Nieuws Marketing

Turntoo biedt alternatief voor 'roofbouwmaatschappij'

Revolutionaire plannen schuwen ze niet en angst om groot te denken hebben ze evenmin. Thomas Rau en Sabine Oberhuber bedachten een geheel nieuw economisch systeem waarin we producten niet langer bezitten, maar slechts gebruiken. Philips doet al mee, schrijft BN/De Stem.

Jette Pellemans | Foto: ID/Bob van Mol 15 februari 2017

Economienieuw

"Ik was in Istanbul, waar een regenbui losbarstte", vertelt architect Sabine Oberhuber aan tafel op het architectenbureau RAU in Amsterdam. Haar levenspartner Thomaus Rau zit tegenover haar. "Met zo’n regenbui halen straatverkopers als de wiedeweerga een bak paraplu’s tevoorschijn, mensen kopen er één, om vijf minuten later die paraplu weerin een prullenbak te proppen. Dat is toch van de zotte? Op een gegeven moment zijn de grondstoffen van de aarde gewoon op om nieuwe paraplu’s, of wat dan ook, te maken. Dan kun je beter nu een nieuw systeem bedenken dan dat we tegen die tijd met de onaangename impact moeten dealen."

En dat nieuwe systeem, daar hebben Oberhuber en Rau wel een suggestie voor. Al vanaf de jaren negentig zijn ze met het thema bezig, in 2010 richtten ze het bedrijf Turntoo op en recent schreven ze het boek Material Matters met als ondertitel: het alternatief voor onze roofbouwmaatschappij. Hun economisch model komt in het kort neer op: geen bezit meer van spullen, alleen het gebruik.

Een eerste stap in die richting zette Rau zelf, toen hij in 2010 verlichting voor zijn kantoor nodig had. Aanleiding was een berg afgedankte cv-ketels die hij op weg naar z’n werk tegenkwam. "Zo’n 60, 70 cv-ketels lagen gewoon op straat. Zijn die echt stuk? Ik had de drang om niet óók zo’n berg afval te creëren. Die middag had ik een afspraak met de commercieel directeur van Philips voor het nieuwe lichtplan van ons kantoor. Ik deed hem een ongewoon voorstel: ik wilde geen lampen van hem, maar licht. Ik vertelde hem dat ik voor ongeveer 2000 uur per jaar licht nodig heb. Hoe Philips dat regelt, maakt me niet uit, zolang die lampen maar hun eigendom blijven en ik alleen voor het licht betaal."

"Hij snapte niet helemaal waar het over ging, maar voelde wel: dit is iets om te onderzoeken. Na een paar maanden lag er een plan op tafel: Rau betaalt een vast bedrag per maand voor de service en Philips blijft eigenaar van de lampen. Philips heeft er baat bij dat de lampen zo lang mogelijk mee gaan. Dit model wordt inmiddels wereldwijd door de multinational gebruikt onder de noemer circular lighting. Frank van der Vloed, Market Leader van Philips Lighting Benelux, was vanaf het begin gegrepen door het verhaal van Thomas Rau. "We wilden binnen Philips al langer licht als service gaan aanbieden, maar het aspect dat wij eigenaar zouden blijven van de producten, was nieuw."

Vanzelf gaat zo’n transitie niet, vertelt Van der Vloed. "Juridisch en financieel moesten we een nieuw systeem opzetten; dat was niet eenvoudig." Schiphol en Bruynzeel werken inmiddels met het circular lighting systeem, dat rijtje moet groter worden. "We doen dit nu in Nederland en België en gaan het de komende jaren uitrollen over heel Europa. Dit wordt een belangrijk verdienmodel voor de toekomst."

Ook BMW heeft aangeklopt bij Rau en consorten om te kijken hoe ze het systeem kunnen toepassen. Maar of het nu gaat om lampen of auto’s: Rau en Oberhuber willen van alle ‘materiaalintensieve’ gebruiksvoorwerpen een dienst maken. Dus geen tapijt, maar een aantal loopuren. Geen boormachine, maar een aantal geboorde gaten. En een al bestaand en succesvol voorbeeld: geen cd’s of cassettebandjes, maar Spotify. Thomas Rau: "Ik ga toch ook geen vliegtuig kopen als ik één keer een stedentripje naar New York wil maken? Waarom dan wel een boormachine als ik één schilderijtje wil ophangen?"

