het is moeilijk om die van buitenaf te vinden. Ik zie het daarom best somber in. Ik heb het geluk dat mijn vier kinderen allemaal in de zaak zitten. Gianna runt Zwolle, Pietro en Lucia Deventer en Manuela doet de ijsfabriek in Twello. Daar ben ik zeer dankbaar voor.’’

Foto: Ronald Hissink