Nieuws Personeel

Brabantse weekmarkt waakt voor V&D scenario

Kooplieden op de weekmarkten in Brabant nemen het heft steeds vaker in eigen handen. ,,In een winkel koop je iets, op de markt belééf je iets."

Robèrt van Lith 26 april 2016

Brabantse weekmarkten

Of de weekmarkt nog toekomst heeft? "Nee", antwoordt Johan van Dun (46, beenmode) stellig in het Brabants Dagblad. "Twee jaar geleden zou ik nu geen tijd hebben om met jou te praten." Nu is het akelig stil voor zijn kraam op De Els in Waalwijk, een van de markten in deze regio die sterk terugloopt.

Van Dun denkt aan stoppen. De Kaatsheuvelnaar wil zich meer richten op verkoop op internet of via zijn groothandel aan winkels. "Voor mij loont de weekmarkt niet meer de moeite."

VernieuwenOpvallend is dat de meeste kooplieden in deze regio juist nog wel brood zien in de traditionele warenmarkt. Dat geldt ook voor de voorzitter van de landelijke organisatie voor kooplieden, Henk Achterhuis. "Als mij werd gevraagd of er nog toekomst is voor de weekmarkt, zei ik altijd: 'Dat kun je beter vragen aan de Hema, de Blokker en de V&D'. De laatste winkel is nu zelfs al failliet."

Achterhuis is voorzitter van de Centrale Vereniging voor Ambulante Handel (CVAH). "Ik ben er honderd procent zeker van dat de markt zal blijven bestaan. Maar het is wel belangrijk dat wij niet dezelfde fout maken als de V&D. De weekmarkten zullen moeten blijven vernieuwen. En het verzelfstandigen van de weekmarkten is een goede stap."

Op eigen benenDe markten van Boekel, Valkenswaard, Bergeijk, Bladel en Drunen waren al zelfstandig, de zes weekmarkten van Tilburg volgden begin dit jaar. Achterhuis juicht het toe dat steeds meer markten op eigen benen gaan staan. "Als kooplieden de markt organiseren, is het voor de gemeente vanaf dag één kostendekkend. De overheadkosten snijden we er als eerste uit. Wij besteden het geld liever aan marketing en reclame."

Lege kramenWoensdagochtend half tien,de Tilburgse weekmarkt op het Besterdplein - met hier en daar lege kramen - komt langzaam op gang. Parkeren is hier een helse klus, zeker als je geen losse munten op zak hebt. Bestuurslid Robert Cruijssen van de Stichting Tilburgse Markten vindt dat er echt wat moet veranderen op de Tilburgse warenmarkten. "We willen volle markten terug, het assortiment moet groter. De leegstand moet eruit. Als het niet lukt om voldoende kooplieden aan te trekken, zullen we de markt compacter moeten maken. Lege kramen zien er ongezellig uit, dat moet je niet hebben."

VoordelenCruijssen ziet veel voordelen in verzelfstandiging. ,,Wij als kooplieden kunnen veel sneller handelen dan de gemeente. Bij de gemeente hebben ze ook veel overheadkosten voor de markt. Niet alleen de marktmeester moet betaald worden, maar ook zijn chef, de wethouder, alles wordt doorberekend."

Een van de twee marktmanagers die werken voor de Stichting Tilburgse Markten, is Frits Meurs. Hij was eerder marktmeester in Almere en kan de verschillen tussen de gemeente en de stichting met kooplieden goed omschrijven: "De gemeente is heel log, de stichting maakt snel slagen, het gaat allemaal veel efficiënter. Ik zou het alle markten aanraden." Meurs weet zeker dat de weekmarkt toekomst heeft: "Waarom? In een winkel koop je iets, op de markt belééf je iets."

ActiviteitenDe weekmarkt in Valkenswaard is het lichtend voorbeeld voor andere warenmarkten in de provincie. "Valkenswaard was in 2014 de eerste grote weekmarkt in Brabant die op eigen benen ging staan", zegt Stef van Goor. Hij is regiomanager voor Zuid-Nederland bij de koopliedenvereniging CVAH. Iedere donderdag werkt hij als marktmanager op de Valkenswaardse warenmarkt. Van Goor weet waar hij over praat, hij kent íedere markt in Brabant. Wat het geheim is van Valkenswaard? "Kooplieden maken samen de markt. Bijna iedere week is er een activiteit, zoals een kaasproeverij, gratis mosselen eten of muziek."

DeskundigheidBerrie Smits (beenmode, 48 jaar) uit Heeswijk-Dinther kan het verhaal van Van Goor onderschrijven. "Ik sta op zeven weekmarkten, maar Valkenswaard is veruit de beste." De dinsdagmarkt in Oss is zijn slechtste markt. "Een paar jaar terug stond ik daar nog met zeven collega's uit mijn branche, nu ben ik alleen over. De gemeente Oss ziet het belang van de weekmarkt niet." Smits ziet het ondanks alles nog wel zitten op de markt. "Je moet je kunnen onderscheiden ten opzichte van de grote winkelketens. De mensen komen vooral naar de markt voor deskundigheid van de kooplieden en de kwaliteit. Bij de Primark kun je niet terecht voor sokken zonder teennaden of wollen herensokken, bij ons wél."

Toch zal Smits zijn dochter van zeventien niet adviseren om zijn zaak over te nemen. "Dat is volgens mij ook het grootste probleem van de weekmarkt; de vergrijzing. Veel jongeren zien het niet zitten om tachtig uur per week keihard te werken op de markt. En geef ze eens ongelijk."