De aarde, zo zeggen Rau en Oberhuberin hun boek, heeft een aantal grondstoffen die we erin rap tempo doorheen aan het jagen zijn. Maar voor de aarde geldt: op is op. IJzer, goud of olie: eenmaal weggehaald, groeit het niet meer aan. We handelen daar alleen nu niet naar. We kopen iets – een printer, een smartphone, een elektrische tandenborstel – gebruiken het een aantal keer en gooien het dan weg. In de naïeve wetenschap dat dat altijd zo door kan gaan. Het probleem zit ’m erin dat de fabrikanten wel macht hebben, maar geen verantwoordelijkheid.

"We leven in een economie waarin de producent een wasmachine maakt en die aan de klant levert. Als de wasmachine stuk gaat, zit je er als consument mee opgescheept. Het laatste station is altijd de afvalberg. De grondstoffen van het product gaan dan verloren. De wasmachinefabrikant heeft dus wel de macht een wasmachine te maken die na 500 wasbeurten stuk gaat – die worden bewust zo gemaakt, dat is hun verdienmodel – maar heeft niet de verantwoordelijkheid om te zorgen voor die kapotte wasmachine."

Wat bieden jullie als alternatief?"Dat de consument betaalt per wasbeurt, inclusief de energie. Dat is dus anders dan wanneer je een wasmachine least, zoals nu wel gebeurt. Dan is de leasemaatschappij eigenaar van de wasmachine; in ons model blijft de producent de eigenaar. Die zal zorgen dat de wasmachine heel lang meegaat en dat de waardevolle grondstoffen makkelijk te demonteren zijn uit de machine zodat hij die opnieuw kan gebruiken."

Oberhuber: "Hier gaan bedrijven meer aan verdienen dan in het huidige systeem. Dát is wat bedrijven in beweging zet: voor moeder aarde of voor hun kleinkinderen doen ze het niet."

Hoe zal dat zijn voor een gemiddeld huishouden? Rau: "We moeten de economie inrichten als één grote bibliotheek voor spullen die je incidenteel nodig hebt. Ik zie voor me dat er servicecentra komen waar je contracten afsluit voor de diensten je nodig hebt: een aantal printjes van een printer, of zoveel kilometers perjaar voor een auto.Wij dachten: een auto is het moeilijkst, die wil je hébben. Het is zo’n imagogevoelig product. Maar zie het succes van autodeeldiensten, mensen hoeven niet zo nodig meer dingen te bezitten. Natuurlijk wil je spullen in huis hebben voor het gemak, zoals een broodrooster, maar als je dat broodrooster na 25 jaar teruggeeft aan het servicecentrum om de waardevolle grondstoffen eruit te laten halen, vinden de meeste mensen dat niet zo’n probleem."

Hoe moet je een spijkerbroek teruggeven? Die slijt toch? Oberhuber: "We richten ons in eerste instantie op producten gemaakt van gelimiteerde grondstoffen en niet op ‘aangroeibare’ grondstoffen. Katoen groeit weer aan, aluminium voor een auto niet. Maar ik ben ervan overtuigd dat we veel meer met materialen kunnen doen dan we denken. Het bedrijf MudJeans haalt al 20 procent uit oude jeans om een nieuwe te maken." Jullie willen dat de wereldeconomie op dit systeem gaat draaien. Ambitieus! Worden jullie nooit moedeloos? Rau: "Helemaal niet. Het kán gewoon. De overgang naar dit economische model maken wij bij leven mee. Zeker weten." Oberhuber: "We voelden ons in het begin een roepende in de woestijn. Maar het denken is de afgelopen 20 jaar veranderd. Zoals bij de paraplu’s in Istanbul: ik zie niet iedereen met een leen-paraplu over straat gaan, maar het illustreert wel de mate van verspilling waar we hopelijk over een paarjaar heel anders tegen aan kijken."

Rau: "Alle grote veranderingen in de mensheid zijn ooit begonnen door één persoon. Iedereen is in staat om die ene iemand te zijn.Waarom wij dan niet?"