Op de achtergrond de Paterskerk, hotel Cocagne en de Vestedatoren. Even omdraaien en je ziet een veertig meter diepe tuin met eiken langs het huis van Michael Urlings en Esther Göppel en hun kinderen.
In de opgeknapte keet - dubbel glas, verwarming - zijn drie comfortabele boxspring-slaapplaatsen verstopt. Een wagenbreed tweepersoonsbed met dwars daaroverheen een eenpersoons. Voor het ontbijt, dat Göppel in een sprookjesachtige picknickmand aanlevert, kan vanonder het bed een inklaptafeltje met stoelen vandaan gehaald worden, voor gebruik binnen of op het houten terras. Drie logés en het regent? Ze kunnen ook in de huiskamer eten.
De bedden zijn net opgemaakt, deze zaterdagavond komen de eerste officiële gasten. Tijdens de Dutch Design Week waren er al een paar proefkonijnen. City Lodge "is een uit de hand gelopen hobby van mij", zegt Göppel. "De keet kon na de bouw van ons huis niet anders weg dan over het dak, terwijl de aannemer er eigenlijk vanaf wilde."
Dat was tien jaar geleden. De eerste jaren hadden de kleine kinderen er een geweldige speelplaats aan. Maar als tieners vonden ze het niet meer leuk en de wagen lonkte naar een nieuwe bestemming. Het huis heeft Urlings - zelf architect - laten bouwen op een 'vergeten' stukje Eindhoven. Hij had het ontdekt op een kadasterkaart, de gemeente wist niet wat ermee te doen, vol puin, laaggelegen en daardoor altijd nat. Nu lijkt het een paradijsje. "Het vergeten putje van Eindhoven", zegt Göppel.
De prijs: 95 euro voor twee personen, 115 euro voor drie. Dat maakt duidelijk dat bed en breakfast zich ontwikkelde tot een volwaardig alternatief voor een hotel.
De site www.eindhovencitylodge.nl gaat woensdagavond 30 maart online.