Nieuws Marketing

Liever ijsjes verkopen dan op kantoor zitten

Wat zul je je dagen slijten op een kantoor als je ook vrolijkheid onder de mensen kunt brengen met een ijsconcept? Steeds meer jonge ambitieuze lieden kiezen ervoor, schrijft de Volkskrant.

Kaya Bouma 20 juli 2016

Ijsje2

Als Achmed Sadat (30) zijn ijsfiets het park Lepelenburg in stuurt is hij bijzonder welkom. "IJs, ijs, ijs!", roept een jongetje met wilde krullen terwijl hij in onderbroek op de ijskar afstormt. Hoopvol kijkt hij achterom naar zijn moeder. Mag het? Ze schudt onverbiddelijk haar hoofd. Drie 14-jarige meisjes, samen op tienertoer in Utrecht, grijpen wel hun kans. "Wat mag het zijn dames, stracciatella, aardbei, citroen?"

Mooiste werk

"Zie je", zegt Sadat als de meisjes dankbaar slobberend weglopen. "Dit is wat ik bedoel. Ik maak mensen blij." De 30-jarige Amsterdammer kan het niet genoeg benadrukken: hij heeft het mooiste werk dat er bestaat. "Toen ik een paar jaar geleden in de reclamebranche werkte, moest ik telkens uitleggen wat ik precies deed en waarom dat interessant was."

Tof

Nu heeft Sadat maar drie woorden nodig: ik verkoop ijsjes. "Iedereen snapt hoe tof dat is." IJsjes zijn zeker tof, als je het aan de gemiddelde Nederlander vraagt. Er wordt steeds meer schepijs gegeten en het aantal ijssalons neemt al jaren toe. Bijproduct van die onverzadigbare liefde voor koud en zoet is een wildgroei aan ijsfietsen, ijsmobielen en ijstrucks die in parken of op festivals ambachtelijk schepijs aan de man brengen. Vaak staan er achter die vrolijk aangeklede wagens met spitsvondige namen als IJs van Matthijs, Lekkernijs, of Ik smelt voor jou, jonge ondernemers die een bestaan als ijscoman verkiezen boven een kantoorbaan.

Lees hier het hele stuk.