Voor Mathijs Apeldoorn is het een drukke middag. De commercieel medewerker van Heerbaart Jongman Metaal heeft een-op-eengesprekken gepland met handelsvertegenwoordigers van onder meer Uganda.
Afspraken
Apeldoorn richt zich op landen met een uitgebreide olie- en gasindustrie. De 25 medewerkers van Heerbaart Jongman Metaal produceren in Hengelo onderdelen voor leidingen en machines. In Nederland staat de afzetmarkt onder druk, weet de commerciële man. "Tijd om over de grens te kijken."
Het gesprek met Wilhen Diaz, eerste secretaris van de Ugandese ambassade, stemt hem hoopvol. Diaz verzekert hem dat in zijn land niet alles loopt via de Shell's en BP's van deze wereld. Ook plaatselijke ingenieursbureaus doen er werk voor olieplatforms. "Daar moeten we mee in contact zien te komen", weet Apeldoorn. Hij wisselt gegevens uit met de vertegenwoordiger van de ambassade.
"Het eerste contact is gelegd. Dat zullen we warm houden. Bellen, mailen, brochures sturen en hopen dat we uiteindelijk rechtstreeks zaken kunnen doen met een partij in Uganda." Dezelfde afspraken maakt hij met Obinna Onowu, volgens zijn visitekaartje 'Minister Embassy of Nigeria'.
Kansen
Zo krijgen tientallen Twentse ondernemers op deze middag in Hengelo tips en contactgegevens over exportmogelijkheden naar ruim twintig landen, variërend van Venezuela tot Vietnam. "Mooi is dat hier niet alleen mensen van Twentse multinationals als TenCate en TKH zijn, maar ook van kleine bedrijven", constateert directeur Freerk Faber van het World Trade Center Twente. "Als je een goed product hebt, zijn er overal op de wereld kansen."
> Lees het hele verhaal in de Tubantia van vrijdag 28 oktober, alle edities